Lokaal Kabaal 4, mei 1995

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Oproer of begrafenisstoet?

Laat er strijdbaarheid en doorzettingsvermogen zijn. Laten we ons verzetten met een vrolijk cynisme. Het is goed om een proletarisch klassenbewustzijn te hebben. Te weten dat je niets hebt te verliezen. Behalve je waardigheid als mens. Overal op de wereld worden mensen vernederd, geknecht, geknakt. Ze richten zich op uit de modder en het stof. Ze worden opnieuw geboren. "Vrijheid of de dood!" Dat is geen holle leus. Dat is de tegelijk wanhopige en vreugdevolle kreet van de niemanden die een gezicht hebben gekregen. Ze gaan het harde gevecht aan. Na talloze tegenslagen wagen ze weer de gok om een ander, een nieuw mens te worden op een leefbare aarde. Dat kan alleen met de onvoorwaardelijke inzet van lijf en leden. Je kunt gewond raken, je kunt er kapot aan gaan, je kunt te pletter lopen tegen de muren die om je heen staan. Verzet lijkt op Russische roulette.

Hier, in ons kikkerlandje, komen mensen ook in opstand. Keer op keer. Het is een fabeltje dat iedereen zich neerlegt bij onrecht. Er zijn nog steeds een hoop stakingen, acties en demonstraties. Het vaderlandse verzet kenmerkt zich echter veel te vaak door een droevig stemmende sfeer. Door een troosteloze grauwsluier die over de opstandigen is gegooid. Alsof we meelopen in een begrafenisstoet. We proberen wel om wat te schudden aan de machtsverhoudingen. Maar het lijkt erop alsof we er bij voorbaat al vanuit gaan dat we zullen verliezen. We geloven er niet in. "Je kunt het wel proberen, maar het heeft toch geen zin". We vertrouwen te weinig op de eigen kracht en mogelijkheden. De Revolutionaire Cellen in Duitsland hadden dat al jaren geleden in de gaten. Ze schreven: "We gaan niet ten onder aan nederlagen, maar aan gevechten die we niet voeren." Dat is de kern van de zaak. Iedere keer als we een gevecht aangaan, kunnen we winnen. En omdat we iedere keer kunnen winnen, moeten we de strijd ook blijven opzoeken. Je terugtrekken in je schulp, dat is het einde. Een omtrekkende beweging maken en dan uitkomen bij een wereldje van gemak en vermaak, en een schijnbare neutraliteit. Uiteindelijk kan het neerkomen op overgave aan de tegenstander.

Natuurlijk is het verdomd lastig om de inspiratie en motivatie vast te houden. Vanzelf komt dat niet. Je moet daarvoor afdalen naar je onderbuik. Je moet de energie uit je tenen trekken. Je moet durven verdwalen in je eigen geest en de confrontatie met je tekortkomingen durven aangaan. En het belangrijkste is misschien wel dat je je twijfels en je zekerheden deelt met anderen. Laten we niet langer als atomen op elkaar botsen. Laten we een onverbreekbare keten vormen. Laten we elkaar het vertrouwen geven dat we samen strijden, dat we samen zullen winnen of verliezen.

Terug