De Peueraar 44, april 1994

Auteur: Eric Krebbers en Ellen de Waard


Plutonium voor iedereen

Dit artikel gaat over kernenergie. Kernenergie? Dat is toch min of meer met succes bestreden? Inderdaad, daar leek het op. Maar wie niet sterk is moet slim zijn. De atoomlobby is in Nederland weer stilletjes aan terrein aan het winnen. En in minister Andriessen van Economische Zaken hebben ze een warm pleitbezorger gevonden. Maar gelukkig laten de tegenstanders van weleer het er niet bij zitten. Ze blijven actief in de strijd tegen kernenergie! Zo ook de Voorschotense arts J. Gevers Leuven die een brochure over plutonium aan het schrijven is. Met hem gingen we in gesprek.

Velen zullen zich de massale acties tegen kernenergie begin jaren tachtig nog wel herinneren. Zowel kerncentrales als zogenaamde verrijkingsfabrieken als transporten en opslagplaatsen waren doelwit van acties. Blokkades, demonstraties en felle discussies leidden tot heftige confrontaties met de atoomenergielobby, politici en ME. De laatste jaren is het verzet in een wat rustiger vaarwater gekomen. Maar nog steeds is 80% van de Nederlandse bevolking tegen de uitbreiding van het aantal kerncentrales. Een kleine meerderheid spreekt zich zelfs uit voor sluiting van de bestaande installaties. Daar neemt de kernenergielobby echter geen genoegen mee.

Verzet

Op 26 maart 1994 bestond de kerncentrale in Dodewaard 25 jaar. De eerste kerncentrale in Nederland werd destijds officieel geopend door koningin Juliana. Direct bij deze opening ontstonden al de eerste problemen waardoor de reactor stilgelegd moest worden. Hoe typerend voor een begin van 25 jaar haarscheurtjes, lekkages, reparaties, afvalproblemen en juridische procedures.

Hoewel Dodewaard gezien wordt als hét symbool van de strijd tegen kernenergie in Nederland, richtten tegenstanders van kernenergie zich met name op de uraniumverrijkingsfabriek in Almelo en de kweekreactor in het Duitse Kalkar. In maart 1978 vond er in Almelo de eerste massale protestactie tegen kernenergie plaats. Ruim 40.000 mensen demonstreerden. Uit onvrede met de manier waarop de regering met de protesten omging én de wijze waarop het 'demonstratietoerisme' (met de bus er naar toe, een eindje wandelen en weer terug de bus in) georganiseerd werd ontstonden nieuwe actie-groepen. Breek Atoomketen Nederland (BAN) bereidde in het geheim geweldloze acties voor. BAN manifesteerde zich herhaaldelijk voor de poort van Dodewaard en was ook actief bij andere kernenergie-objecten. Een andere groep organiseerde massale meerdaagse acties in oktober 1980 en september 1981. De laatste eindigde in een sfeer van intimidatie en gewelddadige confrontaties, waardoor de blokkades beëindigd werden. Dit waren de hoogtijdagen van de anti-kernenergiebeweging in Nederland. Er werden in vele plaatselijke groepen en in landelijk verband acties voorbereid. Deze groepen probeerden ook nieuwe vormen van organisatie- en besluitvorming te zoeken die niet gericht waren op hiërarchie maar op gelijkwaardigheid. De publieke opinie ten opzichte van kernenergie veranderde snel. Steeds meer politieke partijen en plaatselijke groeperingen spraken zich uit tegen kernenergie.

