Lokaal Kabaal 16, maart 1996

Auteur: Gerrit de Wit


Nauwere samenwerking Sociale Zaken en Arbeidsbureau

Werklozen ingedeeld in kanshebbers en kneusjes

Sociale Zaken en het Arbeidsbureau werken in Leiden sinds kort nauwer samen. Met een beetje meer dwang en wat beleidsveranderingen proberen ze de bijstandsgerechtigden aan het werk te krijgen. Structurele oplossingen bieden ze echter niet.

Eind januari werd die nauwere samenwerking vastgelegd in een overeenkomst die gesloten werd met het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (RBA) in de Rijnstreek. Een voornemen uit de overeenkomst is dat Sociale Zaken en het Arbeidsbureau gaan beginnen met de indeling van hun gezamenlijk werklozenbestand in 4 categorieën. Werkzoekenden die zonder veel belemmeringen een baan kunnen vinden, worden in categorie A geplaatst. Zij worden direct door het Arbeidsbureau bemiddeld. Werkzoekenden in categorie B zijn pas bemiddelbaar na een kort "arbeidsinpassingstraject". Ze zullen onder meer cursussen moeten gaan volgen. Werkzoekenden in categorie C zijn pas bemiddelbaar na een lang "arbeidsinpassingstraject". Werkzoekenden die weinig opleiding of werkervaring hebben, langdurig werkloos zijn of weinig motivatie hebben, worden in categorie D geplaatst. Mensen in categorie D worden in principe niet door het Arbeidsbureau geholpen. Een vergelijkbare categorie werd in het verleden ook wel het "dodenbestand" genoemd.

Doelgroepen

Nieuw is ook dat er niet langer gewerkt wordt met doelgroepen. Daarmee wilde men vroeger zoveel mogelijk migranten, jongeren, vrouwen en langdurig werklozen aan het werk te helpen. Lilian van Waalwijk, beleidsmedewerker van RBA-Rijnstreek en in dienst bij de gemeente, verwacht niet dat het loslaten van het doelgroepenbeleid negatieve gevolgen zal hebben: "Als iemand uit zo'n doelgroep een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft, zal deze in de nieuwe opzet evenveel hulp krijgen." Peter den Hollander, actief in de Werkgroep Uitkeringsgerechtigden Ouderen van de Leidse FNV, maar sprekend op persoonlijke titel, zet hier zijn vraagtekens bij. "Doelgroepen kennen hun eigen specifieke problemen. En dat vereist specifieke kennis."

Contracten

Werkzoekenden die een "arbeidsinpassingstraject" gaan volgen, moeten voortaan samen met Sociale Zaken en het Arbeidsbureau een contract ondertekenen. Als de werkzoekende zich niet aan het contract houdt, kan een sanctie op de uitkering volgen. "Maar", zegt Van Waalwijk, "het contract zal in goed onderling overleg opgesteld worden." Den Hollander: "Dat suggereert dat een bijstandsgerechtigde evenveel zeggenschap zou hebben. Maar het feit dat Sociale Zaken een sanctie kan geven, geeft al voldoende aan dat er een machtsverschil bestaat." Hij vindt dit soort contracten stigmatiserend: "Het versterkt het vooroordeel dat werklozen meer dwang nodig hebben in de speurtocht naar een baan. Niets is minder waar. Werklozen doen al heel veel om uit de uitkeringssituatie te komen." Toch vindt Den Hollander de nauwere samenwerking tussen Sociale Zaken en het Arbeidsbureau niet alleen maar kommer en kwel. "Het kan meer duidelijkheid scheppen voor bijstandsgerechtigden. Hopelijk zullen ze minder van het kastje naar de muur gestuurd worden."

Flexibilisering

Het Arbeidsbureau handelt steeds meer in flexibele banen. Zo constateert RBA-Rijnstreek in haar beleidsplan 1996 dat er vooral sprake is van een groei van het aantal uitzendvacatures. In haar beleidsplan stelt ze dat "de markt voor flexibele contracten voor niet-werkenden in vele gevallen een goede mogelijkheid is om weer aan het arbeidsproces te gaan deelnemen. Immers, werkgevers laten flexibele werkkrachten vaak doorschuiven naar een vaste positie binnen hun organisatie. De bestaande samenwerking met uitzendorganisaties zal op een zakelijke wijze worden gecontinueerd en waar mogelijk verbreed."

Den Hollander vindt het onzin om te stellen dat flexibele werkkrachten vaak doorschuiven naar een vaste positie. "Dat zijn maar praatjes. Iedereen praat maar over werk, werk en nog eens werk. Daar wordt het beleid op aangepast." De zogenaamde flex-arbeiders hebben weinig invloed op arbeidsomstandigheden. Ze kunnen elk moment de laan uitgestuurd worden. "De kwaliteit van het werk blijft buiten schot, net als de oorzaken van de structurele werkloosheid. We kunnen het toch veel beter hebben over arbeidstijdverkorting?"

Terug