Lokaal Kabaal 18, juni 1996

Auteur: Harry Westerink


Van shoarma naar uitzettingsbajes

"Noem maar geen namen, ook niet van mijn zaak." De schrik zit er goed in bij de eigenaar van de Leidse shoarmazaak. Pas 6 maanden open en al 2 keer een inval van politie-agenten op illegalenjacht. "De eerste keer waren het Haagse agenten. Volgens hen was er niets aan de hand. Daarna kwamen er Leidse agenten. Die gingen ver buiten hun boekje."

Voorjaar 1996. Twee agenten in burger vallen een shoarmazaak binnen. Of men de papieren wil laten zien. De broer van de eigenaar staat achter de bar en zegt: "De eigenaar is er niet"." De agenten: "Dan moet jij mee." De broer: "Dat kan niet, de zaak moet open blijven." De agenten: "Niets ervan, meekomen." De broer wil de eigenaar bellen. Dat mag warempel. De agenten: "Maar dan moet hij hier binnen 5 minuten zijn." De broer: "Mag het ook een kwartier duren?" Dat blijkt niet te mogen. De politie gooit de winkel dicht en neemt de broer en twee andere in de zaak aanwezige mensen mee naar het politiebureau aan de Langegracht.

Twee andere inmiddels gearriveerde agenten blijven wachten op de eigenaar. Als die er aankomt, zeggen ze: "Jij hebt zeker ook geen geldige papieren." De eigenaar: "Ik heb een verblijfsvergunning." Hij is gelegaliseerd na 6 jaar werk in Nederland. "Bel mijn advocaat maar", antwoordt hij. "Wij weten het beter dan jouw advocaat", zegt de politie. "We komen volgende week wel weer langs. Dan pakken we jou ook op."

Op het bureau kan de broer kan geldige papieren laten zien. De twee anderen niet. Die worden na paar dagen overgebracht naar de uitzettingsgevangenis Nieuwersluis. Volgens de eigenaar is de behandeling daar "heel goed", misschien wel tot zijn eigen verrassing.

Oprotten

Volgens de eigenaar zou in de buurt de indruk kunnen ontstaan dat hij een soort maffiabaas is: "Als buitenlander doe je het in de ogen van de politie nooit goed. Je bent altijd verdacht. Als je een uitkering hebt en ook als je hard werkt en braaf je belastingen betaalt." Met de horeca in de straat heeft hij "gelukkig hele goede contacten", ook na de inval.

De advocaat van de eigenaar verklaarde dat de politie de grens van het toelaatbare ruimschoots heeft overschreden. Agenten mogen niet zomaar zonder goedkeuring van hogerhand horecagelegenheden binnenvallen "gewoon om even te kijken" en in de boekhouding en andere papieren te snuffelen.

De Leidse politie pest wel vaker. Laatst stond de eigenaar met zijn auto voor zijn zaak: "Komt de politie aanrijden. Die zegt meteen: "Oprotten". Ik zeg: "Je mag me een boete wegens fout parkeren geven, maar niet uitschelden." Ook politie-agenten horen zich aan de wet houden. Maar ze gedragen zich alsof ze alles mogen. Totdat je er zelf wat van zegt."

Terug