Lokaal Kabaal 24, juli 1997

Auteur: Ellen de Waard


Repressief asielbeleid stimuleert vrouwenhandel

Nieuwe armoede, nieuwe kansen voor vrouwenhandelaren. De laatste jaren worden vooral vrouwen uit het voormalige Oostblok geronseld. De nieuwste trend: jonge asielzoeksters bij de poort van asielzoekerscentra oppikken. Het keiharde asielbeleid leidt tot meer vrouwenhandel. De slachtoffers kloppen ook aan bij De Fabel van de illegaal en vrouwenopvang Rosa Manus.

Vrouwenhandelaren is geen middel te dol om hun lucratieve seksslavinnenhandel te drijven. Afgelopen najaar meldden de kranten dat in anderhalf jaar tijd zo'n 270 jonge asielzoeksters verdwenen, meestal kort na aankomst op een asielzoekerscentrum. Volgens staatssecretaris Schmitz trekken velen bij familie in of reizen door naar een ander land. In Antwerpen rolde de politie echter een netwerk van Nigeriaanse vrouwenhandelaren op. Die pikten de vrouwen op bij de poorten van Nederlandse asielzoekerscentra. De meisjes en vrouwen werden tot prostitutie gedwongen. Velen waren al in Nigeria geronseld met de belofte dat ze in Nederland gewoon werk zouden krijgen. 80% van de "zichtbare" Antwerpse prostitués bleek afkomstig uit Nigeria. Al deze vrouwen hadden een asielaanvraag in Nederland lopen.

Voor de Stichting Tegen Vrouwenhandel (STV) waren deze schokkende gegevens een signaal om met VluchtelingenWerk te gaan praten. Daar ving men bot. "VluchtelingenWerk ziet geen concrete aanwijzingen voor een groot probleem. Ze stellen zich op hetzelfde standpunt als Schmitz. Wij willen het probleem echter niet onder tafel schuiven", aldus STV-medewerkster Ineke van der Wolff.

Armoede

Jarenlang werden vrouwen vooral geronseld in Zuid-Oost Azië, Zuid-Amerika en Afrika. Sinds de val van de muur halen handelaren de vrouwen voornamelijk uit Oost-Europa. Migratie naar het rijke westen is een van de weinige mogelijkheden voor vrouwen om hun levensomstandigheden te verbeteren. De familie van de vrouwen is vaak enorm afhankelijk van hun inkomen. De vrouwen worden gepaaid met het vooruitzicht op een huwelijk of met de belofte van goed betaald werk, soms als prostituee. In Nederland worden ze gedwongen zich te prostitueren. Paspoorten worden afgepakt en de vrouwen opgesloten. Er worden extreem hoge bedragen geëist voor de 'bemiddeling' en hun verdiensten worden grotendeels afgenomen. Niet alle vrouwen komen in de prostitutie terecht. Sommigen worden gebruikt als huissloof of als exotische huwelijkspartner. Stereotiepe denkbeelden over de traditionele vrouwenrol en het onderdanige en erotische karakter van gekleurde vrouwen liggen hieraan ten grondslag.

Hoewel de vrouwen uit ekonomische motieven hierheen komen, is er geen sprake van arbeidsmigratie. Bij vrouwenhandel staan misleiding en vrijheidsberoving centraal. Over het algemeen hebben de vrouwen geen legale status: zij komen binnen met een kortdurend toeristenvisum of een werkvergunning. Getrouwde vrouwen hebben gedurende de eerste 3 jaar van hun huwelijk geen zelfstandige verblijfsstatus. Dit maakt dat de vrouwen in een extreme afhankelijkheidspositie verkeren.

Weinig opvang

Vrouwenhandel is georganiseerde misdaad waar moeilijk een vinger achter te krijgen is. Niet alleen omdat alles in een sfeer van geweld en intimidatie plaatsvindt, maar ook omdat de juridische mogelijkheden voor vervolging beperkt worden gehouden. Er is weinig bekend over de omvang van vrouwenhan del. In Nederland gaat het zeker om duizenden vrouwen.

Pas de laatste 10 jaar is er dankzij de STV aandacht voor vrouwenhandel. Vier speciale politieteams zijn weliswaar belast met de opsporing van vrouwenhandelaren. Maar er zijn te weinig plekken in de opvanghuizen voor de groeiende groep vrouwen die aangifte doet van vrouwenhandel. En de overheid heeft de afgelopen jaren de subsidie stopgezet voor specifieke opvang- en aanlooppunten voor prostituees in de Randstad. Diverse Leidse instellingen zijn door de STV gevraagd voor een landelijke projekt om vrouwen op te vangen en informatie over vrouwenhandel te verzamelen. Een van die instellingen is Vrou wenopvang Rosa Manus. "Wij vangen al een aantal jaren slachtoffers van vrouwenhandel op, omdat wij erkenning van dit probleem heel belangrijk vinden. Deze vrouwen vallen meestal buiten onze doelgroep. Daarom vangen we per opvanghuis slechts een van hen op", aldus Rosa Manus-medewerkster Dinie Vilters.

Open grenzen

De overheid dwarsboomt de belangenbehartiging van de slachtoffers van vrouwenhandel met haar repressieve beleid. Dat constateren ook Vilters en Van der Wolff. "Vroeger maakte de politie jacht op illegale vrouwen onder het mom van bestrijding van vrouwenhandel. De inmiddels verscherpte vreemdelingenwetgeving is absoluut niet in het belang van de vrouwen. Want de overheid geeft vrouwenhandelaren zo nog meer mogelijkheden om vrouwen afhankelijk van hen te houden. Vrouwenhandel kun je alleen bestrijden door de vrouwen meer te beschermen", aldus Van der Wolff.

De handel in vrouwen kan tegengegaan worden door de grenzen open te gooien en arme vrouwen het recht te geven naar rijke landen te migreren. Zolang het West-Europese beleid erop gericht is de grenzen voor migranten dicht te houden, zullen handelaren voorzien in de behoefte aan makkelijk uit te buiten arbeidskrachten voor de seksindustrie.

Slachtoffers durven zelden hun handelaren aan te klagen omdat zij als illegaal geen enkel recht op verblijf hebben. Vrouwen die overwegen aangifte te doen van vrouwenhandel hebben 3 maanden bedenktijd. Mocht het tot een proces komen, dan krijgen illegale vrouwen gedurende de rechtszaak een gedoogstatus. Daarna worden ze alsnog genade loos uitgezet. Van de Wolff: "Het is bijna uitgesloten dat deze vrouwen mogen blijven. Van de 1000 vrouwen die wij de afgelopen 10 jaar hebben begeleid, kregen slechts 8 vrouwen een verblijfsvergunning op humanitaire gronden."

Terug