Lokaal Kabaal 3, mei 1995

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Oranje zonder franje

Laten we het niet vergeten: het is oorlog. Nog steeds. Oorlog tegen luie rijke stinkerds bijvoorbeeld. Het is Koninginnedag. Het is mooi weer. De vlaggen hangen uit. Overal ballonnen, slingers, lachende mensen. Het Oranje-gevoel. Stompzinnig gedoe. Nationalisme is eng. Daar behoor je je politieke identiteit niet aan te ontlenen. De huichelachtige vredigheid van de middenklasse maakt me kwaad. "Stelletje klootzakken", sis ik met de mij zo vertrouwde portie nuance. De schijn druipt met vettige klodders af van de wereld om me heen. "Ja, Beatrix, straks even zwaaien naar die minimumlijders. Jij redt je wel met je inkomen van een miljoen per jaar, belastingvrij. En met je miljarden en je enorme voorraad Shell-aandelen. Hoe is het mogelijk dat hele volksstammen uitlopen voor die hoedentrut", vraag ik me af. Wat een armzalig en pietluttig landje, dat Nederland. Inmiddels is maar 6% van onze landgenoten tegen het koningshuis. Vroeger was dat nog 11%, ook al zo'n schrikbarend laag percentage.

"Dat mens moet proletarisch onteigend worden", roep ik in de kroeg uit. "En als de sociale revolutie uitbreekt, dan loopt ze een goede kans dat ze wordt geëlimineerd. Om over die vetkuif Willem-Alexander maar te zwijgen." Inderdaad, ik ben een brallerig type, zeker na een paar biertjes. Ik zit te praten met mensen waarvan ik tot dan toe vermoedde dat ze het enigszins met mij eens waren. Immers, het gaat om personen die bezig zijn met emancipatie en zelfbeheer in de brede zin van het woord. Althans, zo komen ze op mij over. Tegen ons nationaal oerhollands symbool zijn, daar begint je maatschappijkritische bewustwording. Dat is wel het minste, dacht ik zo. Nadenken over de opbouw van een guerrilla in het hart van het imperialistische beest komt misschien later wel. Verzet begint in het klein. Maar bij mijn gesprekspartners blijkt dat anders te liggen. Tot mijn stomme verbazing nemen ze het op voor die uitzuigster van de belastingbetalers. Eerst denk ik dat ze me voor de gek houden. Dat ze willen testen hoe lang ik aardig kan blijven doen tegen mensen met opvattingen waar ik m'n reet mee afveeg. Langzaam krijg ik door dat ze het echt menen. "Een koning of koningin hebben, dat heeft ook goede kanten", "Het is best wel een aardig mens, hoor, die Beatrix", en meer van dat soort kots.

Droom ik? Gaat het echt zo belabberd met de Nederlandse burger, in het bijzonder met deze kennissen? Ik voel me bijzonder eenzaam met mijn radicaal-links wereldbeeld. Ben ik de enig overgebleven revolutionair? Dat zou de meewarige blikken kunnen verklaren die ik soms krijg toegeworpen. "Ben jij nog steeds actief?", vraagt men dan. Men is een persoon die ook wel eens aan een actie heeft meegedaan of een protestbrief heeft geschreven. Ja hoor, ik ben nog steeds actief. En jij, zit jij nog steeds gezellig thuis op de bank te schurken? Ben je nog steeds volstrekt overbodige spulletjes aan het verzamelen en aan het sparen voor je rondreis door de Verenigde Staten? Pas maar op, het is oorlog. En straks zou kunnen blijken dat je aan de verkeerde kant bent komen te staan.

Terug