De Fabel van de illegaal 28, april1998

Auteur: Harry Westerink


Verzet tegen de MAI-dictatuur

Een totalitaire wereldregering van multinationale ondernemingen die doen wat ze willen. Als de ontwerptekst van het Multilaterale Akkoord inzake Investeringen (MAI) wordt aangenomen, zullen de wereldwijde verschillen tussen arm en rijk nog meer toenemen. Lange tijd kon Frans Engering, topambtenaar bij het ministerie van Economische Zaken en leider van de MAI-onderhandelingen, in stilte werken aan de geboorte van zijn neo-liberale troetelkind. Maar sinds kort is er internationaal verzet, in Nederland georganiseerd door onder meer De Fabel van de illegaal en Eurodusnie.

Zolang de maatschappelijke en ecologische gevolgen van het MAI niet behoorlijk zijn onderzocht, moeten de onderhandelingen over het verdrag worden opgeschort. Aldus grote internationale milieu-organisaties als Greenpeace, Wereldnatuurfonds en Friends of the Earth, die felle kritiek op het MAI hebben geuit. De Nederlandse Zuid Noord Federatie, een samenwerkingsverband van onder meer InZet, Wemos, Milieudefensie en XminY, noemt in de brochure "Hoe vrij is de handel?" het MAI "niet zonder risico's". Onder het motto "Access or exit: de minst ontwikkelde landen in het wereldhandelssysteem" organiseert de Zuid Noord Federatie binnenkort de eerste in een serie van 3 debatten over vrijhandel en de rol van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

Huichelachtig

De WTO is "een handelsorganisatie die een zo ruim mogelijke vrijhandel nastreeft. Vrijhandel kan echter ook onverwachte en soms vergaande consequenties hebben", aldus de wel erg voorzichtige Federatie. "Kan het iemand iets schelen dat juist de armste landen ter wereld buiten spel blijven staan? Jawel. WTO-directeur-generaal Ruggiero en staatssecretaris van Economische Zaken Van Dok hebben in 1996 voorstellen gedaan om de minst ontwikkelde landen volledig vrije markttoegang te bieden."

De Federatie maakt geen melding van het huichelachtige gedrag van rijke landen in de WTO. Toen een vergelijkbaar verdrag als het MAI binnen de WTO op te veel verzet stuitte van arme landen, omzeilden de rijke landen dat verzet door onderhandelingen te beginnen in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), een club van vrijwel alleen rijke landen. Arme landen hebben nu niets in te brengen over een investeringsverdrag dat voor hen enorme gevolgen heeft.

Niettemin blijft de Federatie geloven in de WTO. Die "zou ook voor de minst ontwikkelde landen voordelig moeten zijn". De praktijk bewijst het tegendeel, zoals ook de Federatie moet toegeven. Vrijhandel heeft de armste landen "nog weinig voordeel opgeleverd. Sterker: het aandeel in de wereldhandel van de 48 minst ontwikkelde landen daalde van 0,7 % in 1980 naar 0,4% in 1993."

Zalvende toon

De Nederlandse vakbeweging onderneemt tot nu toe zo goed als niets tegen het MAI. Tom Etty, die namens de FNV zitting heeft in de OESO-vakbondscommissie, denkt enkel aan een niet-bindende sociale clausule in het verdrag. Met zo'n clausule plaatst de vakbeweging zich al bij voorbaat langs de zijlijn. De FNV is voorlopig niet van plan om een publiek debat over het MAI te beginnen. "Dat heeft geen zin zolang de Nederlandse overheid geen standpunt heeft ingenomen. En Nederland kan het zich niet permitteren om standpunten in te nemen, omdat dat de positie van Frans Engering in gevaar brengt", aldus Etty.

Niet heel Nederland is zo laf. Op 12 februari 1998 vielen actievoerders het ministerie van Economische Zaken binnen en bezetten daar de kamer van Engerings secretaresse. Zij vonden het hoog tijd worden om de druk op te voeren. Engering probeerde op zalvende onderhandelaarstoon de boel te sussen. Na afloop bleek er onder de actievoerders wat onenigheid te bestaan over de in te nemen houding ten opzichte van Engering, de man die het MAI er in een mum van tijd doorheen wil drukken. De Fabel vindt dat critici mensen als Engering hard aan moeten pakken en niet met hen in een consensus-achtige sfeer moeten gaan overleggen. De actievoerders zijn het er gelukkig over eens dat het MAI volledig van tafel moet. Praten over een sociale clausule meer of minder heeft geen zin.

Radicale critici vindt men ook bij Peoples Global Action (PGA), een wereldwijd platform van boeren-, milieu- en vrouwenorganisaties tegen vrijhandel en de WTO. PGA kiest voor een confronterende aanpak. Men gelooft daar niet dat lobbyen bij vrijhandelsorganisaties effect kan hebben, want die worden toch gedomineerd door het multinationale kapitaal. Daarom gaat PGA uit van compromisloze directe actie op basis van decentralisatie en lokale autonomie. De Nederlandse anti-MAI campagne heeft zich door PGA laten inspireren en organiseert prikacties en een landelijke demonstratie eind april. Ook werkt men aan het uitroepen van MAI-vrije zones.

Stof opwaaien

In schril contrast met deze strijdbare houding staat de desinteresse van de meeste Nederlandse media. Opinion-leader Flip de Kam maakte het onlangs in de NRC nog bonter: "Veel stof zal het verdrag in ons land niet doen opwaaien. Op alle fronten hebben de linkse activisten van weleer de strijd definitief verloren." Volgens de Amerikaanse dissident Noam Chomsky weet elke financieel-economisch verslaggever van het MAI. Zonder druk van buitenaf zal men er nauwelijks aandacht aan geven, want "de meeste journalisten hebben zich reeds lang geleden aan de kant van de macht geschaard".

Terug