De Peueraar 43, maart 1994

Auteur: Eric Krebbers


De tijd van je leven...

Afgelopen jaar zijn er tientallen jongens en een flink aantal meisjes in Leiden geronseld voor de snelle interventiemacht van de Koninklijke Landmacht. Die aantallen moeten dit jaar nog toenemen. Met flitsende tv-reclames lokt de overheid argeloze jongens en meisjes in de keiharde mannenwereld die dood en verderf heet. "Of blijf je liever bij je moeder thuis?" Avonturen beleven in verre landen, zielige slachtoffers van nare conflicten redden en ondertussen leren spelen met computers, wat wil je nog meer? Het leger is van oudsher dé plek waar de overheid van mensen mannen maakt. Maar het leger is altijd bestookt door kritische mannen, waarbij sommigen dat deden vanuit een anti-seksistische visie. Wat zou de opkomst van de snelle interventiemacht voor gevolgen kunnen hebben voor deze vorm van mannenstrijd?

Van Russen tot Somaliërs

Je zou kunnen stellen dat legers er zijn om de economische en machtsbelangen van elites veilig te stellen. Het leger is hun uiterste machtsmiddel bij conflicten. De wapenindustrie zorgt daarnaast voor een stabiele economie en stabiele winsten. De vraag naar wapens vertoont al eeuwen een redelijk constante groei. Tientallen jaren trachtte de elite het bestaan van het Nederlandse leger te rechtvaardigen door te wijzen op het rode gevaar. Het ging hen erom het grootste deel van de bevolking ervan te overtuigen dat het leger goed is of minimaal een noodzakelijk kwaad. In werkelijkheid was het Oostblok geen bedreiging van de macht van westerse elites, maar slechts een beperking daarvan. Ook Jan Soldaat moest steeds geïnfecteerd worden met dat vijandsbeeld. Ik heb dat tijdens mijn diensttijd zelf ook ervaren. Bij schietoefeningen, bijvoorbeeld, wees de luitenant op de schietschijven en probeerde onze motivatie te vergroten door te schreeuwen: "Denk maar dat het Russen zijn, of Joden." Dat was in de tijd voor de val van de muur. Ik was van de lichting 84-5. Als die luitenant nog bij de Koninklijke Landmacht werkt zal hij nu wel iets roepen over Arabieren of Serviërs. Na de val van de muur werd de aandacht immers verlegd naar het Zuiden. Na de Russen zijn nu met name de 'fanatieke moslims' het gevaar. Door geheime diensten en media worden campagnes opgezet om het vijandsbeeld op te fokken. Zij zijn de kwaden, wij de goeden. Die campagnes zijn nodig om het inzetten van legers in het Zuiden aan de eigen bevolking te verkopen. Al vijf eeuwen lang zet het westen haar legers tegen het Zuiden in, maar pas sinds een jaar of vijf kan ze dat weer relatief ongehinderd doen: de steun van het Oost-blok aan opstandige bewegingen in het Zuiden is verdwenen. Interventies vinden tegenwoordig meestal plaats onder het mom van de Verenigde Naties (VN), die nu meer en meer in handen zijn van het Westen. Rusland steunt noodgedwongen steeds vaker Amerikaanse belangen op dat platform. Natuurlijk grijpt de VN alleen daar in waar het de belangen van de elites uitkomt. Dat wil zeggen: wél in Koeweit, niet in Oost-Timor, Noord-Ierland of Los Angeles.

