De Peueraar 49, september 1994

Auteur: Harry Westerink


Reclamecampagne voor het product Leiden

De zomer is alweer voorbij. De promotie van het product Leiden helaas niet. De toeristische sector krijgt handenvol geld toegeschoven om het imago van de stad te verbeteren. En niemand minder dan de toeristische attractie George Bush dreigt in 1995 naar Leiden te komen. De inheemse bevolking van de stad daarentegen moet de ene bezuiniging na de andere wegslikken. En de gemeentebelastingen rijzen de pan uit. Zijn toeristen belangrijker dan inwoners?

"Leiden Promotie krijgt steeds meer vorm!", juicht burgemeester Goekoop in het eerste nummer van de nieuwsbrief van Stichting Leiden Promotie. Deze enige tijd geleden opgerichte organisatie "heeft als doel de samenwerking te bevorderen tussen de wetenschappelijke, economische, toeristische en culturele sector om samen met de gemeente te werken aan promotie-activiteiten, die gericht zijn op het imago van de stad Leiden." De nieuwsbrief is, aldus de Stichting, "bedoeld om wat cement aan te brengen tussen de bouwstenen van Leiden Promotie". Dat zal me een prachtig bouwwerk worden. Goekoop, als altijd druk in de weer om op zijn eigen bekende wijze cement tussen zijn onderdanen aan te brengen, vertrouwt erop "dat u het werk van de Stichting Leiden Promotie wilt steunen en samen met ons de schouders wilt zetten onder de verbetering van het Leidse imago!" Nou, vergeet het maar, Goekoop. Ik heb, samen met vele anderen, geen enkel belang bij die miljoenen verslindende projecten die de stad Leiden moeten zien voort te stuwen in het concurrentieproces met andere West-Europese steden. Leiden is zo langzamerhand op weg om één groot museum en pretpark te worden. Ik ben dat gedoe spuugzat.

Grenzeloze promotie

Ga nu eens na wat zo'n man als Goekoop uitvreet om Leiden te verkopen aan de hoogstbiedende. Meneer spreekt tegenwoordig de teksten van heuse reclamespotjes in. Op Radio West kunnen deze spotjes tot het eind van het jaar zo'n 90 keer worden beluisterd. Onder het verrassende motto "Leiden, altijd wat te doen" is de burgervader vanaf juni 1994 bezig om Leiden op de radio te promoten "als een stad van kunst, cultuur en wetenschap waar altijd wel wat gebeurt". Dat zou je ook van mijn geboortedorp kunnen zeggen, of van willekeurig welk ander gehucht. Het reclameproject moet professioneel begeleid worden en dus geld kosten. Anders zijn 'we' ontevreden. Voor de productie van de spotjes is dan ook het bedrijf Castle Productions ingeschakeld. Hup, daar verdwijnen mijn en uw belastingcenten in de duistere spelonken van het bedrijfsleven.

En neem nu de nieuwe toeristische wegwijzers die in deze tijd in Leiden op allerlei plekken worden aangebracht. Mooi en vooral duur spul, hoor. Toeristen kunnen de weg in Leiden voortaan blindelings vinden. "De vormgeving van dit nieuwe systeem is afgestemd op het karakter van de historische binnenstad van Leiden, het is duidelijk herkenbaar en zichtbaar, en bestendig tegen vandalisme en weersinvloeden", aldus de nieuwsbrief van Stichting Leiden Promotie. Voor het ontwerpen van de borden heeft de gemeente weer een ander bedrijf in de arm genomen: het Bureau voor Industrial Design Ninaber-Peters-Krouwel. Een hele mond vol voor een drietal luitjes waarvan de laatste, Peter Krouwel, drie maanden lang heeft nagedacht en gepraat met een werkgroep van de gemeente. Aan de wens van de werkgroep is voldaan: Leiden heeft nu een wegwijzersysteem waarmee de stad te voorschijn kan komen. Daar mogen we met z'n allen best een beetje trots op zijn... Hopeloos verdwaalde menselijke consumptie-eenheden zullen dankzij de wegwijzers tot het verleden gaan behoren. Toeristen op het rechte pad brengen, dat mag best een bom duiten kosten. Want als het om het imago van de stad gaat, moet geld rollen.

