Lokaal Kabaal 9, oktober 1995

Auteur: Margreet Zwart


(boekrecensie)

Land van verdwenen mensen

Voor hen die denken dat het meevalt met de schendingen van de mensenrechten in Turkije is "Faraç" een aanrader. De in België geboren schrijver Mickael Suphi moet in 1987 in zijn vaderland Turkije in dienst. Het regime in het leger is zeer wreed en fascistisch: soldaten worden om niets in elkaar geslagen door hun meerderen. Dat is echter nog niets vergeleken bij de hel waarin Suphi terechtkomt als hij wordt uitgekozen door de Turkse geheime dienst om beul te worden in de folterkamers. Hij krijgt de schuilnaam Faraç. De angst voor hun meerderen wint het bij Suphi en twee collega's van de weerzin tegen het martelen van gevangenen. Totdat ze een 12-jarig jongetje moeten martelen. Suphi weigert en wordt zelf bewusteloos geslagen. Kort daarop ontsnapt hij uit de kazerne en vlucht hij terug naar België.

Maar ook daar wordt hij nog achtervolgd door de Turkse geheime dienst. Hij moet meermalen onderduiken, terwijl hij aan zijn boek werkt. In een laatste poging om de publicatie ervan te verhinderen wordt Suphi op Tweede Paasdag 1994 door onbekende Turken overvallen en toegetakeld. Suphi heeft zich hierdoor niet laten intimideren.

De brochure "Turkije: een land waar mensen 'verdwijnen'" onderschrijft Suphi's ervaringen met keiharde feiten. Zo zijn er tussen januari en oktober 1994, voorzover bekend, 239 mensen door de politie opgepakt en vervolgens 'verdwenen'. De Turkse staat heeft twee gezichten. Het buitenland krijgt een beeld van een prachtig land met vriendelijke mensen voorgehouden. De slachtoffers van de staatsterreur weten wel beter.

Faraç, Mickael Suphi. Uitgeverij Epo, ƒ 36,75.

Turkije: een land waar mensen "verdwijnen". Uitgeverij: Turkije-komitee/DHKC-informatiebureau, ƒ 4,-.

Terug