Lokaal Kabaal 23, mei 1997

Auteur: Harry Westerink


Koudekerkers klagen vreemdelingenpolitie aan

Koudekerk aan den Rijn: een onopvallend dorp waar je niet meteen razzia's en deportaties verwacht. Toch jaagt de vreemdelingenpolitie ook daar op uitgeprocedeerde vluchtelingen, ook al worden die ondersteund door bevlogen buren. Een verhaal over onmacht, woede en vriendschap.

Toen de Bosnische Samiya Dziho in verwachting was, werden haar vader en broer doodgeschoten. Tijdens een razzia moesten zij en haar man Haris Dziho in Bosnië alles hals over kop achterlaten. Samen met hun pas geboren baby Mirsad vluchtten ze in februari 1994 naar Berlijn, om bij familie daar op adem te komen. Omdat de baby ziek was geworden, bleven ze er 2 weken. Ze vroegen in Duitsland geen asiel aan. Wel in Nederland. Uiteindelijk belandden ze in een ROA-woning aan de Van Poelgeestlaan in Koudekerk aan den Rijn.

Moeder Ellen Beurse, dochter Ellis en vriendin Ineke van Verseveld trokken zich het lot van het Bosnische gezin erg aan. Wat begon als burenhulp in de vorm van kinderoppas, groeide uit tot warme vriendschap met de vluchtelingen. Het Bosnische gezin integreerde in de buurt en begon eindelijk wat tot rust te komen. "We zagen hen opbloeien", aldus Ellen.

Negatief

De Bosniërs kregen een tweede negatieve beschikking op hun asielaanvraag. Die werd enkel en alleen afgewezen, omdat ze eerst in Berlijn waren geweest. De Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) vond dat ze niet duidelijk hadden gemaakt dat ze vanaf hun vertrek uit Bosnië de bedoeling hadden om naar Nederland te gaan.

Het gezin vroeg Ellen mee te gaan naar hun advocaat Van Schijndel. Ellen was erg verbaasd over zijn reactie: "Hij wilde eerst niet eens met ons praten, want dat had volgens hem geen zin meer. Hij zei dat het afgelopen was."

Ook VluchtelingenWerk Rijnwoude weigerde volgens Ellen om de dreigende uitzetting van het gezin te verhinderen. Integendeel, men zei tegen de Bosniërs: "Je moet wel zorgen dat je koffers klaar staan." Ellen vermoedt dat de vreemdelingenpolitie Leiderdorp VluchtelingenWerk heeft ingeschakeld om de uitzetting zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Onderduiken

De ondersteuners namen geen genoegen met de passiviteit van de advocaat en VluchtelingenWerk. Op hun aandringen verklaarde de huisarts dat het onverstandig was om het gezin uit te zetten. Na veel getouwtrek wilde de advo caat met deze medische verklaring nog een poging doen om het gezin hier te houden. Omdat de ondersteuners het ergste vreesden, vroegen ze op vrijdag 12 juli 1996 aan de vreemdelingenpolitie wat er zou gebeuren bij een mogelijke uitzetting. Die stelde hen gerust: "Het gezin krijgt eerst een brief thuis waarin staat op welke dag en hoe laat men zich moet melden om uit Nederland te vertrekken. Er is voor u voldoende gelegenheid om afscheid te nemen."

Dat bleek gelogen. Want de maandag erna, op 15 juli 1996 om 8.30 uur, vond er aan de anders zo vredige Van Poelgeestlaan een razzia plaats. Met een geblindeerd ME-busje, een hoop machtsvertoon en een heleboel agenten werden de vluchtelingen weggevoerd richting Duitsland.

Verhaal halen

Toen de ondersteuners later bij de vreemdelingenpolitie hun beklag gingen doen, zei deze laconiek: "Als u hen had laten onderduiken, dan waren ze nog in Nederland. Dit zal u geen tweede keer overkomen." De politie vertelde dat de IND die vrijdagmiddag 12 juli pas laat opdracht had gegeven om het gezin uit te zetten. Ineke gelooft daar niets van: "Want de hele uitzettingsprocedure kan nooit in zo'n korte tijd zijn geregeld, en nog wel in het weekend. Later heeft de politie zwart op wit bevestigd dat al in april 1996 bij hen bekend was dat het gezin uitgezet zou gaan worden. En ik denk dat VluchtelingenWerk daarvan ook op de hoogte was. Alleen wij en de vluchtelingen wisten van niets." De ondersteuners dienden een klacht in, die echter ongegrond werd verklaard. De zaak kwam in de landelijke media, en D66-Tweede Kamerlid Dittrich stelde vragen aan staatssecretaris Schmitz. Die dekte de uitvoerders van haar beleid.

Sardientjes

Vriendin Ineke heeft nu een heel ander beeld van Nederland gekregen: "Het gezin is zonder geld, eten en medische zorg over de Nederlands-Duitse grens gezet. De dag ervoor was de huisarts nog bij het gezin geweest omdat de baby hoge koorts had." De Bosniërs wachten nu in Berlijn de beslissing op een nieuwe asielaanvraag af. Dat leidt opnieuw tot tergende onzekerheid en spanning. Hun vriend Miro, kind aan huis bij de Nederlandse familie, is inmiddels wel erkend als vluchteling: "Toen ik in een concentratiekamp in Bosnië zat, kreeg ik als eerste voeding een blikje sardientjes van Nederlandse makelij. Daarom vluchtte ik rechtstreeks naar Nederland en mag ik hier wel blijven."

Terug