De Peueraar 43, maart 1994

Auteur: KSUL


(ingezonden)

Het aansluitbeleid van het EWR

Het onderstaande stuk is een bewerking van een brief die het KraakSpreekUur Leiden (KSUL) heeft verzonden aan de directeur van het EWR (de Energie- en Watervoorziening Rijnland), aan de geschillencommissie van het EWR, aan het Meldpunt Discriminatie, en aan Jan Laurier, GroenLinks-wethouder en bestuurslid van het EWR. De brief bevat forse kritiek op het aansluitbeleid van het EWR. met betrekking tot kraakpanden. Het Kraakspreekuur heeft tevens contact opgenomen met een advocaat om juridische stappen te overwegen.

Het EWR is een instantie waar iedere ingezetene van Leiden mee te maken heeft. Immers, het EWR is verantwoordelijk voor de levering van een drietal producten, te weten gas, elektra en water. Deze voorzieningen worden in onze samenleving gerekend tot de eerste levensbehoeften. Het EWR heeft een leveringsplicht aan een ieder die dit aanvraagt, mits de aanvrager natuurlijk aan bepaalde veiligheidseisen en financiële verplichtingen voldoet. Deze voorwaarden zouden natuurlijk voor iedereen hetzelfde moeten zijn, ongeacht ras, geloof, leeftijd, woonrechtelijke situatie, enzovoorts. Helaas blijkt het EWR een beleid te voeren dat rechtstreeks in strijd is met artikel 1 van de Grondwet. Het EWR discrimineert krakers van huizen, kantoren of bedrijfspanden. Men stelt aan krakers zeer zware technische eisen en eist borggeld. Aan de hand van vier nog lopende aanvragen zullen we hieronder duidelijk maken aan welke onredelijke willekeur een kraker is overgeleverd indien deze aansluiting vraagt. Vier voorbeelden, want een vergelijkbaar verhaal geldt voor ieder kraakpand dat aangesloten wil worden op gas, water en/of elektra. In verband met privacy- en veiligheidsoverwegingen zijn de namen van personen en straten hieronder weggelaten.

Voorbeeld 1

Dit voorbeeld betreft een in mei 1993 gekraakt pakhuis. Dat stond zo'n 3 jaar leeg en had een verouderde gas, water en elektra-installatie. De bewoner en gebruikers van het pand besloten de gehele installatie op eigen kosten en op eigen initiatief te vervangen. De kosten van de werkzaamheden waren ongeveer 2000 gulden.

Begin december 1993 werd een aanvraag ingediend voor gas, water en elektra bij het E.W.R. In de computer van het EWR stond op het adres geregistreerd dat het een kraakpand betrof. Zonder wat te zeggen liep de mevrouw van het EWR van de balie weg en kwam later terug met het verhaal dat de aanvrager verplicht is om de installatie te laten keuren door een installateur of het EWR. De kosten hiervan zijn 100 gulden. De aanvrager wierp nog tegen dat per 1 januari 1992 de verplichte keuring is afgeschaft en dat het EWR slechts verantwoordelijkheid tot en met de meters heeft. Maar dit werd ronduit ontkend. De aanvrager wist dat de installatie veilig was maar hij begreep dat het EWR oppermachtig was. Daarom stemde hij uiteindelijk onder protest in met de keuring. Die keuring is uitgevoerd op 9 december 1993. Het EWR noemt de opgelegde keuring er één op verzoek en bedenkt de belachelijkste excuses om niet aan te hoeven sluiten. De mengeling van leugens en idiote eisen, zoals een verplichte warmwaterkraan en een grotere diameter van de waterleiding, leiden tot de "volledige afkeuring van de installatie" (!!). Absolute willekeur of bewust discriminerend beleid?

Voorbeeld 2

Het pand in dit voorbeeld werd in december 1993 gekraakt voor bewoning, na 1 jaar leegstand. Nu, drie maanden later, wonen de twee bewoners nog steeds zonder nutsvoorzieningen. Toen de bewoners op 22 december informeerden naar de mogelijkheid om gas water en elektra. te krijgen zeiden ze niet dat het gekraakt was. Het had ook nog niet in de krant gestaan en de eigenaar, die waarschijnlijk in de gevangenis zat, wist nog niet van de kraak. Toch staat 23 december om 10 uur 's ochtends de heer Van Velzen van het EWR bij de bewoners op de stoep. De heer Van Velzen is fraudecontroleur bij het EWR, al stelt hij zich nooit zo voor. Naar eigen zeggen krijgt hij alle kraakpanden op zijn bord wanneer zij een aanvraag indienen. Uit eigen waarneming kunnen we je vertellen dat hij vrijwel alle krakers bij hun voornaam kent. Niet vanwege frauderend gedrag, maar simpel en alleen omdat hij bij voorbaat een stempel op je zet. Hij gaat er al snel vanuit dat je zal frauderen of dat je je rekening niet zal betalen. Je bent immers kraker.

In het geval van dit pand vroeg de heer Van Velzen of hij binnen mocht kijken. Hij wierp een blik in de meterkast en merkte op dat het 1500 gulden ging kosten. Vervolgens ging hij er direct vandoor. Een telefoontje naar het EWR leverde de belofte op dat de bewoners binnen twee weken een offerte zouden krijgen. Toen de offerte er na twee weken nog niet was, ging een bewoner weer naar het EWR Zodra aan de balie het adres in de computer was getikt, werd de heer Van Velzen gehaald. Toen de bewoner naar de beloofde offerte vroeg, zei Van Velzen dat hij navraag zou doen. Hij liep weg, kwam niet terug, maar liet zich aflossen door de heer Remmelzwaal. Die vertelde dat de leidingen in de betreffende straat onlangs zijn vernieuwd. Behalve de leidingen die lopen naar het betreffende kraakpand. Als die leidingen ook vernieuwd zouden worden, dan zou dat volgens Remmelzwaal ongeveer 6000 tot 7000 gulden kosten. Verder meldde hij dat de per 1 januari 1992 afgeschafte keuring weer ingevoerd zal worden per 1 februari 1994. Later bleek dat Remmelzwaal dit verhaal uit z'n duim zoog.

