Lokaal Kabaal 9, oktober 1995

Auteur: Eric Krebbers


Meer muizen met menselijke genen

Verbouwingen aan Sylviuslaboratorium

Onderzoekers aan de Leidse universiteit maken steeds vaker gebruik van muizen met menselijke genen. Mede daarom wordt het Sylvius-laboratorium verbouwd. Onder leiding van bioloog C. de Groot wordt het gebouw aangepast aan de "inzichten van deze tijd." Die zijn vastgelegd in een nieuwe dierproefwet. "Een vooruitgang", noemt de Leidse ethicus Tj. de Cock Buning die wet, "maar nog altijd niet ideaal."

De Cock Buning is lid van de ethische commissie Schroten II die de proeven met de bekende stier Herman goedkeurde. De Cock Buning stemde tegen. De hoogleraar is tevens lid van een commissie die alle dierproeven aan de Leidse universiteit beoordeelt. "Wij bekijken hoe belastend proeven voor de dieren zijn. We keuren zelden iets af, maar beperken projecten soms wel. Een voorstel met 500 muizen brengen we bijvoorbeeld terug tot 200 muizen."

Mode

Het aantal proeven met genetisch gemanipuleerde muizen neemt toe. De Cock Buning spreekt van een mode. "Veel onderzoekers willen niet achterblijven. Hun verwachtingen zijn soms erg overspannen. Dat zie je vaker bij nieuwe technieken." Hij vindt het gebruik van genetisch gemanipuleerde dieren acceptabel "als je belangrijke ziekten kan oplossen."

Dieractivisten bestrijden dat dierproeven zulke oplossingen kunnen brengen. De actiegroep Free The Animals, die in april 17 dieren van de Leidse universiteit bevrijdde, schreef dat dierproefresultaten niet op mensen toepasbaar zijn. Volgens de Duitse wetenschapper Hans Ruesch zijn dierproeven zelfs gevaarlijk voor mensen. Veel op dieren geteste medicijnen verdwijnen snel weer van de markt nadat er mensen dood aan gegaan zijn. Mensen zijn nu eenmaal anders dan dieren, aldus Ruesch.

Proefdieren met menselijke genen nemen deze bezwaren deels weg. De Groot: "Het blijven dieren, maar je kan er wel gerichter onderzoek op doen naar menselijke ziekten." De ethische bezwaren van de tegenstanders blijven. De snel groeiende dierenrechtenorganisatie PETA, bijvoorbeeld, vindt dierproeven nooit te rechtvaardigen. "Dieren zijn geen 'dingen' die voor mensen opgeofferd mogen worden".

Vet eten

In het Sylvius worden proeven gedaan met hart en vaatziekten, Alzheimer en kanker. De Groot: "Er zijn bijvoorbeeld muizen genetisch zo gemaakt dat ze moeilijk vet kunnen afbreken. Die krijgen erg vet voedsel toegediend en dan tapt men ieder half uur een druppeltje bloed af." Enige bekendheid hebben inmiddels de zogenaamde "kankermuizen". De Cock Buning: "Alle dieren en mensen hebben reparatiegenen die ziekten als kanker tegengaan. Naarmate we ouder worden werken die minder. Bij muizen zou je eigenlijk twee jaar moeten wachten tot ze vanzelf kanker krijgen. Dat kost teveel. Daarom heeft men muizen gemaakt zonder die reparatiegenen. Dan kun je sneller beginnen met je proeven."

Professor De Boer van het Leidse Genepharming en geestelijk vader van stier Herman, protesteerde onlangs tegen een gemanipuleerde muizensoort die als bijeffect rode poten en staarten kregen. Dat ging zelfs hem te ver. Aan de dieren in het Sylvius is volgens proefdierdeskundige P. Reuzel niets te zien. Ze vertonen geen afwijkend gedrag. "Welfare officer" Reuzel is verantwoordelijk voor het welzijn van alle dieren op de universiteit. "De transgene muizen in het Sylvius komen voornamelijk van TNO, hier in het Bio-Science Park. Die maken ze voor heel Nederland. Maar we maken ze ook zelf. We hebben zo'n 15 stammen van elk zo'n 20 transgene muizen in voorraad. Voor een experiment heb je er al snel een paar honderd nodig van een stam. Er zijn nu slechts 7 experimenten gaande maar dat aantal zal naar verwachting snel toenemen."

Verbouwingen

Het lab aan de Wassenaarseweg wordt goed beveiligd. De muizen maken weinig kans uit handen van de wetenschappers te ontsnappen. Alle dieren zijn ingevoerd in een computersysteem. En onderzoekers moeten straks een chipkaart, een "smart card", tonen voor ze hun laboratorium in mogen. Voorts worden de dierenverblijven verbouwd. Ofschoon er wat geschermd wordt met het "dierenwelzijn", komen de veranderingen vooral de wetenschappers ten goede. De Groot: "De hokken moeten heel schoon zijn, er komen sluizen voor je het lab in kunt en de vochtigheid en temperatuur mogen niet teveel schommelen. Daardoor worden de onderzoeksresultaten preciezer." Ook mogen opgesloten dieren voortaan bij elkaar. De Cock Buning: "Het is niet goed voor je proeven als je sociale dieren zoals muizen apart plaatst. Hun isolatie kan dan een rol spelen bij de uitkomsten."

Terug