Binnenlands gebruik

De VN zal niet snel ingrijpen bij volksopstanden zoals onlangs in Los Angeles. De elite van de VS handelt dit soort zaken zelf wel af. Er wordt daar serieus gesproken over het inzetten van de snelle interventiemacht in de arme wijken van de grote steden. De Amerikaanse elite heeft een uniek probleem: ze hebben de armoede, de mensen en sloppenwijken van het Zuiden binnen hun eigen grenzen. Het inzetten van het leger tegen de eigen bevolking is niets nieuws. Je kunt natuurlijk pas echt regeren als je de uiteindelijke macht hebt anderen tot gehoorzaamheid te dwingen. Hierover wordt natuurlijk niet gesproken bij het werven van soldaten. Toch wordt het leger met enige regelmaat ingezet tegen binnenlands verzet. De inzet van tanks tegen Amsterdamse krakers in de jaren tachtig ligt bij vele mensen nog vers in het geheugen. De inzet van het leger in het geval van opstand is een onderdeel van een heel pakket maatregelen dat de elite kan nemen indien haar positie in gevaar komt. Dat kwam onder meer aan het licht toen het draaiboek van de legeroefening WINTEX/CIMEX (voorjaar 1985) gestolen werd uit een bunker van het ministerie van oorlog. De plannen omvatten onder meer een arbeidsplicht: de arbeidsburoos roepen dan direct duizenden werklozen op. Perscensuur wordt ingesteld. Meer dan de helft van de gevangenen wordt ontslagen om plaats te maken voor politieke gevangenen. En een zeer groot aantal scholen wordt gevorderd en ziekenhuizen en luchthavens worden ingeschakeld. Alle macht komt bij de militairen te liggen. Demonstanten mogen worden doodgeschoten. Migranten verdwijnen in kampen en de wijken waarin zij wonen worden afgesloten. Anderen krijgen huisarrest. Ze mogen niet terug naar het eigen land. Het leger mobiliseert en de staat van beleg wordt afgekondigd.

Het plaatsen van mannen (en vrouwen) onder de krijgstucht is een slimme manier om hun verzet te breken. Dat was ook een van de redenen voor het uitbreken van bijvoorbeeld de Eerste Wereldoorlog. De kracht van de arbeidersbeweging groeide enorm in de jaren vlak voor die oorlog en het onder de wapenen roepen van miljoenen arbeidersjongens om elkaar uit te roeien was een probaat middel daartegen. Handig gebruik makend van nationalisme en vijandsbeelden werd het volk ervan overtuigd dat haar belangen overeen kwamen met die van de elite. Vandaar dat er nu, ondanks de oprichting van een beroepsleger, toch een 'slapende' dienstplicht blijft. Het blijft voor de elite nodig om in geval van nood de hele mannelijke bevolking in het uniform te kunnen hijsen en te kunnen disciplineren en opvoeden tot gehoorzame burger en echte man.

Opvoeding tot soldaat

De opvoeding in het gezin wordt door het leger nog eens dunnetjes over gedaan. De commandant vervangt de vader als autoriteitsfiguur. De warmte en geborgenheid van het gezin, voor zover die aanwezig waren, worden overgenomen door de maten. Je wordt opgenomen in een nieuwe wereld, maar pas geaccepteerd na een ontgroening. Je bent pas één van de jongens als je middels stoere praat over 'wijven' bewezen hebt geen homo te zijn. Ben je homo, of vindt men dat je een homo bent, dan kan je rekenen op een extra zware diensttijd.

Ja, het leger maakt een man van je: harde oefeningen, stormbaan en afzien. Slapjanussen worden stevig aangepakt door de sergeant. Je moet commentaarloos spruitjes eten die je niet lust en thuis van moeders niet hoeft te eten. De militaire training is erop gericht om je hard te laten worden en je medemenselijke gevoelens uit te schakelen. Je moet een moordmachine worden. Als je toegeeft bang te zijn ben je net een 'wijf'. En dat is het ergste wat je kan overkomen. Want 'wijven' worden geminacht. Op mijn kazerne werden tijdens mijn diensttijd meerdere jongens het slachtoffer van seksueel geweld van officieren en medesoldaten. Op die manier hebben deze jongens een vrouwenrol toegewezen gekregen.

