Lokaal Kabaal 2, april 1995

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Ondernemende sloebers

Af en toe voelt een mens de behoefte om in de huid van een ander te kruipen. Eeuwig de kansloze lompenproleet uithangen, dat gaat vervelen. Mij in elk geval wel. Ook armen willen zich wel eens rijk wanen. Ook knechten willen de baas spelen. Voor een paar uur, om even de macht te ervaren die verbonden is aan een hogere maatschappelijke positie.

Onlangs werd in de Groenoordhallen de eerste Business to Business Bedrijven Contact Beurs gehouden. "Dat is echt iets voor ons", riep ik tegen een maat van me. M'n maat en ik, moet u weten, wij zijn ouwe sloebers. We kloten maar wat aan. Werkgevers schrijven ons al jaren af. "Niets mee te beginnen", mompelen ze, als ze onze smoelen zien.

Zeker, we hebben ook onze lolletjes. Onze kicks voor niks. Als de zon schijnt, dan worden onze gretige lijven verwarmd. Als we in de supermarkt boodschappen doen, dan schenkt een aardige mevrouw voor ons soms een gratis kopje koffie of thee in. En als ondernemers een duur onderonsje hebben, dan mogen wij, tuig van de richel, daar ook even aan ruiken. Met een uitnodiging voor twee personen op zak togen wij naar de bedrijvenbeurs.

We stapten een wereld binnen die we enkel van de TV-reclame kenden. De Groenoordhallen waren omgetoverd tot een paradijs van ondernemingsgeest en overdonderende allure. De honderden informatiestands zagen er piekfijn uit. Er stond één grote bonk luxe te pronken: peperdure auto's, een kolossale zeilboot, een verfrissend meertje met gezellig spartelende goudvissen en een kunstzinnig aangelegde rotsblokformatie, minstens 3 buffets en terrasjes waar de drank rijkelijk vloeide en de vlees- en visschotels ongeveer 14 verschillende soorten dood dier per vierkante meter schenen te moeten bevatten, overal licht, kleur, discrete glimlachen, beschaafde stemmen en fijnzinnige handdrukken. Op het programma stond een borrel (aangeboden door de gemeente Leiden), een modeshow, een talkshow, een cabaretier en andere vormen van hoger burgervermaak. Het leven is mooi als je aan de kant van het grote geld staat.

Sjieke ondernemers liepen drukdoenerig te zijn. Stoere, driedelig grijze heren werden afgewisseld door gemantelpakte en zwaar opgedirkte dames. Ze hieven het glas en keuvelden over de ditjes en datjes van het bedrijfsleven. Al snel wisten we ons aan de verheven levensstijl van de ondernemers aan te passen. Onze versleten plunje bleek geen onoverkomelijke hindernis te zijn. Hier en daar werd weliswaar een wenkbrauw opgetrokken, maar er volgde al snel een geruststellende blik. Je hoorde hen denken: "Wij zijn zo liberaal dat we deze alternatieve jonge ondernemers in onze kringen toelaten. Misschien zijn het managers van een popmuziekgroep of een new age-centrum."

Op straat zouden we door de bazen met de nek zijn aangekeken. Nu werden we aangesproken op onze ondernemersidentiteit. "Misschien hebt u interesse in onze bemiddeling. Wij helpen u graag", slijmde een meneer van Move entertainment, een bedrijf dat evenementen verzorgt voor andere bedrijven. "Het leven is voor mij al feest genoeg", dacht ik. "Is uw bedrijf wel goed beveiligd? Wij staan voor u klaar", vroeg een engerd van Euro-Seco B.V. "Aan hem zou ik mijn portemonnee niet willen toevertrouwen", fluisterden m'n maat en ik tegen elkaar. "Denkt u wel eens aan relatiegeschenken?", hoorde ik achter me. "Jolly Gift Promotions draait u graag een poot uit", vulde ik aan.

M'n maat en ik hebben veel geleerd op de beurs. We voelen ons nu thuis in het bedrijfsleven. We kennen de gedragscodes. Zo is ons duidelijk geworden hoeveel behoefte er bij ondernemers bestaat om contact met elkaar te hebben. De werkgevers hebben elkaar nodig. Veel beter dan werknemers beseffen ze dat ze één klasse vormen. Hun klassenbewustzijn stelt hen in staat om te delen en heersen. Daar kunnen werknemers nog heel wat van leren.

Terug