J. Gevers Leuven uit Voorschoten, arts-onderzoeker en lid van de Nederlandse Vereniging voor Medische Polemologie, voor Gezondheidszorg en Vredesvraagstukken (NVMP), heeft zich verdiept in de kernenergieproblematiek. Op dit moment is hij samen met een huisarts een brochure aan het schrijven over de gevaren van plutonium. De brochure heet 'Plutonium voor iedereen'. Het doel van de brochure is om de leek informatie te geven over alle aspecten van plutonium. Er wordt in uitgelegd hoe plutonium werkt en met name wat de risico's voor de gezondheid zijn. Gevers Leuven: "We willen met deze publicatie iedereen duidelijk maken hoe een en ander werkt. Je hoeft niet eerst medicijnen gestudeerd te hebben om het te begrijpen. Artsen moeten bij uitstek dingen die de patiënt en zijn lijf aangaat zo duidelijk mogelijk en bloedeerlijk kunnen uitleggen. Vanuit mijn eed als arts, de eed van Hippocrates, is het mijn plicht mensen verre te houden van alles wat ongezond en schadelijk is. Wij van de NVMP vinden dan ook dat de atoombom immoreel is: het is immers een massa-vernietigingswapen. We stellen het op één lijn met biologische en chemische wapens, evenals landmijnen. Deze wapens worden zonder aanzien des persoons ingezet en veroorzaken schade en veelal ongeneeslijke ziekten. Plutonium wordt uit kernafval verwijderd en men kan er elektriciteit mee opwekken. Het is echter ook geschikt voor de fabricage van atoombommen en is na inademing zeer kankerverwekkend in de longen. Daar zijn wij razend over. Als artsen is het onze plicht daartegen in verzet te komen.

Mijn eigen betrokkenheid bij de anti-kernenergiebeweging is niet via acties gegaan. Van jongs af aan had ik al interesse voor energie. Vanaf 1978 zat ik in het Energie Comité Leiden. We hielden ons toen bezig met zonnepanelen, stadsverwarming en dergelijke. Bij kernenergie kreeg ik het idee dat ik voor de gek gehouden werd. En ik kan heel slecht tegen kleine leugentjes. Oorspronkelijk geloofde ik er nog een beetje in. Maar collega-artsen begonnen aan mij te trekken. Die cijfers over fall-out en straling, daar schrok ik van. Ik ben niet bij de acties begin jaren tachtig betrokken geweest. Daar ben ik ook het type helemaal niet voor. Ik doe de gentleman-aanpak: ik heb posters gemaakt, schrijf brieven en op een hele precieze manier publiceer ik feiten over kernenergie. De pro-kernenergielobby is heel precies, dus moeten wij dat ook zijn. We moeten alle feiten zeker weten, anders slaan ze je daar mee om de oren. Wel was ik vorig jaar aanwezig bij een Greenpeace-actie bij Dodewaard. Het afval van die kerncentrale wordt naar Engeland gebracht, naar de afwerkingsfabriek Sellafield (vroeger: Windscale) aan de Ierse Zee. Daar wordt kernafval chemisch bewerkt, een proces dat vervuilend, peperduur en volstrekt achterhaald is. Erger nog, Engeland heeft de capaciteit uitgebreid. De Ierse Zee is al enorm vervuild, daar komen de lozingen van de uitbreiding nog bij. Het NVMP helpt Greenpeace op medisch vlak en achter de schermen."

Kernenergie schoon en veilig?

De kernenergielobby doet nieuwe pogingen om bij de Nederlandse bevolking kernenergie aan te prijzen. Men beweert nu dat er zogenaamde inherent veilige centrales en schone reactoren gebouwd kunnen worden. Ook zou kernenergie een goed middel zijn tegen het broeikaseffect. Maar al deze argumenten zijn schone schijn. Het is onmogelijk om ongelukken uit te sluiten. Verkeerde handelingen van mensen zijn altijd mogelijk.

De opwekking van kernenergie is maar een klein onderdeel van de hele nucleaire keten. Deze keten begint met de winning van 'natuurlijk' uranium en eindigt met de opslag van hoog-radioactief afval. De stappen die daartussen plaatsvinden gaan gepaard met veel transporten van de ene naar de andere fabriek en de opslag van grote hoeveelheden afval. Al deze stappen zijn vervuilend. Ze brengen grote risico's met zich mee voor het milieu en de volksgezondheid.

