De Fabel van de illegaal 28, april1998

Auteur: Petra Schultz


"Ondersteuning van illegalen is vanzelfsprekend"

Niet alleen politiek linkse organisaties als De Fabel van de illegaal ondersteunen illegalen. Er zijn in Leiden ook veel mensen uit religieuze kringen actief voor mensen zonder papieren. Weer anderen steunen illegalen vanwege hun beroepseer, of omdat het hun landgenoten zijn. Het eerste deel van een rondje langs de illegalenondersteuners.

Ik ontmoet voorzitter Mohammed Sayem in een kleine drukke ruimte bij de Marokkaanse Unie "El Moultaka". Wanneer we naar een rustige plek lopen, komen anderen ons achterna. Zij hebben ook belangstelling voor het gespreksonderwerp. Akkoord, het wordt een groepsgesprek.

Landgenoten

Mohammed, Benjounes en Miloud vinden het ondersteunen van illegalen vanzelfsprekend. Miloud: "Het zijn landgenoten. Je mag ze niet discrimineren of uitsluiten, dan ben je verkeerd bezig als Marokkaan." Sayem: "We gaan er vanuit dat elk individu recht heeft op basisvoorzieningen. Iedereen hier denkt daar hetzelfde over."

Sayem is in 1988 voor het eerst in contact gekomen met illegalen. Twee Marokkanen dreigden toen uitgezet te worden. "Er werden handtekeningen verzameld en een demonstratie georganiseerd. Dat hielp, want ze mochten blijven." Benjounes leerde De Fabel en El Moultaka 3 jaar geleden kennen, toen beide organisaties samen een avond over illegalen organiseerden.

Miloud vraagt onverwachts aan de anderen of zij vroeger illegaal zijn geweest. Mohammed niet, Benjounes wel. Miloud: "Illegaal zijn is zielig, daar praat je niet over. Mensen kunnen hier gewoon voor de gezelligheid komen. Het is voor ons niet van belang of iemand legaal of illegaal is."

Het contact met illegalen verloopt via de commissie hulpverlening. "Mannen van alle leeftijden, die hier al jarenlang werken, komen om hulp. We kunnen hen moreel ondersteunen en in contact brengen met illegalen die de wegen beter kennen. Voor geld en onderdak verwijzen we naar de moskee. Voor medische zorg naar De Fabel", aldus Sayem.

Sinds eind jaren 80 is het klimaat verhard. Miloud vat het kort samen: "Alle deuren gaan op slot". "Door de Koppelingswet overheerst bij ons de machteloosheid. Legalisering via de zesjaarsregeling kan niet meer en gezinshereniging wordt steeds moeilijker. Toch moeten we Nederlanders blijven overtuigen van de noodzaak van ander beleid. Na de discussie over Gümüs zijn er nu meer initiatieven voor illegale arbeiders." Tegen het einde van het gesprek geeft Miloud aan waarom hij erbij is komen zitten. Hij wil weten wat De Fabel kan doen voor een vriend die vastzit.

Iedereen zoekt geluk

Fabel-medewerkster Ellen de Waard kwam in 1989 voor het eerst in contact met illegalen. Dat was bij Blijf van m'n Lijf, een opvanghuis voor mishandelde vrouwen. Sommige bewoonsters waren illegaal geworden, nadat hun afhankelijke verblijfsvergunning was ingetrokken. Dat was omdat ze binnen 3 jaar waren gescheiden. De Waard leerde er een Thaise vrouw kennen die via vrouwenhandel in Nederland terecht was gekomen en die later was getrouwd met een Nederlander. In het opvanghuis woonden ook een Poolse en een Marokkaanse vrouw met hun kinderen. Op humanitaire gronden kregen zij alsnog een verblijfsvergunning.

De Waard: "Dat ik in contact kwam met illegalen was deels toeval. De keuze voor illegalenondersteuning past wel binnen mijn radicaal-feministische wereldbeschouwing. Ik heb altijd gekozen voor de zwakkeren in de samenleving en me erg opgewonden over racisme en discriminatie. Iedereen zoekt geluk en heeft daar recht op. Voor veel mensen die werkloos waren in het land van herkomst, bestaat geluk uit het vinden van werk. Het stoort me dat veel mensen hen dat willen ontzeggen."

In de verharde politieke praktijk wordt het steeds moeilijker om illegalen te ondersteunen. Is het werk desondanks motiverend? "Het demotiveert me dat er politiek zo weinig haalbaar is. Het project Gezondheidszorg Illegalen Leiden vind ik wel heel positief. Zieke illegalen worden daar voor weinig geld geholpen. Ook heel bijzonder vind ik dat mensen illegalen gratis onderdak bieden. Zij laten onbekende illegalen zomaar toe in hun privé-sfeer. Nog motiverender is dat illegale arbeiders zich organiseren en het lef hebben om naar buiten te treden. Niet als geslagen hond, maar trots op het werk dat ze gedaan hebben."

Volgens De Waard wordt het echter "steeds moeilijker voor illegale arbeiders om legaal te worden. Ook mishandelde vrouwen krijgen nauwelijks meer een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Ondersteuning, zoals van De Fabel, is van alle tijden. Politieke strijd voor gelijkwaardigheid gelukkig ook. Het begrip "illegaal" moet op de helling."

Terug