Lokaal Kabaal 21, februari 1997

Auteur: Omar Berri


"Alsof het om transport van dieren ging"

Illegaal beschrijft zijn deportatie

Een naar Marokko gedeporteerde illegaal schreef Lokaal Kabaal onlangs een lange brief, die we hieronder ingekort weergeven.

"Ik ben 21 oktober 1996 om 2.00 uur 's nachts gearresteerd en in het Leidse politiebureau opgesloten. Toen de vreemdelingenpolitie mij 's ochtends naar mijn naam en nationaliteit vroeg, zei ik dat ik een Irakees was en dat mijn naam Youssef El Houcime luidde. Die avond kwam de advocate, mr. Hes. Zij vertelde me dat de politie niet het recht heeft om mij meer dan 10 dagen op het politiebureau vast te houden. Als de politie zich daar niet aan zou houden, mocht ik haar opbellen. Ze overhandigde mij haar visitekaartje en vertrok."

Hongerstaking

"'s Nachts besloot ik niet meer te eten of te drinken. Tegen een agent zei ik dat ik in totale hongerstaking was gegaan. Ik vroeg hem om dit tegen zijn meerderen en mijn advocate te zeggen. Ik heb 3 dagen lang niet gegeten of gedronken. Al die tijd heeft de politie geen contact met mijn advocate opgenomen! Op 26 oktober hoorde ik dat ik naar een gevangenis buiten Leiden zou worden overgebracht. Is het niet onvoorstelbaar naar de gevangenis te moeten zonder eerst voor een rechtbank te zijn geleid? Ik was te vermoeid door de hongerstaking en kon niet meer spreken. Ik was verrast een politiewagen aan te treffen met daarin kooien. Alsof het om transport van dieren ging. Ik stapte in en zag achterin nog 2 personen. Vervolgens vertrokken we in de richting van Schiphol. De twee anderen werden daar afgezet. Toen vertrokken we naar Haarlem, waar een andere gevangene klaar stond."

Naakt

"Daarna gingen we naar Utrecht, waar de gevangenis staat. Dat is een tot illegalengevangenis omgebouwde militaire kazerne. Twee agenten wilden dat ik me uitkleedde. Ik trok alles uit, terwijl zij toekeken. Ik was helemaal naakt! Ik moest een douche nemen. Ze gaven me militaire kleding. Mijn kleren en andere spullen hielden ze bij zich. Alle agenten daar zijn met een draadloze telefoon uitgerust en met een zendcode, zoals "whisky", "gamma", en "rodeo". De deuren van de gebouwen en de toegangspoort gaan automatisch open na het doorgeven van zo'n code.

Ik zat in een van de 3 paviljoenen. Die bestond uit 30 cellen en een politiecontrolepost. Er waren permanent 4 agenten en een politiechef aanwezig. Alle cellen waren bezet. Een Chinees zat al meer dan 9 maanden. Een Algerijn al 8 maanden. Het merendeel al meer dan 2 maanden."

Lopende band

"Om 6. 30 uur stond ik op. 's Ochtends werkte ik, van maandag tot en met vrijdag. Zaterdag en zondag was er sport of recreatie. Vaak zat ik 's avonds en 's nachts 15 uur aan een stuk door op mijn cel. Het werk bestaat uit lopende band-arbeid. Producten inpakken en assembleren, bijvoorbeeld parfum en elektronica. Je verdient er 4 gulden per uur mee. Je betaalt er de televisie (5 gulden per uur) en het eten mee. Ik vroeg of ik de leidinggevende mocht spreken, maar niemand wilde naar me luisteren. Ik had het recht niet, zeiden ze, om contact met mijn advocate op te nemen. Op de vijfde dag kwam een auto me ophalen. Ik wist niet waar ik heen ging. Dat bleek het Marokkaanse consulaat te zijn. Ik ging met 2 agenten naar de consul, die mij over mijn nationaliteit ondervroeg. Ik zei hem dat ik Irakees was. Daarna keerde ik terug naar de gevangenis. Ik ben in opstand gekomen omdat ik vond dat de mensenrechten niet werden gerespecteerd. Ik werd in mijn cel opgesloten."

Valse papieren

"Twee dagen later kwamen ze me om 7.00 uur 's ochtends zeggen dat ik mijn spullen moest ophalen. Ik zou vertrekken, maar ik wist niet waarheen. Na me te hebben omgekleed, werd ik met een auto naar Schiphol gebracht. Tegen 2 agenten daar zei ik dat mijn naam Omar Berri was en dat ik niet kon vertrekken zonder paspoort of bagage. Ze wilden van niets weten. Niemand wilde naar me luisteren. Ik vroeg om het formulier van de Marokkaanse consul. Het was vervalst en vermeldde dat mijn naam Youssef El Hocime luidde, geboren op 7 september 1967 in Nador, Marokko, en in het bezit van een rijbewijs met een bepaald nummer. Dat bezit ik niet. De vliegticket was op naam van El Hocime gesteld. Op basis van vervalste formulieren dus werd ik naar Marokko teruggestuurd. Dat had ik op het vliegveld al aan de leidinggevende agent verteld. En ook dat ik alles al had geregeld om te kunnen deelnemen aan een terugkeerproject.

Ik werd op het vliegtuig met bestemming Casablanca gezet. Omdat ik onder een valse naam had gereisd, zagen de autoriteiten zich verplicht om mij te arresteren. Drie dagen, de duur van het onderzoek, zat ik vast. Ik werd vervolgens opgeroepen om op 28 januari 1997 voor de rechtbank te verschijnen."

Terug