Uranium is een natuurlijk product dat met name voorkomt in Niger, Canada, Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Australië. De uraniummijnbouw heeft enorme gevolgen voor de omwonenden, de mijnwerkers en het milieu. Uit 1000 kilo uranium-erts kan hooguit 500 gram uranium vrijgemaakt worden. De rest is radioactief afval. De radioactieve stof verwaait en er komt radongas vrij, hetgeen gevaar voor de gezondheid oplevert. Grond- en oppervlaktewater worden vergiftigd. Ook de leefwijze van de (inheemse) bevolking wordt aangetast en het landschap verandert in een woestenij. En voor de winning van uranium is veel energie nodig.

Uranium dat in de natuur voorkomt bestaat uit een mengeling van twee soorten: splijtbaar en niet-splijtbaar uranium. Maar 'helaas' is het splijtbare deel minder dan 1%. Na de winning wordt het 'natuurlijke' uranium in een fabriek 'verrijkt': een deel van het niet-splijtbaar uranium wordt uit het mengsel gehaald zodat er meer splijtbaar-uranium overblijft. Vervolgens wordt dit verrijkte uranium in een andere fabriek samengeperst tot staven. In de kerncentrale wordt het verrijkte uranium gespleten en daar komt dan in de vorm van warmte en straling veel energie bij vrij. De staven raken na zo'n 3 jaar uitgewerkt. Omdat uranium schaars is wordt het 'hergebruikt'. De staven gaan daartoe naar een 'opwerkingsfabriek.' Daar haalt men het afval eruit. Dat bestaat onder meer uit plutonium. Na opwerking is het uranium wel vijf tot tien keer zo radioactief geworden. Het gaat dan via de verrijkingsfabriek weer naar de kerncentrale.

Ook het niet-splijtbaar uranium wordt gebruikt voor de opwekking van energie. Dat gebeurt in kerncentrales die 'kweekreactoren' worden genoemd. De processen in deze reactoren zijn uitermate moeilijk te beheersen. En dat is heel gevaarlijk omdat bij een ongeluk grote hoeveelheden zeer giftig plutonium (kunnen) vrijkomen.

Het spul wordt dus voortdurend rondgesleept. En bij elke stap blijft radioactief afval over. Plutonium is de gevaarlijkste van de afvalproducten. Het kan bovendien gebruikt worden voor kernbommen. De opslag van het radioactieve afval vormt na duizenden jaren nog steeds een probleem. Er zijn tientallen mogelijkheden geopperd, maar geen van allen bleek veilig genoeg of betaalbaar. Het kabinet heeft onlangs besloten om voorlopig geen radioactief afval in zogenaamde zoutkoepels diep in de grond op te bergen. Gelukkig. Maar het blijft onduidelijk wat er dan wel mee moet gebeuren.

Kernenergie is beslist ook geen oplossing voor het broeikaseffect. Het broeikaseffect ontstaat door de verbranding van fossiele brandstoffen (zoals aardolie) waardoor enorme hoeveelheden CO2 uitgestoten worden. Als heel de wereld volgezet zou worden met kerncentrales, dan zouden er nog andere manieren van energieopwekking nodig zijn om aan onze huidige consumptie tegemoet te kunnen komen. Technisch gezien is het trouwens niet mogelijk zoveel centrales te bouwen vóórdat de fossiele brandstoffen op zijn. Daar ontberen we de kennis en het geld voor. Voor kernenergie zijn echter grote hoeveelheden uranium nodig en die zijn er niet. Het uranium is waarschijnlijk eerder op dan de olie. Verder brengt kernenergie zoals gezegd enorme risiko's met zich mee voor de mens en het milieu. Oplossingen moeten wat ons betreft gezocht worden in een vermindering van het gebruik van energie en in alternatieven zoals zonne en windenergie. Die zijn goedkoper, ongevaarlijk en hebben een CO2-uitstoot van bijna nul.

