Lokaal Kabaal 22, april 1997

Auteur: Ellen de Waard


Zesjaarsregeling blijkt wassen neus

De weg naar legalisering is afgesloten

De Egyptenaar Mohammed Sharif verblijft illegaal in Nederland. Hij heeft de afgelopen 6½ jaar zo'n 5 jaar wit gewerkt. Illegalen die aantoonbaar 6 jaar wit hebben gewerkt en premies hebben afgedragen, zouden volgens de "zesjaarsregeling" in aanmerking kunnen komen voor een legale status en een verblijfsvergunning. Nog één jaar wit werken en dan is voor Sharif de verblijfsvergunning binnen bereik, zo lijkt het. Niets is minder waar: de regeling blijkt voor veel illegalen een haast onneembare burcht.

De overheid wil met de zesjaarsregeling een humanitaire indruk maken. Een groot struikelblok voor illegalen vormt de eis dat het witte werk onafgebroken moet hebben plaatsgevonden. Illegalen werken vaak alleen wit als seizoenarbeider of bij topdrukte. De rest van de tijd werken ze weinig of zwart. Want hun werkgevers dragen vaker niet dan wel premies en loonbelasting af.

Onafgebroken wit

De geschiedenis van de zesjaarsregeling is rommelig. Informeel bestaat de regeling sinds 1991, maar omdat rechters de regeling uiteenlopend toepasten, legde de staatssecretaris eind 1994 de regeling vast. Ze kreeg direct een groot deel van de Tweede Kamer over zich heen: de illegalen zouden niet hard genoeg aangepakt worden. De staatssecretaris trok de regeling daarop snel in. In maart 1995 kwam ze met een aangepaste versie op de proppen en in mei 1996 scherpte ze de regeling nog een keer aan. Nog steeds gaan rechters heel verschillend om met de regeling. De eisen en eventuele verzachtende omstandigheden worden uiteenlopend geïnterpreteerd. "Ik ken wel verhalen van illegalen die het gelukt is om zo aan een verblijfsvergunning te komen. Maar vaak blijkt het voor ons onmogelijk. In de praktijk is er altijd wel een reden te vinden voor afwijzing", aldus Sharif.

Sinds midden 1994 geldt de niet vastgelegde norm dat een illegaal aantoonbaar minimaal 200 dagen per jaar verzekerd moet zijn volgens de sociale zekerheidswetgeving. Rechters houden zich steeds strenger aan die norm. Illegalen die over één of meer jaren niet het aantal van 200 dagen halen, worden al snel afgewezen. Rechters zijn vaak niet bereid die dagen over verschillende jaren te middelen. "Ik heb eerst 3 jaar zwart gewerkt, toen 2½ jaar wit, weer 1½ jaar zwart, en sinds 2½ jaar weer wit", aldus Sharif, die dus niet onafgebroken wit heeft gewerkt. Aanspraak maken op de regeling heeft voor hem geen zin.

Vakantie

Omdat de regeling voor illegalen bedoeld is, vindt de staatssecretaris dat een periode van legaal verblijf niet mag meetellen. Ze vindt ook dat inschrijvingsbewijzen van het bevolkingsregister getoond moeten worden om de duur van hun verblijf in Nederland vast te stellen. Rechters houden er gelukkig vaak rekening mee dat die inschrijving op problemen stuit. Sharif: "Ik ken iemand die in 8 jaar 35 keer verhuisde. Illegalen verhuizen vaak uit angst dat de buren hen verraden, of nadat een huisgenoot is opgepakt, of vanwege privacyproblemen omdat ze met anderen samenwonen in kleine ruimten." Rechters nemen vaak genoegen met andere bewijzen die de duur van hun verblijf aantonen, zoals gegevens van de belastingen, werkgevers, verzekeraars, scholen en artsen.

Veel illegalen bevinden zich langere tijd in Nederland, maar zijn tussendoor wel eens uit Nederland weggeweest. Sinds 8 mei 1996 geldt dat een afwezigheid van 4 à 6 weken acceptabel is. Bij langere afwezigheid gaat de legalisering niet door. Sharif is sinds zijn komst naar Nederland in 1987 niet terug naar Egypte geweest. "Ik vind het risico te groot. Het kom je terug en hoe lang duurt dat? Dan ben je je werk en huis kwijt, en moet je weer helemaal opnieuw beginnen."

Addertjes onder het gras

Naast aantoonbaar verblijf en wit werk zijn nog andere zaken van belang voor de beoordeling. De illegaal mag geen onjuiste gegevens hebben verstrekt, geen criminele antecedenten hebben en niet gedeporteerd zijn in de laatste 6 jaar. Rechters wijzen legalisering helaas niet alleen bij daadwerkelijke deportatie af, maar ook bij een aanzegging van de politie om Nederland te verlaten. Ook valse documenten zijn een contra-indicatie. Sharif: "Ik heb een eigen SOFI-nummer, maar mijn werk- en verblijfsvergunning zijn vervalst. Anders kan ik niet aan wit werk komen. Werkgevers vragen tegenwoordig allemaal om een legitimatie en verblijfsvergunning."

Kamerleden verschuilen zich wel eens achter de regeling. Die zou bewijzen dat er voor "langdurig illegalen" een humanitair beleid is gecreëerd. De kansen voor illegalen zijn echter nihil. Het net wordt steeds strakker aangetrokken. Sharif heeft weinig hoop meer op een legaal verblijf. "Ik heb heel veel heimwee, en ook mijn familie wil graag dat ik terugkeer. Ik blijf hier nu alleen omdat ik hier meer persoonlijke vrijheid heb." Voor Sharif is een bestaan in de illegaliteit blijkbaar te prefereren boven de verstikkende Egyptische samenleving. Nog wel, maar hoe lang nog?

Terug