Lokaal Kabaal 21, februari 1997

Auteur: Harry Westerink


Kritiek op boek over nieuwkomers in Leiden

Geen geschiedenislesje, maar solidariteit hier en nu!

In 1995 organiseerde de Dirk van Eck-Stichting de studiedag "Nieuwkomers in Leiden 1400-2000". De voordrachten van een aantal wetenschappers op die dag zijn onlangs gebundeld in het boek "In de nieuwe stad". Daarin wordt in vogelvlucht een beeld geschetst van de positie van migranten en vluchtelingen vanaf de Middeleeuwen tot heden. Leiden ontving rijke vluchtelingen met open armen. Maar hoe verging het de armen die hier aanklopten?

Al een aantal jaar voert de gemeente Leiden een campagne onder het motto "Leiden, stad van vluchtelingen". Men probeert via de Leidse geschiedenis het maatschappelijk draagvlak voor de opvang van vluchtelingen te vergroten. Wethouder Jan Laurier spreekt in de inleiding van het boek de hoop uit dat autochtone Leidenaren meer begrip krijgen voor nieuwkomers, wanneer ze beseffen dat hun eigen voorouders in een vergelijkbare situatie hebben verkeerd als de asielzoekers van nu.

Echter, met de vluchteling van eeuwen geleden kun je heel moeilijk begrip kweken voor de vluchteling van nu. Toen ging het om onder meer Portugese joden, Franse hugenoten, Vlaamse textielarbeiders en Engelse Pilgrimfathers. Witte mensen dus, met een vergelijkbare culturele en economische achtergrond als de Nederlanders. Nu zijn het vaak zwarte mensen van buiten Europa, gevlucht uit landen die na eeuwen kolonialisme arm zijn gemaakt door de Europese landen. De uitbuitingsverhouding tussen het Zuiden en Noorden van de wereld anno 1997 is geheel anders dan de verhouding tussen Europese landen en streken anno 1600 of 1700.

Aanwinst

Vroeger werden nieuwkomers die rijkdom en kennis meebrachten, met open armen ontvangen. In de zeventiende eeuw bestond de financiële en wetenschappelijke elite van Leiden voor een aanzienlijk deel uit allochtonen. Ook armere migranten waren soms welkom. Zowel in de jaren 60 van onze eeuw als lang geleden in de dertiende eeuw werden gastarbeiders naar Holland gelokt om te voldoen aan de vraag naar arbeidskrachten. Zolang politieke en economische vluchtelingen geen last zijn, maar een aanwinst, een mogelijkheid voor de autochtonen om er beter van te worden, mogen ze hier blijven. Maar de geschiedenis leert dat het tij keert, zodra het slecht gaat met de economie. Dan steekt vreemdelingenhaat de kop op.

"Zigeuners"

Met het opkomende nationalisme in de negentiende eeuw en de voortschrijdende indeling van mensen in 'eigen' en 'vreemd' in de twintigste eeuw wordt het nieuwkomers steeds moeilijker gemaakt om een 'gewoon' lid van de samenleving te worden. Uit het boek blijkt dat er door de eeuwen heen een proces van toenemende uitsluiting van nieuwkomers heeft plaatsgevonden.

Maar eeuwen geleden al sloten autochtonen arme mensen uit die van ver kwamen en zich 'anders' gedroegen. In de vijftiende eeuw bijvoorbeeld vluchtten mensen uit de Balkan naar Nederland, als gevolg van oprukkende Turken en Mongolen. Ze werden voor "zwervende pelgrims" uit "Klein-Egypte" aangezien. Daarvan is de benaming "gypsies" afgeleid, oftewel "zigeuners". Hier werden zij al snel met uitzetting bedreigd, omdat er onder hen, in moderne bewoordingen gesteld, "profiteurs" zouden zijn, "onechte asielzoekers" die "misbruik van voorzieningen" zouden maken.

Dienstbodes en Chinezen

Na de Eerste Wereldoorlog trokken rijke Leidenaren Duitse dienstbodes aan, die wegens de beroerde economische situatie in Duitsland gedwongen waren om in Nederland werk te zoeken. Later, toen de crisis ook in Nederland toesloeg en men vond dat eerst de Nederlanders aan het werk geholpen moesten worden, werden ze weer uitgezet naar Duitsland. Werkloze Chinese zeelieden moesten in dezelfde tijd hun toevlucht nemen tot de verkoop van pindakoekjes. Al snel werden ze illegaal verklaard en na razzia's massaal gedeporteerd naar het door oorlog geteisterde China. Uit het boek blijkt dat razzia's en deportaties van alle tijden zijn, vooral van alle economisch slechte tijden. Het is veelal het kapitalisme geweest dat vreemdelingenhaat heeft gestimuleerd.

Met een beroep op de geschiedenis van Leiden kun je de autochtone Leidenaar dan ook moeilijk uitleggen dat vluchtelingen hier opgevangen moeten worden. Tenzij je de geschiedenis vervalst of eenzijdig voorspiegelt. Beter kun je een beroep doen op een gevoel van solidariteit en rechtvaardigheid, gekoppeld aan strijd tegen de motor achter de gedwongen migratie: een door en door verrot economisch systeem.

Terug