Lokaal Kabaal 22, april 1997

Auteur: Harry Westerink


Ziek van broodjes gezond

Geen toekomst in eigen land. Daarom besloot de Spanjaard M. op z'n vijftiende als illegaal in Nederland zijn geluk te gaan zoeken. Geluk is voor hem werk hebben. Op het laatst liep het mis. Nu zit hij in gevangenis De Geniepoort in Alphen aan den Rijn.

Veel geluk heeft M. niet gehad. Tot z'n zevende ging hij naar school. Zijn vader heeft hij nooit gekend. Zijn moeder is gestorven toen hij 10 jaar was. Daarna werkte hij een paar jaar in een bar. Toen hij 15 jaar was, ging hij met een vriend van 25 jaar mee naar Nederland. Zonder paspoort, want dat had hij niet. Zoveel jaar later kan hij daardoor niet bewijzen dat hij Spanjaard is. M. spreekt Spaans, somt de namen van Spaanse steden achter elkaar op en is voetbalfan van Barcelona. De politie beweert echter dat hij Marokkaan is. En illegale Marokkanen worden het land uitgejaagd. Kon hij maar aantonen dat hij Spanjaard is. Dan mag je blijven, als je tenminste werk hebt.

Rozen met doornen

In Nederland werkte M. 8 jaar lang keihard. Zwart werk. Eerst bij de bloemenveiling in Aalsmeer. Zo leerde hij de schaduwzijde kennen van Neerlands bloementrots. Elke dag aan de lopende band rozen snijden, overal rozen met doornen. Daarna ging hij bij een cateringbedrijf in Amsterdam werken. Hij moest in een halfgebukte houding broodjes smeren en beleggen. Broodjes gezond. Maar echt gezond was het niet. Hij kreeg het blijvend aan z'n rug. Hij verdiende 7 gulden per uur, terwijl de legale collega's voor hetzelfde werk 12 gulden per uur kregen. Hij moest met het openbaar vervoer meer dan 2 uur per dag reizen, van huis naar werk, van werk naar huis. Elke dag, ook zaterdag. Alleen op zondag was hij vrij. De rest van de week steeds om ongeveer 6.00 uur op, de hele dag werken, om ongeveer 19.30 uur thuis, dan koken, dan uit hijgen, even tv kijken, dan naar bed. Hij had geen tijd om boodschappen te doen. Dat deed een collega, op donderdagavond.

Hij moest ongeveer 200 uur per maand halen, 50 uur per week. Als er overwerk was, moest hij blijven. Soms tot 23.00 uur. Zo lagen de machtsverhoudingen. Deed hij moeilijk, dan kon hij er zo uitvliegen. Zo op straat worden geschopt, zonder uitkering, zonder pensioen. Voor hem 10 anderen.

Mountain-bikes

Toen werd M. ontslagen. Vanwege iets onbenulligs, een ruzie om een radio. Hij had geen inkomen meer. Hij wilde z'n slag slaan. Hij moest toch wat. Kennissen gebruikten hem als drugskoerier en gaven hem "een paar pakjes". Drie keer ging het goed. De vierde keer werd hij gepakt. Ze sloten hem op in de gevangenis met het soberste regime van Nederland. Het was zijn eerste keer. Daar zit hij nu al 4 maanden, in afwachting van z'n rechtszaak. "Het onderzoek loopt nog", zegt de politie, die denkt dat hij ook heeft gedeald. Misschien krijgt hij 5 maanden, misschien meer.

Ook in de gevangenis werkt M. Anders verveel je je dood. Bovendien: hij moet wel, want ook in de gevangenis is het leven duur. Hij zet mountain-bikes in elkaar voor nog minder loon dan vroeger: 7 gulden 40 per dag. Per dag. Vroeger verdiende hij dat nog per uur. In dozen verpakt komen de losse fietsonderdelen uit lage lonenland China. In Derde Wereld-gebied De Geniepoort monteren goedkope gevangenen de mountain-bikes, waarna ze worden geëxporteerd naar Frankrijk. Voor wie werkt hij nu? Dat weet hij niet. Vroeger kende hij tenminste nog de naam van zijn baas.

Rijke toeristen

M. is een goeiige, zelfs wat naïeve jongen. Z'n leven is geen pretje en veel eigenwaarde heeft hij niet. Maar hij is er wel trots op dat hij zo hard kan werken. Dat heeft z'n baas vroeger zelf gezegd. Aandoenlijk en schrijnend tegelijk is het om te zien dat hij glimt van genoegen over het feit dat hij genadeloos wordt uitgebuit. Als hij die trots verliest, dan heeft hij helemaal niets meer. Dan kan hij zichzelf niet meer zonder schaamte in de spiegel aankijken. Ook in de gevangenis gedraagt hij zich voorbeeldig. "Waren ze hier maar allemaal als hij. Dan hadden we geen problemen", vertrouwt een bewaker een bezoeker van M. ongevraagd toe.

Als M. aan Spanje denkt, wordt hij somber. Teruggaan is zinloos. Daar is toch geen werk. Spanje is een mooi land. Ja, voor rijke toeristen, uit Nederland bijvoorbeeld. Iedereen die hij kent werkt voor toeristen die het geld over de balk smijten. Iedereen vecht voor een baantje. De concurrentie is moordend. Maar hij wil koste wat het kost zijn droom verwezenlijken: een opleiding, een vriendin, een baan en een dak boven z'n hoofd. Het liefst in Nederland.

Terug