De Nederlandse en Leidse situatie

In Nederland staan twee kerncentrales die bestemd zijn voor de opwekking van elektriciteit, in Borssele en in Dodewaard. Daarnaast staat er in Almelo een uraniumverrijkingsfabriek. Tot slot zijn er twee reactoren voor onderzoek in Petten (Noord-Holland) en één in Delft. Sinds 1992 wordt bij de kerncentrale van Borssele laag- en middelradioactief afval opgeslagen.

Als er een ramp in een kerninstallatie plaatsvindt waarbij radioactieve stoffen ontsnappen dan heeft dat grote gevolgen voor de mens en zijn omgeving. Straling heeft een verwoestend effect op het menselijk lichaam. Op een hele directe manier omdat er cellen afsterven of zich onnatuurlijk gaan delen zodat er kanker ontstaat. Indirect beschadigt straling erfelijk materiaal in de geslachtsorganen waardoor erfelijke afwijkingen in volgende generaties optreden. Er zijn op de wereld diverse sterk radioactief besmette gebieden. Maar het is vaak onmogelijk om onderzoek in deze gebieden te doen omdat de autoriteiten tegenwerken en alles geheim willen houden. Bovendien zijn doden ten gevolge van later optredende kanker en genetische schade in volgende generaties moeilijk in kaart te brengen en direct in verband te brengen met een ongeluk. Over Tsjernobyl zijn echter harde uitspraken gedaan: honderdduizenden mensen zullen de komende decennia sterven ten gevolge van de kernramp in Rusland. Voor Nederland wordt uitgegaan van 100 extra kankerdoden ten gevolge van Tsjernobyl. Daarnaast is het zo dat direct na een ongeluk met kernmateriaal heel veel mensen geëvacueerd moeten worden en vele vierkante kilometers tot onbewoonbaar gebied verklaard worden. De milieuschade en het menselijk leed is aldus enorm.

Het is mogelijk dat er in Borsele iets dergelijks als in Tsjernobyl gebeurt. Ook kan er tijdens het transport van afval van bijvoorbeeld Petten naar Borsele iets gebeuren. Dat transport gaat ook door de Leidse regio.

Gevers Leuven: "Er zullen uiteraard na een ramp allerlei voedselvoorschriften komen. Maar er zal niet veel meer kanker in de regio geregistreerd worden, ook niet over 20 of 30 jaar. Er komt namelijk van nature al veel kanker voor. Er is geen dokter die kan bewijzen dat bijvoorbeeld leukemie bij kinderen een gevolg is van die ramp. Je kunt wél zeggen "Het is verdomd toevallig!". Wat je ziet is dat er veel haat en woede bij de bevolking komt. De overheid en de medische wereld zullen proberen dat te sussen maar het vertrouwen is weg. Ik heb bij Dodewaard, Sellafield en Mol (België) met moeders van kinderen met leukemie gesproken. Velen zijn overtuigd dat er wel degelijk een relatie is terwijl het medisch niet aan te tonen is. Ik vind het moeilijk dit verhaal tegen die moeders te zeggen. Die mensen durven hun kinderen niet meer buiten te laten spelen. Het psychologische effect is vele malen groter dan het fysieke."

Aan de Leidse universiteit wordt er al jaren onderzoek gedaan naar hoe mensen ten opzichte van kernenergie staan. Door middel van een enquete worden jaarlijks de meningen, associaties en houding (dat noemen ze de 'attitude') van studenten ten opzichte van kernenergie in kaart gebracht. Dit onderzoek zal hoogstwaarschijnlijk door de overheid gebruikt worden om de psychologische weerstand tegen kernenergie doeltreffend te kunnen ondervangen. De onderzoekers trachten nu na te gaan hoe attitudes ten opzichte van kernenergie veranderd kunnen worden. Gevers Leuven: "Eigenlijk ben je dan als onderzoeker bevooroordeeld bezig. Men doet het verzet tegen kernenergie af als 'radiofobie', alsof er sprake is van een onnatuurlijke angst voor kernenergie. Maar kernenergie is oneerlijk. Het besluipt je. Je hebt er niet zélf voor gekozen om bepaalde risico's te lopen. We wéten toch dat kernenergie schadelijk kan zijn. Ik word daar zo razend om."