Het hele leven op de kazerne is geseksualiseerd. De telefonist is een pluggenneuker, de opgerolde slaapzak een berenlul (zo wordt die van hoog tot laag genoemd). Bij binnenkomst op de kazerne krijg je behalve een bed en een uniform een porno-latje. Daaraan mag je plaatjes hangen van blote vrouwen en er zijn nauwkeurig omschreven voorschriften aan verbonden: wel schaamhaar, geen gespreide benen. Tijdens een oefening in Duitsland werden avond aan avond tot diep in de nacht pornofilms gedraaid. De officieren startten de videobanden steeds opnieuw.

Veel jongens waren hier verlegen onder. Sommigen deden mee, gingen ook wel eens mee naar de hoeren, anderen, waaronder ik, probeerden met elkaar de normaliteit van thuis te handhaven. Dat maakte je niet populair. Officieren probeerden ons tot daden aan te zetten door te dreigen met nablijven in het weekeinde, "dan kon je thuis geen wip gaan maken met je wijf". De vrouw als beloning dus. De kilheid, uniformiteit en repressie van door de week worden door haar in het weekeinde verzacht. De soldaat van lagere rang heeft in het leger weinig anders dan "zijn wijf" om zich boven te wanen. Er wordt hem ook geleerd zichzelf te zien als de vechter, de beschermer van 'wijven'. Het militair apparaat kweekt bij jongens vrouwenhaat, dat mag duidelijk zijn.

Veel mannen ervaren het leger als een ontsnapping aan de burgerlijke sleur. Je bent van huis weg, en met de jongens onder elkaar. Het is een onderbreking van de levensloop. Na je moeder en vóór je vrouw. Na je school en vóór je werk. De sterke verhalen relativeren de disciplinering en verveling en bieden soldaten de mogelijkheid te ontsnappen aan het idee dat soldaten gewoon kanonnenvoer zijn als het oorlog wordt. Ik kende onderofficieren die in Libanon geweest waren en die min of meer geflipt waren door de stress, en door het zien van afschuwelijk verminkte lijken.

Beeldvorming leger

Wie een dienstplichtigenleger wil oprichten zit met een groot probleem. Wie leent zich vrijwillig voor deze rol van kanonnenvoer? Ikzelf moest toendertijd in dienst en wist niet beter of je ging gewoon. Mede door mijn ervaringen in het leger was ik inmiddels politiek gezien flink opgeschoven naar links en zag ik herhalingsoefeningen niet zitten. Ik het toen pas geweigerd. Om toch voldoende mannen (en vrouwen) te kunnen strikken, nu de dienstplicht verdwijnt, speelt de legerleiding in op positieve ideeën over oorlogen en soldaten, die wij zowat allemaal hebben meegekregen bij de opvoeding. Via boeken, de TV en de bioscoop worden we overspoeld met beelden van heldhaftige mannen die zich in verre landen door moeilijke situaties heen knokken. Zelf maakte ik mee dat tijdens oefeningen soldaten letterlijk scène's naspeelden uit westerns en oorlogsfilms. Ze hielden hun geweer precies zo vast als in de film. Ze waanden zich in een spannende film, merkte ik.

Maar deze beelden worden gemoderniseerd. Denk maar aan het beeld uit de Vietnam-films, waarin blowende, half losgeslagen soldaten een tropische rivier afzakken op een speedboot onder begeleiding van keiharde Doors-muziek. Of mannen die met hun benen uit de open deuren van helikopters hangen, terwijl ze over oneindige oerwouden scheren. Of aan de reeksen Rambo's en supercops die de overheid te laks vinden en het recht in eigen hand nemen. Allemaal beelden die handig gebruikt worden om jongens en meisjes te werven voor in kleine groepjes en flexibel opererende interventiemachten.

