Lokaal Kabaal 0, februari 1995

Auteur: Harry Westerink


"Meneer van Rij, bent u daar?"

Infocentrum Centraal Project: geldverspilling!

"Het Leiden Centraal Project is een overwinning van het openbaar vervoer, de voetganger en de fietser op het autoverkeer. De auto's verdwijnen onder de grond en bovengronds krijgen de bussen alle ruimte voor een compact busstation, vlak naast het NS-station." Deze jubeltoon valt aan te treffen in het weelderig ingerichte informatiecentrum Leiden Centraal Project aan het Stationsplein.

Het centrum geeft informatie over de grootste bouwput in de Leidse geschiedenis: de nieuwbouw van het NS-station en de herinrichting van het stationsgebied. Het project is zeker een overwinning. Een overwinning ván en niet óp de auto. De voortdurende groei van het autoverkeer leidde de laatste jaren in het stationsgebied tot een gevaarlijk gekrioel van elkaar opjagende verkeersdeelnemers. Teveel auto's op straat? Minder auto's maken en minder in auto's rijden, zou je zeggen. Het Leidse gemeentebestuur kiest ervoor de opdringerige auto door middel van tunnels onder het Stationsplein te stoppen. Wie denkt dat het hier om een autokerkhof gaat, komt bedrogen uit. Vijfhonderd meter verderop zullen de auto's weer vrolijk uit het onderaardse te voorschijn schieten.

Schelpenplein

De tunnels kosten 35 miljoen gulden. Ze zijn niet de enige speeltjes van Peter Kilsdonk, de architect die het plan voor het stationsgebied heeft ontworpen. Gepland zijn ook een megabioscoop, een casino, een schelpenplein dat op 30 centimeter boven straatniveau een knisperend geluid onder de voeten zal geven en een schilderspalet met verlichting (Leiden Rembrandtstad!) dat op 1 meter boven de grond moet dienen als taxistandplaats. De totale kosten van het project worden geschat op 140 miljoen. Hiervan neemt de gemeente Leiden 15 miljoen voor haar rekening. Bij een dergelijk prestigeproject hoort een luxueus informatiecentrum, aldus de verantwoordelijke wethouders Walenkamp en Van Rij.

Bezoekers van het informatiecentrum zien ogenblikkelijk dat er driftig met geld is gesmeten. Aan alles is gedacht: maquettes, foto's, panelen, folders, brochures en zelfs een videofilm die wordt verkocht voor 15 gulden. De gemeente draait op voor het grootste deel van de kosten. Ook een aantal bedrijven met belangen in het project heeft geld in het laatje gelegd. De sponsors hebben er uiteraard het grootste belang bij dat het project zo rooskleurig mogelijk wordt voorgespiegeld.

Van Rij ondergronds

Achter de fraai ingerichte balie van het centrum zit een keurige meneer de bezoekers bemoedigend toe te lachen. Met zichtbaar plezier vertelt hij over de vele wonderen van het project. Achterin het centrum is een soort bioscoopzaaltje ingericht. Ik neem plaats en na enige ogenblikken ontrolt zich voor mijn ogen een panorama van indrukwekkende graafmachines en stoere arbeiders. De begeleidende muziek draagt bij aan een sfeer van "hier komt iets moois en groots tot stand". Hoogtepunt van de videofilm vormt het optreden van wethouder Van Rij. Gehuld in een duikerpak stapt hij in een duikerklok om 8 meter onder de grond naar het onderwaterbeton te gaan kijken. "Meneer Van Rij, bent u daar?", vraagt iemand via een intercom. Er valt enkel geruis en geklots waar te nemen, zodat ik er vanuit moet gaan dat Van Rij is verzwolgen door moeder aarde. Na enige tijd echter stapt hij breed lachend uit de duikerklok. Hij schudt handen en de schare bewonderaars langs de zijlijn applaudisseert. "En dat allemaal van onze belastingcenten", denk ik in een grimmige stemming.

Ook PvdA-raadslid Hans Baayens vindt dat het informatiecentrum te duur is, zeker in een tijd van forse gemeentelijke bezuinigingen. Die kritiek wuift wethouder Walenkamp weg. Leiden is nog maar net verlost van de art. 12-status van arme gemeente. En de gemeentelijke belastingen in onze stad behoren tot de hoogste van Nederland. Zodra het echter om het stationsgebied gaat, doen de heren Walenkamp en Van Rij alsof het geld op hun rug groeit.

Terug