Promotie kent geen grenzen. Bestuurders van grotere steden in de Randstad slaan elkaar om de oren met het ene cityplan na het andere prestigeproject. Het is uiteraard op zich een goede zaak als steden worden verbeterd en verfraaid. Die veranderingen moeten wel zoveel mogelijk in dienst staan van en rekening houden met de inwoners. Er is echter een omgekeerde ontwikkeling aan de gang. Stadsvernieuwing richt zich meer en meer op mensen die in andere steden wonen. Bestuurders van steden als Rotterdam, Den Haag, Leiden en Amsterdam zien zich gedwongen om het recreatief winkelende en toeristische publiek van elkaar af te troggelen. Dat geldt ook in internationaal verband. Zo neemt de concurrentie tussen steden en regio's in het Europa van de Eenwording toe. Toch kan men ook samenwerken, als de belangen en behoeften tenminste op één lijn zijn te krijgen. Dat is gelukt bij de vijf zogenaamd Oud-Hollandse steden Delft, Dordrecht, Gouda, Schiedam en Leiden. Deze steden gaan gezamenlijk het cultuur-historische toerisme bevorderen. Momenteel werkt een adviesbureau aan een marktontwikkelingsplan. Weggegooid geld, zei je? Welnee, het opzienbarende doel van de samenwerking is om het aantal bezoekers aan de vijf steden te vergroten. Waar hebben we dat meer gehoord? De bezoekers zullen zich kunnen vergapen aan nog meer blauw aardewerk, meer paardenmarkten, meer boerenbruiloften, meer optochten, meer klederdrachten en meer kermissen. Want Oud-Hollands kun je nooit genoeg zijn.

Promotie van Leiden overstijgt tijd en ruimte. In juli 1995 is het 375 jaar geleden dat de Pilgrim Fathers van Nederland naar Amerika vertrokken. De Pilgrim Fathers waren mensen die om godsdienstige redenen uit Engeland naar Nederland waren gevlucht. Een deel van hen verbleef van 1609 tot 1620 in Leiden. Later emigreerden de Pilgrim Fathers naar de Verenigde Staten waar zij en vele andere Europeanen na uitroeiing van de inheemse bevolking en invoering van de slavernij een nieuw bestaan opbouwden. Met bloed aan hun handen gaven de kolonisten en hun nakomelingen vorm aan een democratisch systeem dat we nu kennen als een tweepartijen-dictatuur van Democraten en Republikeinen. De Pilgrim Fathers hebben aan de wortels gestaan van de huidige fántástische Amerikaanse samenleving. Daar heeft Leiden dan toch maar mooi een aandeel in gehad, nietwaar? Om dit alles te vieren heeft een andere promotieclub, de Stichting Pilgrim Memorial Leiden, in 1995 een groot aantal activiteiten gepland. Ook heeft de Stichting het onzalige idee opgepakt om ex-CIA-chef en ex-president van de Verenigde Staten George Bush in 1995 naar Leiden te halen. Bush, afstammeling van de Pilgrim Fathers, bracht in de zomer van 1989 ook al een bezoek aan Leiden. Leiden moet en zal de enige echte Pilgrim Fathers-stad worden. Veel activiteiten van de Stichting hangen af van de (nog onzekere) komst van Bush. Als Bush komt, dan kan de Stichting aan het grote geld van Amerikaanse sponsors gaan ruiken.

Schaduwzijden

Met de oprichting van allerlei lobby-organisaties lijkt de promotie van het product Leiden van een leien dakje te gaan. Toch hebben de betrokkenen ook kritiek. Luister eens naar iemand die in de toeristische sector een stevige vinger in de pap heeft: André Coenen. Coenen is bestuurslid van Stichting Leiden Promotie en Stichting Pilgrim Memorial Leiden. Verder is hij directeur van het spraakmakende onderzoeksbureau Research voor Beleid. Een sleutelfiguur dus, die zijn invloedrijke positie benut om de grote lijnen van de promotie uit te zetten.

Tijdens een bijeenkomst van Leiden Promotie in het Leidse stadhuis waarschuwde hij ervoor dat de aanpak van de promotie geen hapsnap-karakter mag hebben. Als voorbeelden van ad-hoc projecten zonder samenhang met de rest van het toeristische beleid noemde hij het Rembrandt-atelier en de activiteiten rond Leiden Tulip-town. Coenen: "Deze projecten zijn voortgekomen uit enthousiasme. Er zijn in Leiden enthousiaste mensen genoeg. En er wordt ook vrij veel geld uitgegeven aan allerlei promotionele activiteiten. Maar de inzet is niet erg gericht." Mogen we deze keurige woorden omzetten in de taal van de straat: "ze hebben maar wat aan geklooid en geld over de balk gesmeten"? De verleiding daartoe is groot, want het Rembrandt-atelier is een gigantische flop geworden. In Peueraar 28 schreef ik al over de opkomende Rembrandt-gekte. Mijn voorspelling dat die opgeklopte manie wel eens een grandioze mislukking zou kunnen worden, is uitgekomen. Het Rembrandt-atelier trok steeds minder bezoekers en wordt waarschijnlijk binnenkort gesloten.

Ook het project Leiden Tulpenstad was teveel van het goede. Leiden Museumstad, Leiden Vluchtelingenstad, Leiden Fietsstad, Leiden Waterstad, Leiden Cultuurstad, Leiden Universiteitsstad, kijk, dat kunnen de toeristen nog net herkauwen. Leiden Rembrandtstad ligt al zwaarder op de maag. Maar Leiden Tulpenstad is pas echt in de keel blijven steken. Het project is te weinig van de grond gekomen, ondanks de verspilling van billboard-reclames. Coenen pleitte ervoor om naar een zo breed mogelijk draagvlak voor gerichte promotie te zoeken. "Als je de stad op een duidelijke manier wilt positioneren, is er een echt gezamenlijke en intensieve aanpak nodig. Het bedrijfsleven moet daarin een duidelijk herkenbare rol vervullen." Krijgt u ook altijd de schijterij van dit soort verhullend taalgebruik? Nou, anders ik wel!

