De Peueraar 47/48, juli/augustus 1994

Auteur: Gerrit de Wit


Trammelant op de Morsweg

De gemeente Leiden heeft een kort geding aangespannen tegen de bewoners van de gekraakte huizen aan het eind van de Morsweg, ook wel Mors IV genoemd. Het kort geding vond op 16 juni plaats en de eis was ontruiming op grond van vermeende brandonveiligheid. Zestig mensen kunnen hiermee in één klap op straat gegooid worden. De gemeente kiest liever voor braakliggend terrein, aangezien de gemeente nog geen uitkoopregeling heeft weten te treffen met de laatste oorspronkelijke bewoner van het gekraakte rijtje. Tevens is er nog geen bestemmingsplan voor het terrein vastgesteld en zijn er nog geen bouwplannen van bouwmaatschappij Burgy die op die plek een kantoor zou willen bouwen.

In oktober 1990 werd het eerste huis aan de Morsweg gekraakt. In de loop der jaren zijn er nog elf huizen in gebruik genomen. In deze tijd hebben de bewoners veel tegenwerking ondervonden van de gemeente en het EWR. De gemeente wil deze panden laten ontruimen op grond van zogenaamde brandonveiligheid. De brandonveiligheid zou volgens de brandweer, in opdracht van de gemeente, veroorzaakt worden door de slechte staat waarin de panden verkeren. De gemeente vertelt hier niet bij dat zij zelf de panden van binnenuit had gesloopt, voordat de krakers erin trokken. In het rapport van de gemeente en brandweer worden de meest absurde argumenten aangehaald om de Morsweg te laten ontruimen. Een argument is dat niet ieder kraakpand over een telefoon beschikt. Hierdoor kan in geval van brand niet direkt de brandweer gebeld worden, aldus de gemeente. Het is wel dezelfde gemeente die half juni de PTT de opdracht gaf om de telefoon van één van de bewoners zonder aanwijsbare reden af te sluiten. De gemeente is in deze grof buiten haar boekje gegaan. Ze heeft het recht helemaal niet om de telefoon van een particulier af te laten sluiten. Laat staan dat de PTT aan dit soort vuile praktijken haar medewerking mag verlenen. Na protesten van de kant van de bewoner is de afsluiting weer ongedaan gemaakt.

Een ander argument in de dagvaarding is de volgende: "De hoeveelheid huisraad en kleding en dergelijke is veel meer dan normaal in een woning wordt geacht waardoor de vuurbelasting aanzienlijk wordt verhoogd." Het is duidelijk dat de gemeente zich in de meest wrange bochten heeft gewrongen om de panden maar te laten ontruimen.

Het trieste is nog wel dat de krakers geen kans geboden word om de panden brandveilig te maken, om verandering in de situatie aan te brengen. Het brandweerrapport had juist adviezen moeten bevatten.

Met name wethouder Van Rij zit achter de wens om de panden te laten ontruimen. Van Rij was ook degene die met de ontruiming en sloop van de panden wilde wachten tot de nieuwbouw voor bedrijven op die plaats daadwerkelijk van start kon gaan. "Want om daar enige jaren grond braak te laten liggen, daar zie ik niet zo veel in", aldus Van Rij in het Leidsch Dagblad van 29 juli 1993. Van Rij loog dus.

Sensatieverhalen

Het zondagsblad "Het op zondag", zoals altijd op zoek naar een sensatieverhaal, schreef kort geleden over de kraakpanden. De panden zouden een grote aantrekkingskracht hebben op vele buitenlandse jongeren die op zoek zijn naar drugs, chaos en houseparty's. De bewoners zouden allemaal onhygiënisch zijn. Het Kraakspreekuur Leiden maakte zich kwaad over het generaliserende stuk en schreef de volgende brief naar de krant die overigens niet geplaatst is in "Het op zondag":

"Aan de redactie,

Op 22 mei 1994 verscheen in uw blad een artikel onder de kop "Leiden als vrijstaat?". De inhoud van dit stuk is van een dergelijk schokkende aard dat wij ons genoodzaakt zien hierop te reageren.

In onze opinie, waarin niemand ons ooit heeft tegengesproken, hoort het bij goede journalistiek dat men gegevens in een artikel, voor publicatie, op juistheid controleert. Deze usance is ontstaan uit het besef dat onjuistheden onterecht schade kunnen toebrengen aan personen die op deze wijze in de publiciteit komen. Het onderhavige artikel is een duidelijk voorbeeld van hoe het niet moet.

Ten eerste worden de krakers in Leiden als één groep behandeld. Uit het stuk valt af te leiden dat de journalist een bezoek heeft gebracht aan de groep gekraakte panden, die bekend staan als Mors IV. Naar aanleiding hiervan, meent hij niet alleen te kunnen verhalen over de "gevaarlijke" omstandigheden in de panden, maar tevens vergelijkingen te kunnen rechtvaardigen met het voormalige gekraakte zogenaamde Parmentiercomplex. Een vergelijking die als vanzelfsprekend negatief uitvalt voor de Mors IV bewoners. Welnu, krakers al over den lande hebben één ding gemeen: zij nemen ongebruikte ruimte in gebruik, hetzij voor bewoning, danwel om diverse activiteiten te kunnen realiseren die via het officiële circuit nauwelijks of onder onacceptabele voorwaarden mogelijk zijn. Men denke hierbij bijvoorbeeld aan cultureel centrum De X op de Haarlemmerstraat, het kunstcentrum aan de Haagweg, of de voormalige Brill-drukkerij op de Oude Rijn. Voor de rest zijn krakers net zo'n gedifferentieerd gezelschap als de rest van de bevolking. Ook hier ziet men zowel werkenden als werkelozen, studenten als scholieren, Nederlanders als buitenlanders. En al die mensen wonen in een typisch gekraakte huizenrij en gewoon naast elkaar en zelfs door elkaar heen. Waarschijnlijk net als bij u in de straat. Dezen te generaliseren doet evenzeer recht aan de werkelijkheid als te stellen dat alle Hollanders op klompen lopen, in molens wonen en alleen kaas eten. Laten we wel wezen, er zijn natuurlijk krakers die het niet zo nauw nemen met de hygiëne, maar om dit te projecteren op de hele groep betrokkenen, is niet terecht.

