De Peueraar 52, december 1994

Auteur: Eric Krebbers


FNV: eigen stad eerst?

Er is een nieuw FNV-rapport. "Leiden tegen zijn grenzen" heet het en het "behelst de visie van de Leidse FNV rond wonen, werken en ruimtelijke ordening in Leiden en omgeving." "Leiden tegen zijn buren" was wellicht een toepasselijker titel geweest.

Rode draad van het rapport is namelijk een positieverbetering van Leiden ten opzichte van haar buren. De FNV stelt zich wat dat betreft vierkant achter het gemeentebestuur op. Als het om de strijd met buurgemeente Oegstgeest gaat zegt het rapport: "De samenwerking met de omliggende gemeenten verloopt moeizaam en deze gemeenten, met name Oegstgeest, kunnen welhaast worden verdacht van tegenwerking. (...) Een grenscorrectie, opgelegd door de provincie, zodat grondgebied van Oegstgeest naar Leiden overgaat, is een aanduiding van de onwil van de omliggende gemeentes om Leiden te hulp te schieten met het oplossen van zijn probleem van de volkshuisvesting."

De FNV Leiden adviseert om de strijd met de omliggende gemeenten verder uit te breiden tot het gebied van de werkgelegenheid. De gemeente moet volgens haar trachten regionale bedrijven, onderwijsinstituten en culturele instellingen naar Leiden te lokken. Op die manier zou de werkgelegenheid in Leiden kunnen toenemen. De Leidse vakbeweging lijkt zich prima thuis te voelen in de huidige vechtmaatschappij. Was er vroeger nog solidariteit met arbeiders (zo noemde men de werknemers toen) overal ter wereld, inmiddels kijkt de FNV niet verder dan de eigen gemeentegrenzen. De Leidse FNV-ers vinden hun eigen werklozen kennelijk belang-rijker dan die tien kilometer verderop.

Het rapport laat zich grotendeels lezen als een getrouwe kopie van het Leidse collegeprogramma. Ook de FNV wil dat Leiden een "krachtig" toeristisch beleid gaat voeren: een beter georganiseerd "watersportgebeuren", een "positief en stimulerend terrassenbeleid" en veel meer "voorzieningen voor toeristen en bezoekers die langer in de stad willen blijven. (...) Leiden kan veel meer gebruik maken van zijn ligging vlak bij zee en vlak bij de stad Den Haag, die veel toeristen en dagjesmensen naar zich toetrekt." Op deze manier kan er veel werkgelegenheid gejat worden van Katwijk en Den Haag. Niet dat die baantjes in de horeca zo geweldig zijn, maar dat is een ander verhaal.

De vakbond wil net als het college van B&W ook "de aantrekkelijkheid van de stad vergroten. Het kernwinkelgebied moet zo gezellig worden, dat mensen van buitenwijken en de direct omliggende steden en dorpen daar graag naar toe gaan voor hun inkopen." Eigen werknemers in eigen winkels eerst. Het is niet ondenkbaar dat FNV-ers in Zoetermeer op dit moment achter hun PC-tjes koortsachtig plannen ontwikkelen om "hun winkels" te beschermen tegen concurrentie uit Leiden. Deze koers van de FNV lijkt zo langzamerhand het bestaansrecht van de werkgeversorganisaties te ondermijnen. Welke bedrijfsleider of -eigenaar (vroeger: kapitalist) geniet niet van zinnen als: "De gemeente moet meer oog hebben voor de bedrijfseconomische belangen van ondernemingen." Nee, de tijd dat de vakbond "het kapitaal" of "de bezittende klasse" als probleem zag is reeds lang voorbij. De enige groep mensen die het rapport tot probleem verklaart is een onderklassegroep: "de jongeren van de etnische minderheden, vooral die van de Marokkaanse gemeenschap." Hiermee wil ik overigens zeker niet suggereren dat de bond racistisch is. Net als de gemeente wil de FNV een voorkeursbeleid om allerlei minderheden van een baan te voorzien.

Maar is er dan helemaal geen verschil van mening tussen de gemeente en de vakbond? Natuurlijk wel. De FNV wil dat de gemeente minder gaat trekken aan grote Amerikaanse en Japanse multinationals om zich in het Bio-science Park of Roomburg te vestigen. Die nemen teveel van de toch al schaarse ruimte in met hun opslagruimtes en distributiecentra en zetten daar niet genoeg banen tegenover. Hun vaak hooggeschoolde werknemers brengen ze zelf mee. En voor iedere vijf hooggeschoolden zijn slechts zes laaggeschoolde hulpjes nodig. Vaak zijn dat jongeren, vrouwen of migranten. Daarvan zijn er in Leiden veel werkloos. Ze doen de dingen waar de hooggeschoolden te goed en te duur voor worden geacht: het schoonmaken van hun bureau's en kantoren, het zemen der ruiten van de spiegelkolossen, het bewaken der rijkdommen en productiemiddelen, het klaarmaken der maaltijden en repareren van het materiaal waarmee gewerkt wordt. Kleinere bedrijven afkomstig uit de regio kunnen meer van deze mensen gebruiken. Vandaar de voorkeur van het FNV voor dit soort bedrijven.

Ja, en dan rest natuurlijk de vraag wie er nu zit te wachten op zo'n rapport. Wat draagt het bij? Het lijkt gewoon meer van hetzelfde en bevestigt eens te meer het beeld dat de grote maatschappelijke machtsblokken ideologisch verklonteren. Bazen, bonden en staat: wanneer beginnen jullie fusiebesprekingen?

Terug