Belangrijker dan de plooitjes die de toeristische voormannen willen gladstrijken is de schaduw en grauwsluier die over de armere delen van de Leidse bevolking komt te hangen. Als we in de stad de beschikking zouden hebben over een ezel die voortdurend gouden muntstukken zou uitkakken, ja, dan zouden de vele financiële injecties in de bil van het toerisme nog wel te verdragen zijn. Maar een gulden kun je maar één keer uitgeven. Iedere gulden meer voor de promotie van het product Leiden betekent een gulden minder voor het product minimumlijder. Bevordert de groei van het toerisme dan niet de werkgelegenheid in Leiden? Mogen we daar niet blij om zijn? Nee, dat mogen we niet. Van mij niet, tenminste. Ik ben immuun geworden voor het toverwoord werkgelegenheid. Ik laat me daarmee niet afschepen. De toeristische sector levert voor de minimumlijders vrijwel uitsluitend flexibel seizoenwerk op, oproepwerk, vakantiewerk, met slechte arbeidsvoorwaarden. Daar zitten we toch niet op te wachten? Met het geld dat in toerisme wordt gepompt kunnen heel goed alternatieve werkgelegenheidsprojecten worden ontwikkeld. Denk bijvoorbeeld aan kringloopprojecten of extra banen voor de bestrijding van discriminatie en de opvang van vluchtelingen.

De gemeente moet het geld voor prestigeprojecten érgens vandaan halen. Het ligt in de bedoeling om in de Collegeperiode 1994-1998 18 miljoen te bezuinigen. Er vindt nu een takendiscussie plaats over de vraag waarin het mes moet worden gezet. Ik vermoed dat de posten bestemd voor de promotie van de stad zoveel mogelijk zullen worden ontzien. Verder wil men alle bestaande gemeentelijke subsidies korten met 1%. Het Studiehuis, eerder al slachtoffer van bezuinigingen, heeft hiertegen protest aangetekend. Door de korting krijgt het Studiehuis nog meer moeite met het wegwerken van de wachtlijsten voor cursussen Nederlands voor buitenlanders. En ondertussen kankert rechts Leiden er lustig op los dat die buitenlanders geen Nederlands willen leren. Dat is maar één voorbeeld van een volgens mij verkeerde prioriteitenstelling in het gemeentebeleid.

Daar komt nog bij dat Leiden in verhouding tot andere steden een veel te dure stad is om in te wonen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Consumentenbond naar lokale tarieven. De bond heeft de gemeentelijke tarieven van 185 gemeenten in Nederland met meer dan 20.000 inwoners op een rijtje gezet. Het blijkt dat Leiden een zeer ongunstige belastingdruk per inwoner heeft.

Protest tegen het Jaar van de Pilgrim Fathers

Het is gemakkelijk om op papier kritiek te leveren op de ontwikkelingen rond de promotie van Leiden. Moeilijker wordt het als je het uit de hand gelopen toerisme daadwerkelijk de voet dwars wilt zetten. Als je wilt laten zien dat niet iedere Leidenaar staat te juichen, omdat er alweer geld wordt uitgegeven aan verbetering van het stedelijke imago naar buiten toe. Waar moet je beginnen met je protest, waartegen moet je actie ondernemen?

Ik denk dat het Pilgrim Fathers-project een uitstekend aanknopingspunt is om je ongenoegen te uiten. Het mes kan hierbij aan twee kanten snijden. Aan de ene kant kan het protest zich richten op de toenemende tweedeling van de Leidse samenleving (prestige- en promotieprojecten tegenover ingrijpende bezuinigingen en hoge belastingen). Aan de andere kant kan de aandacht uitgaan naar de keerzijde van de zogenaamde Amerikaanse droom. Vrijwel niemand in de Verenigde Staten begint als krantenbezorger en schopt het dan tot multimiljonair. De Amerikaanse droom is voor velen een nachtmerrie. Miljoenen Amerikanen zijn arm en dakloos. Er heerst een structureel racisme dat leidt tot explosieve conflicten (bijvoorbeeld de Los Angeles-rellen). We kunnen George Bush als symboolfiguur voor een gruwelijk maatschappelijk systeem gedurende een paar dagen in Leiden het leven zuur gaan maken. De man heeft immers meer dan 100.000 Iraakse doden op z'n geweten. In 1989, bij het vorige bezoek van Bush, werden er maar twee schamele kladacties uitgevoerd. Laten we in 1995 de Pilgrim Fathers-stad op stelten zetten!

Terug