Lokaal Kabaal 17, april 1996

Auteur: Petra Schultz


Zelfontplooiing van jongeren is uit

School wordt toeleverancier van arbeidskrachten

In de nota "Samen werken aan beroepsonderwijs" van het ministerie van Economische Zaken wordt nergens gesproken over het onderwijs als ontplooiingsmogelijk voor jonge mensen. Integendeel, het uitgangspunt is dat de school "als toeleverancier van arbeidskrachten" jongeren klaar maakt voor het bedrijfsleven. Volgens Hans de Koomen van de Leidse Onderwijswinkel gaat deze vercommercialisering ten koste van kansarme jongeren.

De terugtredende overheid maakt ruimte voor meer commercie in het onderwijs. "Men past economische principes toe op een markt die zich daar niet voor leent", zei de directeur van het Studie- en Ontwikkelingscentrum Volwasseneneducatie toen hij naar een andere baan vertrok. Niet zelden het moment waarop mensen het openhartigst zijn.

Decaan Baltes van het Da Vinci College (voorbereidend beroepsonderwijs) zegt enigszins gegeneerd: "We denken nog niet zo economisch, maar daar moet het wel naar toe. Na de universitaire wereld en de HBO zijn wij nu aan de beurt. Vroeger ontvingen we van de overheid een bedrag per leerling. Nu krijgen we een zak geld en daar moeten we het mee doen. Dat wordt steeds minder, dus zullen we andere wegen moeten bewandelen." Zo vraagt zijn school nu een kleine vergoeding aan bedrijven voor het leveren van stagiaires.

Sponsoren van leslokalen

"Andere wegen" zijn ook het sponsoren van kantines, gangen, lokalen en lesmateriaal. Albert Heyn sponsort kantines om zijn naamsbekendheid onder scholieren te vergroten. Een chipsfabrikant levert rekenflippo's. Ook het geven van cursussen aan bedrijven of particulieren is een vorm van fondswerving. Volgens De Koomen "krijgen leraren steeds minder tijd voor hun eigenlijke taak."

In 1995 staken bedrijven 30 miljoen gulden sponsorgeld in onderwijs en wetenschap. Onderwijs is een groeimarkt, zo constateert het jaarboek Sponsoring en fondswerving: "Potentiële sponsors gaan de vorm van inspanningen dicteren en schoolleidingen tegen elkaar uitspelen. Bedrijven zullen in de toekomst steeds meer effect gaan zien van commerciële toepassingen binnen het onderwijs en scholen zullen steeds afhankelijker worden van het bedrijfsleven."

Werkgevers in schoolbesturen

De nota "Samen werken aan beroepsonderwijs" beveelt aan om het aanbod vanuit de onderwijsprogramma's op de vraag vanuit de regionale arbeidsmarkt af te stemmen. Werkgevers zouden daartoe opgenomen moeten worden in schoolbesturen. In Leiden gebeurt dit inderdaad. Het Da Vinci College en de MTS hebben vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in hun bestuur. Ook het Holtland College heeft werkgevers in haar midden. In de onderwijscommissie Handel zitten werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf. Zij geven mede richting aan het onderwijspakket.

Het Da Vinci College haalt de banden met het bedrijfsleven verder aan door uitstapjes naar bedrijven als Shell en Akzo/Nobel. Baltes: "Op korte termijn heeft dit invloed op de keuzerichting die een decaan adviseert aan leerlingen. Op lange termijn heeft het gevolgen voor het lesprogramma."

Het lesprogramma wordt overigens nog veel directer door het bedrijfsleven beïnvloed. MTS-voorlichter Schreuder: "Sinds 1 januari 1996 heeft het bedrijfsleven meer te vertellen gekregen over de onderwijsprogramma's. De Landelijke Organen van het Bedrijfsleven (LOB) stellen grotendeels de eisen voor het eindexamen vast voor alle bedrijfsopleidingen. Daardoor wordt ons hele onderwijsprogramma straks opgezet door de LOB's."

Ongelijkheid

Scholen moeten op afroep leerlingen leveren. Volgens de nota moet de besteding van de onderwijsmiddelen "geschieden op een vraaggestuurde wijze, rechtdoend aan de behoefte vanuit de bedrijfstak." "Als de Digros mensen nodig heeft, geven scholen mensen 2 weken winkeltraining en klaar", aldus De Koomen. Gorter, directeur van Holtland Contract, wil nog veel sneller werken: "Je kunt van tevoren zien waar het bedrijfsleven behoefte aan krijgt. Je kunt dan mensen scholen zodat ze klaar zijn als de werkgever erom vraagt."

Leerlingen merken de vercommercialisering ook door het verbod op het stapelen van opleidingen. De Koomen: "Nu kunnen jongeren nog doorleren. Dat is nodig om serieus genomen te worden. Het verbod is rampzalig voor de groep die van huis uit weinig gestimuleerd wordt, moeilijk leert of op latere leeftijd Nederlands geleerd heeft. Dit bevordert ongelijkheid."

Terug