Enkele maanden geleden kwam Stichting LAKA (landelijk dokumentatie- en onderzoekscentrum op het gebied van kernenergie en het verzet ertegen) met een persbericht dat het verongelukte vliegtuig in de Bijlmer verarmd uranium bevatte als tegengewicht. (Er zit bijvoorbeeld in elke Boeing 747 wel 1500 kg uranium verwerkt) Bij enorme verhitting door brand, zoals bij de Bijlmerramp, wordt het uranium omgezet in uraniumoxyde wat bij inademing of inslikking van stofdeeltjes bijvoorbeeld niervergiftiging veroorzaakt. Daarnaast heeft het gevolgen voor het milieu. Van overheidswege is in eerste instantie getracht dit feit in de doofpot te stoppen. Toen het niet meer te ontkennen viel werden de gezondheidsrisiko's gebagatelliseerd. Een van de aanvliegroutes naar Schiphol gaat over de Leidse Merenwijk. Gevers Leuven hierover: "Uranium zelf is een natuurproduct en zeer weinig radioactief. Als je uranium tot je krijgt dan ga je eerder dood aan de metalen deeltjes dan aan de radioactiviteit. Persoonlijk houd ik me liever bezig met hoog radioactief afval, zoals plutonium, en niet met laag radioactief afval. Ik vind dat de discussie verdunnen." Anderen, zoals de al eerder genoemde LAKA, buurtbewoners en De Groenen zijn daarentegen wel druk bezig om de feiten over deze affaire boven tafel te krijgen.

Sterke lobby vindt bij overheid gehoor

De ministeries van Economische Zaken en van Milieubeheer wringen zich al jaren in allerlei bochten om de kerncentrales open te houden. In 1988 besloot de Gemeenschappelijke Kerncentrale Nederland (GKN) één grote nieuwe vergunning voor alle activiteiten tegelijk aan te vragen, in plaats van voor iedere deelactiviteit een aparte vergunning. De regering gaf deze vergunning snel af. De Raad van State besloot deze vergunning in mei 1992 te vernietigen omdat de aanvraag niet ter inzage had gelegen en de inspraakmogelijkheid is hierdoor werd vermeden. Daarnaast was de vergunning gebaseerd op veiligheidsregels die zo'n 20 jaar oud waren. In afwachting van een nieuwe vergunning is echter wel besloten dat Dodewaard in de tussentijd door mag draaien. Het is echter bij wet verboden om illegale praktijken door de vingers te zien. De behandeling van een nieuwe vergunning zal enkele jaren duren en tot die tijd draait Dodewaard eigenlijk illegaal. Iets dergelijks is ook gebeurd met een vergunning voor de Urenco-fabriek in Almelo die verrijkt uranium produceert. Een vergunning om 3500 ton per jaar te produceren werd in 1991 ingetrokken omdat ook hiervoor niet de juiste procedure gevolgd was. Op 7 maart echter heeft Urenco een gedoogbeschikking gekregen. Urenco kan met deze beschikking 1500 ton verrijkt uranium op jaarbasis produceren.

Uit het gerommel met (gedoog-)vergunningen en noodwetjes blijkt dat de overheid de wet zodanig toepast dat het in haar straatje te pas komt. Bovengenoemde voorbeelden zijn kenmerkend voor hoe de Nederlandse overheid omgaat met kernenergie. Gevers Leuven: "Er waren speciale wetten nodig om kernenergie in Nederland te introduceren. De activiteiten rond kernenergie in Nederland zijn zogenaamd normale civiele activiteiten. Maar je kunt je er niet tegen verzekeren zoals bijvoorbeeld tegen schade ten gevolge van brand of inbraak. Ik heb zelf geprobeerd me te verzekeren tegen de gevolgen van een kernramp. Dat kon helemaal niet. De verzekerings-instantie wilde echter niet zeggen dat er dan klaarblijkelijk iets mis is met kernenergie. De schijn van normaliteit moet opgehouden worden."