Kort daarna ontvingen de twee bewoners de offerte. Hieraan hing een prijskaartje van 3420 gulden, voor wat men noemt een "tijdelijke aansluiting". Tijdelijk, omdat volgens het EWR de krakers er toch vroeg of laat uit moeten (!). Nog nooit eerder is het begrip tijdelijke aansluiting (wat is het verschil met een vaste aansluiting?) door het EWR bij kraakpanden gebruikt. Vreemd genoeg blijkt zo'n tijdelijke variant meer dan twee maal zo duur uit te vallen als een vaste aansluiting. Ook de bewoners van dit pand zijn gestrand in de door het EWR opgeworpen barricades en zitten nog steeds zonder gas, water en elektra.

Voorbeeld 3

In de straat van dit voorbeeld zijn zo'n 15 huizen gekraakt. De gemeente heeft de meeste ervan onbewoonbaar laten maken door ze van binnen te slopen. Toch bieden de huizen huisvesting aan zo'n 60 mensen. De twee bewoners van het pand in dit voorbeeld besloten om met de winter in aantocht een poging te wagen om gas, water en elektra aangesloten te krijgen. Op 20 oktober 1993 ontvingen ze de offerte. De totale kosten bedroegen 1602 gulden. Daaraan zat een verplichte keuring verbonden en een eisenpakket dat zelfs zo ver gaat dat je het EWR moet laten zien hoe je je huis warm stookt en je eten kookt! De bewoners van dit huisje hebben definitief de hoop op een normale levering van gas, water en elektra opgegeven.

Voorbeeld 4

In december 1993 zijn de panden van dit voorbeeld gekraakt. De woningen waren door de eigenaar, de gemeente Leiden, in afwachting van de sloop van binnen alvast gesloopt. Er wonen nu 8 mensen. Op 21 december 1993, de dag na de kraak, werd door een bewoonster gas, water en elektra aangevraagd. De baliemedewerkster van het EWR wist niet dat het pand gekraakt was en zei dat de monteur op 23 december zou langskomen. De monteur kwam niet. De bewoonster belde naar het EWR en hoorde dat de aanvraag bij de afdeling Inspectie lag. Weer een paar dagen later kwam onaangekondigd Van Velzen langs. Vriendelijk als altijd bekeek hij de door de gemeente gesloopte installatie. Hij zei dat het wel 7000 tot 8000 gulden ging kosten, nog afgezien van de borg waar de bewoners op konden rekenen. Die borg was nodig, zo zei hij, omdat hij nogal slechte ervaringen had gehad met illegaal aangesloten kraakpanden. De bewoonster zei dat ze vond dat hij krakers discrimineerde, maar dat ontkende hij.

Weer liet een offerte weken op zich wachten en zaten mensen zonder gas, water en elektra. Op 10 januari 1994 belde de bewoonster naar Van Velzen en vroeg ze hem om eens wat te gaan doen, in plaats van "naar de aanvraag te kijken". Op 11 januari kwamen twee mannen kijken voor een wateraansluiting. Ze vertelden dat zo'n aansluiting voor het ene pand 1000 gulden en voor het andere pand 1200 gulden zou gaan kosten. Bijna 1 maand later hadden de bewoners van het ene pand water, maar ze moesten wel 1000 gulden aansluitkosten betalen en 300 gulden borg. Het EWR vroeg niet om een keuringsrapport, maar eiste op het laatste moment wel dat alle bewoners mét paspoort naar het EWR zouden komen om zich te legitimeren. Moe van al het gezeur rond de aanvraag hebben de bewoners dit maar gedaan. Nu hebben de bewoners dan eindelijk water. Gas en elektra laten nog even op zich wachten, gezien de absurd hoge eisen en borg.

Willekeur en discriminatie

Dit zijn slechts vier voorbeelden van de vele die krakers zouden kunnen geven over de tegenwerking van het EWR met betrekking tot kraakpanden. Dit terwijl het om elementaire zaken gaat waar iedereen gelijke beschikking over zou moeten kunnen hebben. Ongeacht of men gekocht, gehuurd of gekraakt woont.

Rest ons de vraag of dit beleid is of willekeur van medewerkers van het EWR. Wie of wat er ook achter zit, beseft moet worden dat de huidige werkwijze van het EWR meer fraude uitlokt dan dat het fraude voorkomt (wat fraude en krakerscontroleur Van Velzen schijnt te denken).

Als laatste moet nog even worden benadrukt dat je soms als kraker wel snel aansluiting van gas, water en elektra kan krijgen. Dan moet je snel handelen en een pand gekraakt hebben dat niet voldoet aan het stereotiepe kraakpand (een niet-stereotiep kraakpand is bijvoorbeeld een pand in een 'nette' buurt of een pand dat er niet uitziet als een slooppand). In zo'n geval kun je al de dag na de aanvraag aansluiting krijgen. Het simpel invullen van het aanvraagformulier is dan voldoende. Zo hebben de bewoners van een kraakpand in een 'keurige' burgerbuurt de vader van een van hen 'gebruikt' om aansluiting aan te vragen. Twee dagen later was alles aangesloten zonder dat er verder werd gekeken dan de meter...

Trouwens, geen van de betrokken krakers in de vier voorbeelden hebben schulden bij het EWR of zijn betrokken geweest bij welke fraudezaak dan ook.

Terug