Twaalfjarige prostituees

Bladen die jongens lezen, zoals Panorama, Revu en de Kijk, staan dan ook boordevol advertenties met grote foto's en spannende teksten zoals: "afdalingen langs loodrechte bergwanden!" en "helikopters als transportmiddel!". De legertop meent dat "doorzetters kiezen voor de luchtmobiele brigade". Jongeren wordt wijsgemaakt dat "je je eigen grenzen leert kennen en verleggen bijvoorbeeld door survival: training in overleving onder extreme omstandigheden. We bieden je een aantrekkelijke baan, in een nieuw beroep ...durf je het aan? Je in te zetten, bijvoorbeeld in VN-verband, voor andermans vrede en veiligheid? De Koninklijke Landmacht bied je alle kans op een job om trots op te zijn." Want je bent "internationaal inzetbaar" bij "speciale taken" zoals de "beveiliging van voedseltransporten." Het is "belangrijk werk", je hebt "de tijd van je leven... en je ziet wat van de wereld". Kortom, je hebt een "leerzame en prettige tijd".

Natuurlijk geen woord over de verschrikkingen, de angst, de eenzaamheid, de ontberingen. Het leger is een chirurgische organisatie, volledig clean. De realiteit is natuurlijk volledig anders. Snelle interventiemachten, ook die onder VN-vlag opereren, richten overal ter wereld bloedbaden aan. In Mozambique bezoeken militairen van de VN zo massaal de bordelen dat het aantal geslachtsziekten daar snel toeneemt. Vanuit het hele land worden twaalfjarige maagdelijke meisjes aangevoerd om in de behoefte aan gezonde prostituees te voorzien. Dat is wel wat anders dan de blanke stoere VN-held die arme zwartjes gaat beschermen tegen stammenoorlogen, en soms zelfs als een soort ontwikkelingssamenwerker wordt gepresenteerd. De VN- militairen zijn in een aantal landen het middelpunt van een netwerk van corruptie en zwarte handel. Er vindt afpersing plaats en er wordt verkracht. Nederlandse militairen haalden in Cambodja vrouwen in hun kamp en vanuit Nederland werden Playboys en Penthouses opgestuurd naar de jongens.

Nieuw: snelle interventiemacht

Vroeger was het leger een grootschalig en massaal monster, met iedereen in uniform. Nu verandert het leger in de richting van een krijgsmacht opgebouwd uit relatief flexibele "zelfstandige gevechtsgroepen". Dat sluit goed aan bij de individualisering. Je blijft een radertje, maar nu in een flexibele machine. Er ontstaat een kleiner leger, met hoogtechnologische wapens, bediend door hoog opgeleide jonge mensen, en met de laag opgeleide jongens voor het veldwerk.

In 1998 zal de dienstplicht afgeschaft zijn. Er zijn in Nederland dan jaarlijks zo'n 9000 vrijwilligers nodig voor de interventiemacht. Om die van de arbeidsmarkt af te plukken worden alle zeilen bijgezet. In Leiden worden bijvoorbeeld in het Jobcentre aan de Stationsweg informatie/sollicitatiebijeenkomsten georganiseerd waar heel wat jongeren op af komen. Tientallen jongens en meisjes melden zich nu al jaarlijks vanuit de Leidse regio aan voor de interventiemacht. Ze moeten voor minimaal twee jaar tekenen.

Emancipatie in het leger?