Democratie of politiestaat

Een van de argumenten tegen alle activiteiten rond kernenergie is dat het een politiestaat zou vereisen. Zowel de installaties als het transport moeten bewaakt worden. Ten eerste omdat een ongeluk mens en milieu in gevaar brengt. Maar vooral ook omdat er sabottage of diefstal kan plaatsvinden. Gevers Leuven: "Als plutonium eenmaal gescheiden is van de rest van het kernafval kan het makkelijk vervoerd worden. Je kunt het gewoon vasthouden. Er is geen gevaar voor de gezondheid zolang het niet in het lichaam komt, bijvoorbeeld door inademing. Het wordt daarmee een object voor diefstal of sabotage. Het kan makkelijk meegenomen worden in een koffertje en verhandeld worden aan een bevriende mogendheid of voor terroristische doeleinden gebruikt worden. Plutonium moet volgens ons dan ook in kernafval blijven zitten. Ik begrijp dat standpunt over die politiestaat wel. Als je terrorismegevoelige activiteiten in je land toestaat heb je een sterke binnenlandse veiligheidsdienst nodig. Je zou zo ver kunnen gaan dat de pro-kernenergielobby een deel van de veiligheidsdienst moet bekostigen. Maar zelf vind ik niet dat Nederland een politiestaat is."

De uitgewerkte splijtstaven van Borssele en Dodewaard worden in respectievelijk Sellafield en La Hague (Frankrijk) 'opgewerkt'. Daar wordt dus het kernafval eruit gehaald. Het opnieuw bruikbare uranium gaat dan terug naar de Nederlandse kerncentrales. Ook het kernafval komt de komende jaren naar Nederland terug. Maar niet in zijn geheel. Hoogstwaarschijnlijk is een deel van het plutonium eruit gehaald. Gevers Leuven: "Daar balen wij enorm van. Frankrijk en Engeland zijn atoommogendheden en kunnen dus van ons kernafval atoombommen maken. Nu zegt de Nederlandse regering dat die landen daar niks mee doen, maar wie gelooft er nu een atoommogendheid? Het getuigt van een naïef optimisme van de Nederlandse overheid. Wij zeggen: "Nee, over ons lijk!". Je moet dit soort dingen gewoon wantrouwen."

In de Verenigde Staten komen steeds meer schandalige feiten naar boven dat er willens en wetens mensen aan radioactiviteit zijn blootgesteld. Ook zijn er vele bovengrondse kernproeven gedaan, met name in de gebieden waar Indianen wonen. Gevers Leuven: "Ten gevolge van die bovengrondse kernproeven zijn er 0,02% extra kankergevallen geconstateerd. Dat lijkt weinig maar wereldwijd zijn dat zo'n 430.000 mensen. Het menselijke leed is enorm. Toch heb ik nog wel wat optimisme ten aanzien van de Nederlandse overheid. Ik ben tegen kernenergie en dus ook tegen de uitbreiding ervan. Het beperkt ieders vrijheid. Het antwoord daarop is dat je moet blijven strijden. Kernenergie is een schijnoplossing. Het is geen oplossing voor het broeikaseffect. Als we al die miljarden in zonne-energie hadden gestoken dan waren alle daken nu bedekt geweest met fotovoltaïsche cellen. Ik denk dat we daar nog steeds tijd voor hebben. En ik denk ook dat kernenergie tegen te houden is. Ik ben geen doemdenker. Ik schrijf erover, jullie zetten het in De Peueraar. Als wij in staat zijn de boodschap over te brengen, heel simpel en duidelijk, dan heb ik er vertrouwen in. Er is maar één ding vereist: schrijven, acties voeren en lezingen houden. Je weet nooit wat het oplevert. Ik ben van het soort dat het niet kan laten."

Bronnen:

Terug