De Peueraar 45, mei 1994

Auteur: Gerrit de Wit en Harry Westerink


Een wijk in de knel?

Gesprek met de "burgemeester van Leiden-Noord"

Leiden-Noord is een wijk waar al jarenlang verbeten gevochten wordt voor betere leefomstandigheden. Leiden-Noord bestaat uit het Noorderkwartier en de Kooi. Twee kleinere wijken, Groenoord en de Zeeheldenwijk, worden dikwijls ook tot Leiden-Noord gerekend. De huizen waren wat jaartjes geleden flink verpauperd, het analfabetisme in de wijk was relatief hoog, en veel mensen leven aan de onderkant van de samenleving. We spraken met Ome Joop Vervoorn, een man die al tientallen jaren strijdt voor betere leefomstandigheden in de wijk. Ome Joop heeft veel aanzien. Hij wordt ook wel de burgermeester van Leiden-Noord genoemd. Tevens werkte hij mee aan de manifestatie 'Leiden voor iedereen'.

Voordat we aan het gesprek begonnen, gebeurde het volgende. Aangekomen bij het huis van Ome Joop kregen we het aan de stok met een jongen uit de buurt. Blijkbaar verdacht hij ons van slechte bedoelingen. Hij dreigde dat zijn vader, naar wat later bleek een grote, brede beer, onze benen wel even zou breken als we Ome Joop lastig zouden vallen. Geïntimideerd stapten we bij Ome Joop naar binnen, alwaar we het interview begonnen. De jongen zou nog meerdere malen tijdens het gesprek binnenvallen om ons in de gaten te houden en toe te fluisteren dat we op moesten passen.

Over buurtstrijd

Ome Joop is in Leiden in de Mors geboren. Van zijn zestiende tot z'n zesentwintigste woonde hij in Rijswijk. Tijdens de oorlog verhuisde hij naar Leiden-Noord. Om precies te zijn, naar Groenoord. Ome Joop: "In de oorlog zijn nog een tiental huizen vernietigd door bombardementen. Leiden-Noord verviel na de oorlog zienderogen. Zelfs aan de in de oorlog vernietigde huizen werd tot voor vijf jaar na de oorlog niets gedaan. Dit kwam omdat de rest van Leiden vond dat Leiden-Noord niet zo belangrijk was. Wij kwamen pas als laatste aan de beurt wat het renoveren en opknappen betreft.

Leiden-Noord was in die tijd al een echte arbeiderswijk. Er waren woningen, wat hoekwinkeltjes en dat was het. Verder waren er geen voorzieningen. Het Noorderkwartier was met name een katholieke en een protestantse arbeidersbuurt. Politiek gezien waren de KVP, CHU en AR (de voorlopers van het CDA) de meest geliefde partijen. De Kooi daarentegen was zo rood als een kroot. Een echte rooie arbeidersbuurt dus.