Ten tweede wordt er gesugereerd dat er krakers van buitenlandse afkomst zijn die aangetrokken zijn door het zachte drugsbeleid. Afgezien van het feit dat het Nederlandse drugsbeleid in de ons omringende landen met welwillende interesse wordt bekeken, is dit geenszins een volledige uitleg voor de aanwezigheid van niet alleen Engelsen, maar ook Schotten en Ieren. Eerder zou een verklaring kunnen worden gevonden in de economie aldaar die na meer dan een decennium Thatcherisme zodanig uitzichtloos is geworden dat mensen zich gedwongen zien om in het buitenland hun heil te zoeken en te proberen daar aan het werk te komen. Dat deze, in onze ogen economische vluchtelingen, hier in 'onze' bollenstreek arbeid verrichten waar de meeste Nederlanders niet aan wensen te beginnen, wordt door u nergens vermeld. Ten derde is er geen aandacht besteed aan de positieve dingen die de krakers hebben bereikt. Vooral werd woonruimte gecreërd voor minstig zestig mensen. Dit ondanks een beleid van de gemeente dat er op gericht lijkt huizen liever leeg te laten staan dan een bijdrage te leveren aan het oplossen van de kamer- en woningnood, door huizen tijdelijk te verhuren of in gebruik te geven tegen schappelijke vergoedingen. Hetgeen zich uit in actieve sabotage door het onklaar maken van woningen. Waarna men een gotspe begaat door deze gang van zaken vol trots in 'Het op zondag' te presenteren alsof er een probleem zou zijn opgelost.

De onhygiënische toestanden die u meent te signaleren als gevolg van het gemis aan aansluitingen op het drinkwaternet kunnen niet aan de bewoners worden verweten. Immers, het Energiebedrijf Rijnland blijkt er ook een apart beleid voor krakers op na te houden waarin deze mensen behandeld worden als wanbetalers. De gevolgen zijn aansluitvoorwaarden waar mensen nooit redelijkerwijs aan kunnen voldoen en hoge aansluitkosten. Als men serieus begaan is met het verbeteren van de woonomstandigheden op de Mors IV ware het beter het EWR te bekritiseren dan diegene die op de betrokken plaatsen wonen.

Tenslotte zouden krakers binnen hun panden een vrijstaat scheppen waar andere wetten heersen dan op straat. Dit is net zozeer waar als dat de gemiddelde burger in zijn huis een vrijstaat heeft. De manier waarop mensen thuis, dat wil zeggen in hun eigen huiselijke beslotenheid, met elkaar omgaan valt geheel onder hun eigen privacy. Hiervoor is zelfs speciale wetgeving ingevoerd. Het feit dat er op sommige plaatsen wordt getracht om op een alternatieve manier met elkaar om te gaan, pleit wat ons betreft voor hen. Daarentegen mag u het afkeuren omdat u op een andere manier wenst te leven. In geen geval is het te rechtvaardigen dat het in de krant duidelijk als negatief argument wordt gebruikt. Generalisaties en kwalificaties als in het artikel uiting vindt, zijn bijzonder gevaarlijk. Niet alleen zijn zij symptomen van een onacceptabel nationalisme, maar tevens kan het aanleiding zijn tot rampzalige ontwikkelingen als (het stemmen op) fascistische groeperingen. Voor een krant die zichzelf en de journalistiek serieus neemt zou het in deze situatie onontkoombaar zijn om op het artikel terug te komen en een beter beeld te scheppen van de kraakbeweging in al haar facetten."

Tot zover de brief van het Kraakspreekuur Leiden.

Oplopende spanningen

Ondanks de tegenwerking van de pers en het beleid van de gemeente om krakers tegen te werken, moet gezegd worden dat het de laatste maanden een zooitje is op de Morsweg. Dit is met name veroorzaakt door de komst van een dealer in één van de panden. Sinds die tijd vliegen er ruiten uit de sponningen en vinden er vechtpartijen plaats. De krakers zijn zelf niet blij met de komst van de dealers. De politie die van de dealers afwist, weigerde iets hiermee te doen. De problemen met de dealers en hun afnemers bereikten een hoogtepunt enige uren na het kort geding. Het pandje waarin een dealer woonde werd bestookt met een brandbom, waardoor het huis uitbrandde en ook de twee omliggende huizen niet meer bewoond kunnen worden. Niemand raakte hierbij gewond. De twee mannen die de brandbom gooiden, beiden uit de drugswereld, werden door de politie ongemoeid gelaten ondanks verklaringen van meerdere bewoners van de Morsweg. De politie vindt het blijkbaar geen probleem dat ze op deze manier van drie kraakpanden 'verlost' zijn.

Al met al zitten er nog steeds dealers op de Morsweg en wordt de woonsituatie er niet beter op. Of de bewoners moeten zelf het heft in handen nemen en het kleine groepje klerelijers de straat uitschoppen of, en het is een trieste constatering, de Morsweg moet maar ophouden te bestaan als de huidige problemen niet opgelost kunnen worden. Op 30 juni zal er uitspraak gedaan worden in het kort geding.

Terug