De Fabel van de illegaal 32, december 1998/januari 1999

Auteur: Harry Westerink


(Column)

Springstof

Tweekamp

De 46-jarige Henk Kamp is een niet-rokend en niet-drinkend VVD-Tweede Kamerlid. Kamp komt uit de Achterhoek, de streek van de christelijk-historischen en oude adel. Daar speurde hij voor de belastingdienst 8 jaar lang naar fraude. Vier jaar geleden kwam hij naar Den Haag. Kamp noemt het Kamerlidmaatschap "een fantastische baan". Als Kamp over vluchtelingen z'n zegje doet, dan neemt hij enkel woorden als "straffen", "sancties", "leugens" en "bedrog" in de mond. Hij lijkt de vluchtelingen per definitie als criminelen te beschouwen. Het wordt volgens Kamp hoog tijd dat vluchtelingen eens de waarheid gaan spreken. Dat wil zeggen, Kamps waarheid, waarbij vluchtelingen al snel asieltoeristen zijn en het land overvol raakt.

Gelukkig zijn nog niet alle Nederlanders het eens met Kamp. Een van de grootste critici van Henk Kamp is de 46-jarige Henk Kamp. Dit niet-rokend en niet-drinkend VVD-Tweede Kamerlid komt uit de Achterhoek, waar hij 8 jaar lang naar belastingfraude speurde. Naast het Kamerlidmaatschap ("een fantastische baan") schrijft Kamp ook wel eens een stukje, bijvoorbeeld in "Contrast" van 25 juni 1998. Dat is een blad over de multiculturele samenleving. In een column meldt Kamp dat hij het Scheepvaartmuseum in Amsterdam heeft bezocht, en toen terecht kwam in "de tijd dat mensen andere mensen als handelswaar kochten, verscheepten en gebruikten".

Kamp mijmert verder: "Ik dacht na over mijn voor de hand liggende verontwaardiging over die misstanden, al sinds ik in korte broek "De negerhut van oom Tom" las. Hoe verontwaardigd zullen ze in de 22e eeuw over de migratieperikelen van onze tijd zijn? Hoe was het mogelijk - zal de vraag zijn - dat er toen zulke schrijnende verschillen waren tussen de omstandigheden waarin mensen leefden? Armoede, uitbuiting en vervolging in het ene land tegenover welvaart, sociale zekerheid en rechtsbescherming in het andere. Even grote tegenstellingen ook binnen één en hetzelfde land." Kamp neemt hiermee scherp stelling tegen Kamp.

"Het wegwerken van die verschillen is de uitdaging waar wij nu voor staan, ook wij die net gekozen of herkozen zijn als volksvertegenwoordiger in één van de gelukkigste landen ter wereld." Kamp probeert de problemen op te lossen die Kamp in stand houdt. Kamp is zich ervan bewust "dat het veel makkelijker is verontwaardigd te zijn over de slavernij in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw, dan te voorkomen dat men later evenveel reden zal hebben om verontwaardigd te zijn over ons nu. Maar wat doe ik daar zelf eigenlijk mee?", vraagt Kamp zich af.

Terug