Begin jaren '70 zag Leiden-Noord er nog steeds vervallen uit. De woningbouwverenigingen en de gemeente hadden nog weinig aan de wijk opgeknapt. Tevens hadden bewoners van de wijk problemen met een woningbouwvereniging. Een aantal jaar hadden mensen geen huurverhoging betaald. De mensen weigerden dit gewoon. Een echte huurstaking dus. Op een gegeven moment moesten we als wijk hier iets mee. Toen kwam opeens het KEN in de wijk aanzetten. Dat was de Kommunistische Eenheidspartij Nederland. Zij riepen alle bewoners op om onder hun hoede te komen tot een actiegroepering die af zou moeten dwingen dat huurverhogingen afgeblazen werden. Met het KEN ging het prachtig. "Jongens, we gaan es praten met het bestuur van de woningstichting", zeiden de actieve buurtbewoners. "Nee, daar praten we niet mee", zei het KEN dan. "Dat zijn vijanden van de buurt", aldus het KEN. "Nou dan zullen we eens met de gemeente gaan praten." Dat mocht ook niet van het KEN. Dat waren ook de vijanden van de buurt. Iedereen met wie we wilden praten waren volgens het KEN vijanden van de buurt. We praatten alleen maar met elkaar, verder gebeurde er geen bal. Op een gegeven moment hadden we met vier buurtbewoners toch maar eens contact gezocht met het bestuur van de woningbouwvereniging. Prompt werden we door de KEN-jongens geroyeerd. Toen zijn we met alle buurtbewoners uit dit actiecomité gestapt, en we hebben meteen een nieuwe opgericht. Nu konden we wel met de gemeente en de woningbouwverenigingen praten. De woningbouwvereniging zat inmiddels niet op haar gat. Zij gingen de deuren vernieuwen. Nadat de eerste deur erin zat, eisten ze een huurverhoging van 9%. Toen zeiden wij namens de bewoners van 164 woningen: "Goed, daar willen we wel over praten, maar dan moeten eerste alle deuren erin gezet zijn." Uiteindelijk, na tot diep in de nacht gepraat te hebben, gingen wij akkoord met die 9%, maar de achterstallige huurverhogingen van 10% werden kwijtgescholden, de woningbouw ging door de knieën.

We hadden dus een beetje succes en dat zagen de bewoners van aangrenzende wijken. Zij gingen zich toen verenigingen in comité's, verenigingen, etc. In samenwerking met hen gingen we ook de nieuwe huurverhogingen aanvechten. Zelfs in Den Haag merkten ze dat we redelijk succesvol te werk gingen. De toenmalige minister, Marcel van Dam, kwam zelf kijken in de wijk. Hij bekeek een aantal woningen en zei: "Zolang er niets aan die woningen gebeurt, worden de huren niet verhoogd." Toen werden we meteen gebombardeerd tot wijkcomité van de hele buurt."

Renovaties in de wijk

De wijk was nu wel tevreden met de huur. Maar de problemen waren nog niet opgelost. Integendeel. Ome Joop: "Over de huur waren we het toen wel eens. Maar we waren er nog niet. We vonden dat er gerenoveerd moest worden. Wij kwamen hiertoe met een concreet plan. Dit zou ƒ 37.500 gulden per woning kosten. Volgens het ministerie kon de renovatie niet doorgaan, want dit bedrag was volgens het normbedrag ƒ 5000,- te duur. Toen heb ik de toenmalige staatssecretaris Jan Schaeffer zelf opgebeld. "Kom dat zelf maar aan de wijk uitleggen", zei ik. En dat deed hij. Onder druk van wijkbewoners ging hij toch akkoord. De gerenoveerde woningen moesten weer 25 jaar meegaan. Dat hebben ze nooit gered, sommige huizen zien er nu weer slecht uit.

Na de renovatie kregen we lui van de gemeente en de woningbouwvereniging die zeiden: "Tsjoh, dat hebben we toch maar weer mooi gefikst hè! Wat is die wijk toch weer opgeknapt." En op een bepaalde manier was dat ook zo. Maar er was natuurlijk nog wel iets anders aan de hand. Er waren namelijk 10% analfabeten in de wijk en de doorstroming naar vervolgonderwijs was maar 5%. Door deze situatie was Leiden-Noord ook de buurt van de lage lonen. Hiervoor hebben de buurtbewoners zelf huiswerkklassen, huiswerkbegeleidingsdiensten en ouders-op-herhaling uitgevonden. Die projecten draaiden allemaal op vrijwilligers. Eind jaren '70 was het analfabetisme teruggelopen tot 5%. Na taaie gevechten kwamen later ook een onderwijswinkel, voorzieningen voor ouderen en wat culturele activiteiten. De voorzieningen werden dus door de jaren heen beter in de wijk.