Het nieuwe type leger heeft gevolgen voor het soort soldaten dat gevraagd wordt. Voor het oude soldaten-ideaal is steeds minder plaats in het tijdperk van elektronische en atoomoorlogen. Het gaat nu om snelheid, om technische innovatie, om infrastructuur zoals telefoonkabels, om wegen en luchthavens. Bekendheid met hoogtechnologische apparatuur wordt meer gevraagd dan stoerheid en conditie. De opleidingen worden meer en meer technisch. Dat sluit aan bij de fascinatie voor moderne techniek die veel mannen kenmerkt. Ik was eens per toeval in de machinekamer van een schietbaan. De daar aanwezige kolonels en andere hoge pieten speelden ongegeneerd kernoorlogje. Ze speelden dat ze de knoppen indrukten om atoomraketten naar Moskou te lanceren. Ze kwamen niet meer bij van het lachen. De koele wereld van de machine heeft meer aantrekkingskracht op mannen dan op vrouwen. Toch maakt die beweging in de richting van de techniek het leger tegelijk ook minder exclusief mannelijk. Technische vaardigheden zijn minder 'mannelijk' dan stoerheid. Voor de bediening van een beeldscherm maakt je sekse niet uit. Het ideaal van de mens die zichzelf voortdurend aanpast aan moderne technieken dat geld overigens overal en niet alleen in het leger. Er is daarmee net als elders in de samenleving in het leger ruimte gekomen voor een zekere emancipatie. Het militarisme was altijd gebaseerd op arbeidsdeling naar sekse. De man als soldaat, de vrouw als moeder, verpleegster en lustobject. Niet dat het leger nu plots anti-seksistisch wordt, nee, een vleugje emancipatie is gewoon nodig om ook vrouwen binnen te kunnen halen. Dat is ook nodig omdat er niet voldoende mannen geïnteresseerd zijn. Vrouwen zullen zich voor een groot deel moeten aanpassen aan de mannelijke normen in het leger, waarbij ze het risico lopen manwijven genoemd te worden. Ook homo's wordt niet meer automatisch de deur gewezen. Natuurlijk blijft het leger seksistisch en blijven mannen de baas, maar om technici binnen te halen zal de nadruk eenvoudigweg minder op stoerheid moeten komen te liggen. Het lijkt me geen zinnige vorm van mannenstrijd om deze veranderingen binnen het leger te steunen door eenzijdig kritiek te leveren op de 'seksuele excessen', zoals de verkrachtingen die plaatsvinden binnen het leger. Die zijn niet de kern van het militaire seksisme. Die kritiek wordt door de legerleiding gebruikt om het leger te veranderen, om de nieuwe mannelijke identiteiten te vormen die het leger zo nodig heeft. Maar ook die nieuwe identiteiten, zoals die van de koele technicus, zijn moorddadig. Het leger op zich vormt het probleem. Die technische jongens en meisjes zullen ook de omgangsvormen in het leger best beïnvloeden. Ze zullen de opleidingen en de normen en waarden ouderwets vinden en veranderingen eisen.

Maar de oude norm van stoere soldaat zal niet verdwijnen. Lager opgeleide jongens (en in veel mindere mate meisjes) blijven ook nodig. In de praktijk blijven witte en vooral ook zwarte onderklasse jongeren gewoon 'zandhazen', dat wil zeggen: voetvolk dat het veld in moet. Hun gedrag zal kritischer bekeken worden. Hun grovere manieren worden steeds meer onderwerp van studie en ingrijpen van legerpsychologen, welzijnswerkers, journalisten en justitie. Ze zullen deels opgevoed moeten worden in de nieuwe normaliteit via praatgroepen en bestraffing.

Militaire samenleving

Het leger heeft altijd model gestaan voor de hele samenleving. Fabrieken en scholen, gevangenissen en inrichtingen zijn allemaal bewust gemodelleerd naar het voorbeeld van het leger. Hiërarchisch, eenvormig, geüniformeerd en overzichtelijk 'opstellen in rijen van vier', dat heeft de elite altijd aangesproken. Maar het leger vormde meestal wel een aparte wereld ten opzichte van de burgerlijke maatschappij. Na de Tweede Wereldoorlog wordt er steeds meer gesproken van het militair-industrieel complex, zeg maar de verknoping van leger en (bewapenings-)industrie. Inmiddels is nu zowat de hele samenleving vermilitariseerd. Het verschil tussen burger en militair is vervaagd.

