Lokaal Kabaal 6, juli 1995![]()
Auteur: Eric Krebbers
Het pastorale gesprek als vrijplaats
Ziekenhuispastor Henk van Breukelen heeft in zijn leven heel wat gesprekken gevoerd met mensen die euthanasie overwogen. Hij wil zieken steunen bij die moeilijke keuze. Het verhaal van een onbevangen luisteraar.
Soms zoeken mensen contact met een pastor als ze over euthanasie denken. Wat kan hij daarmee? Van Breukelen: "Mijn ervaring is dat mensen zich alleen tot mij wenden met een dergelijke vraag als ze me heel goed kennen of van anderen te horen hebben gekregen dat ik te vertrouwen ben. Ze weten dan al dat ik niet voor het karretje te spannen ben van de rooms-katholieke kerk die ik vertegenwoordig, noch van de medische wereld. Ik treed niet op als vertegenwoordiger van de landswetten en ik zal niet de zijde kiezen van dierbaren of van diegenen die emotioneel door deze daad van streek zullen worden gebracht. Ik moet de onbevangen luisteraar kunnen zijn."
Isolatie
Van Breukelen is momenteel ziekenhuispastor in het Academisch Ziekenhuis. Tot voor kort was hij verbonden aan de Ecclesia. In die tijd had hij veel met euthanasie te maken. In het ziekenhuis vindt volgens Van Breukelen nauwelijks euthanasie plaats.
Veel van de 20.000 mensen die jaarlijks door middel van euthanasie om het leven worden gebracht zijn alleenstaande bejaarden, gehandicapten en ongeneeslijk zieken. Dat juist deze groepen door het "euthanasiasme" getroffen worden stemt tot nadenken. Ze worden beschouwd als "onproductief" en afgeschreven. Volgens vooraanstaand euthanasiast Huib Drion zouden zij "de gemeenschap zwaar belasten".
Van Breukelen heeft contact met een heel andere groep mensen. Hij praat met zieken die vaak juist wel een liefdevolle familie om zich heen hebben. Een familie die niets van euthanasie wil weten. De zieke heeft dan niemand om erover te praten en voelt zich geïsoleerd. De pastor moet dan een onbevooroordeelde gesprekspartner zijn en de ruimte bieden om zelfstandig te beslissen. Van Breukelen heeft de ervaring dat veel ernstig zieken een open gesprek willen waarin het verdriet niet ontweken wordt: "Er wordt enorm veel gelogen aan het sterfbed. De stervende heeft hier weet van, doet zelf ook mee aan het bedrog om al de emoties de baas te kunnen."
De praktijk
Met de euthanasie zelf heeft Van Breukelen niets van doen, dat is een zaak van de arts en zijn patiënt. Van Breukelen werd eens gebeld door een vrouw. "Ze had longkanker in een gevorderd stadium, had nog drie maanden. Ze had zich laten ontslaan uit het ziekenhuis. Of ik haar uitvaart wilde leiden. Of ik met haar wilde praten over geloof, haar leven, haar beslissing. Niet om erop terug te komen maar om er met iemand over te kunnen praten. Ze zou me niet vertellen wanneer, hoe en door wie. Wel ongeveer de tijd, zodat ik niet op vakantie zou zijn. Ze wilde daar rekening mee houden. De datum van de dood afhankelijk van mijn vakantieplannen. Het werden geweldige gesprekken over God en de godsdiensten, de zoektocht van mensen, haar leven, over haar nichtjes. Haar leven ging aan mij voorbij en ze wilde tegenspel. Op een dag hoorde ik dat ze was overleden."
De kerk
De paus is tegen euthanasie. Maar Van Breukelen vindt dat hij zijn ideeën niet aan God moet ontlenen, maar aan de lijdende mens tegenover hem. Als een zieke over euthanasie begint zal Van Breukelen dat ont- noch aanraden. "Zouden we in Gods naam uitspraken kunnen doen over wat nog dragelijk en wat ondraaglijk lijden is, wat we wel en niet mogen als het gaat over leven en dood? Voorzover we verantwoording dragen betreft het een verantwoording voor een mens in nood. Wat de een aankan, gaat de krachten van de ander te boven. Daarom mogen we mensen niet over een kam scheren en zeggen: tot zover is het redelijk en daar ligt de grens van het onredelijke lijden. Daarom hou ik niet zo van al die algemene discussies over wanneer euthanasie wel of niet geoorloofd is. Luister eerst eens goed naar een zieke."
Pastor Van Breukelen blijft vanzelfsprekend nog wel functies voor het geloof zien. "Ik zat eens aan het bed van een doodziek mens. Ze zei tegen mij: "Ik draag dit lijden want God zendt het me. Hij heeft er zijn bedoeling mee." Ik bewonderde haar geloof en haar moed want haar lijden was hartverscheurend. Ik durfde niets tegen haar te zeggen want wie ben ik dat ik haar geloof zou ondermijnen. Ze beleefde er zoveel steun aan. Maar ik wist dat als mij dat lot zou treffen, ik dat nooit zou zeggen."