Migranten in Leiden-Noord

In de jaren '70 kwamen meer en meer migranten in de wijk wonen. In Leiden-Noord wonen nu mensen van twintig verschillende nationaliteiten. Ome Joop: "Nu konden we weer opnieuw beginnen. Deze mensen konden heel slecht Nederlands. Op een gegeven moment was het analfabetisme weer 10%. Voor deze mensen werden ook voorzieningen opgezet. Het is altijd zo geweest dat veel migranten in het Noorderkwartier gezet werden. Maar het is wel zo dat de woningen in deze buurt altijd relatief goedkoop waren. En die migranten kregen niet zoveel geld, dus... Op dit moment is 15% van de mensen in de wijk migrant. Tussen de allochtonen en de autochtonen in de wijk zijn er niet zoveel spanningen. Af en toe zijn er wel wat kleine ruzietjes, waarbij de één de andere uitmaakt voor 'zwarte', en de ander de één weer uitmaakt voor kaaskop. Maar dat is geen bewijs voor echt racisme. Er wordt in de wijk wel geregeld gezegd dat migranten de huizen en de baantjes inpikken. Nooit vertellen ze daarbij dat de blanke mens nooit de handen vuil wilde maken aan de baantjes waarin migranten nu werken. Af en toe kom ik wel eens van die mensen tegen die lopen te kankeren. En dan zeg ik: "Ja, maar jij hebt toch ook een Turk naast je wonen!?" Het antwoord is dan: "Maar dat is een goeie". En dan ga ik controleren, hè. In de Van Hogendorpstraat woont een Turkse vrouw. En die veegt elke dag haar stoep en ook die van twee oude vrouwen naast haar. Ook is het zo dat de oudere migrantenvrouwen in de wijk vaak geen of slechts Nederlands kunnen. Maar hun kinderen kunnen vaak wel drie talen, inclusief de Nederlandse. Vroeger kon je aan de inrichting van huizen ook zien of daar migranten woonden. Tegenwoordig zie je dat verschil niet meer. En dat noem ik integratie! En er moet dus ook niet gezegd worden dat migranten niet integreren. Je moet er wel wat geduld voor hebben. In de wijk hebben we ook een islamitische slager wonen. In het begin kwam daar geen blanke Nederlander. Na verloop van tijd zag je er meer Nederlanders dan migranten. Het heeft gewoon z'n tijd nodig.

Toch valt vaak in de krant te lezen dat er veel spanningen zijn tussen migranten en autochtonen in deze wijk. Dat is erg overdreven. De kranten schrijven alleen maar op wat degenen met de grootste bek te vertellen hebben. De kankeraars dus. En die zullen nooit vertellen wat er wel goed in de wijk loopt."

Extreem-rechts in de wijk

Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen scoorde de CD en CP'86 erg goed in Leiden-Noord. Het verhaal houdt dus blijkbaar niet op bij een aantal 'kankeraars'. De Peueraar heeft door de verkiezingsuitslagen het idee dat er meer racisme in de buurt is dan Ome Joop meent. Zo stemde in het Noorderkwartier ongeveer 17% van de mensen op deze partijen. In de Kooi stemde ongeveer 14% op deze partijen. Geen geringe scores, zou je zeggen. Ome Joop bagatelliseert (ten onrechte) deze score in het Noorderkwartier en daarmee het racistisch potentieel. Ome Joop: "Veel meer mensen in de Kooi dan in Noorderkwartier stemden op de CD en CP'86. Het wijkcomité de Kooi is veel minder vriendelijk tegen de allochtonen dan wij in het Noorderkwartier. En dat verschil merk je."

Wij vroegen aan Ome Joop of hij mensen van de CD in de wijk kent. Ome Joop: "Ik ken de twee lijsttrekkers. Dat zijn notoire WAO'ers. Maar ik spreek me nooit uit tegen de CD of Janmaat. Dat interesseert me geen bal. Ik wil daar geen woord aan vuil maken. Wat mij wel interesseert is het aan de orde stellen van de echte problemen in de wijk, en hier samen met anderen een oplossing voor zoeken. De problemen in de wijk vormen namelijk de voedingsbodem voor de opkomst van extreem-rechts."

Terug