De moderne oorlog wordt door de legerleiding voortdurend voorbereid en uitgetest. Veel soldaten komen daaraan niet meer te pas. Men oefent door het koppelen van databestanden, vervoerssystemen en informatiestromen. Eigenlijk is het voortdurend oorlog. De computers, satellieten, snelwegen en luchthavens die voor de oefeningen gebruikt worden zijn geen eigendom van het leger. Nee, ze breken eenvoudigweg in op de bestaande systemen. Ze maken door de juiste schakelingen gebruik van de staat van permanente mobilisatie waarin wij allemaal leven. Scholen, ziekenhuizen en telefooncentrales hebben allemaal functies in die permanente oorlog. Alle nieuwe instellingen, gebouwen en systemen moeten voldoen aan militaire eisen. De nieuwe glasvezelnetten van de Europese PTT's staan in de eerste plaats in dienst van de communicatiesystemen van de commandostructuur van de NAVO-militairen. Alle mooie praatjes over voordelen voor de consument ten spijt. De invoering van deze nieuwe netten loopt verder precies parallel aan de koppeling van alle persoonsregistraties in heel Europa. Die koppeling is bedoeld voor de preventieve repressie in het geval dat de binnenlandse vijand zich zal roeren. De legertop wil alle andere burgers in geval van een echte oorlog op hun post houden. De hele samenleving is een grote oorlogsmachine en moet blijven doordraaien: "Blijf op je werk met de TV en de computer aan en niet vluchten..."

Ondertussen moeten vliegshows en troepenbewegingen bij de burger de indruk wekken dat de in het groen gestoken mannen en vrouwen nog steeds het belangrijkste onderdeel van het leger zijn.

Mannenstrijd

Mannen die zich tegen militarisme en seksisme willen verzetten kunnen hun aandacht niet meer beperken tot het leger. Het militarisme is nu veel moeilijker te lokaliseren. Het zichtbare militairisme verdwijnt uit onze omgeving en gaat ondergronds of de ruimte in door middel van satellieten. De technici die ze bedienen zijn niet makkelijk herkenbaar als militairen. Sterker nog, ze weten soms zelf niet eens dat ze op een bepaald moment onderdeel uitmaken van de militaire structuur die over ons land ligt. Het militarisme houdt onze hele samenleving in een wurggreep. De strijd tegen het militarisme moet daarom verbonden worden met de strijd tegen de mannenheerschappij en 'mannelijke' normen in de hele samenleving. In de jaren tachtig motiveerden sommige totaalweigeraars hun verzet door te stellen: "Ik weiger om tot man opgevoed te worden." Ze doelden vanzelfsprekend op het gangbare type man. Met de afschaffing van de dienstplicht zal ook het anti-seksistisch gemotiveerde antimilitaristisch verzet veranderen. Meer dan voorheen zullen mannen zich moeten keren tegen het manbeeld van de koele technische held. We zullen moeten laten zien dat bijvoorbeeld het sturen van militairen naar het Zuiden meer verkrachtingen betekent. Nog steeds vormen vrouwen, kinderen en ouderen de grootste groep slachtoffers van het militaristisch geweld. We moeten ons solidair verklaren met diegenen die 'geholpen' gaan worden door de snelle interventiemachten. We moeten laten zien dat veel van de zogenaamde etnische conflicten in het Zuiden juist mede veroorzaakt worden door westers ingrijpen en uitbuiten. We kunnen proberen duidelijk te maken dat niet 'wij' naar Joegoslavië gaan maar de knokploeg van de elite. We kunnen proberen te voorkomen dat er steeds zoveel jongens en meisjes intrappen en we moeten jongens en meisjes helpen die weigeren naar het Zuiden te gaan en deserteren. We moeten wapentransporten blokkeren of saboteren en ageren tegen de media die de overheidsinformatie over de interventiemachten kritiekloos doorgeven. We kunnen oorlogsvoorbereidingen trachten bloot te leggen. We kunnen denken over alternatieven voor het leger. Sociale verdediging in de vorm van horizontaal georganiseerde milities. Geen man, geen vrouw, geen cent voor hun leger!

Bronnen:

Terug