De Fabel van de illegaal 34, mei/juni 1999

Auteur: Gerrit de Wit


Ongecontroleerd Europol bedreigt ook vluchtelingen

Volgens de redacteuren van het nieuwe "Dossier Europol 2" staat de nieuwe Europese politiestructuur Europol model voor het nieuwe denken in politie- en justitieland. Onder het mom van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit worden op nationaal en Europees niveau justitiële bevoegdheden opgerekt. Elementaire burgerrechten sneuvelen daarbij. Europol opereert in een juridisch en democratisch vacuüm en werkt bij uitstek "pro-actief". De Eurocops richten zich vooral op drugshandel, nucleaire criminaliteit, illegale immigratie, mensensmokkel en gestolen voertuigen.

De Europese politie en justitie werken sinds het verdrag van Maastricht in 1991 intensief samen. Dat leidde in 1996 tot het Europolverdrag, dat inmiddels is geratificeerd en in juni officieel in werking zal treden. Toen de inhoud van het verdrag na ondertekening openbaar werd, barstte de kritiek los. Het verdrag bevat vele onduidelijkheden. Wat omvat nu precies de georganiseerde criminaliteit waarmee Europol zich gaat bezighouden? En hoe serieus moet deze criminaliteit genomen worden? Het nieuwe hoofdkantoor van Europol staat in Den Haag. Daar zitten van ieder land verbindingsambtenaren die toegang hebben tot hun nationale politie-informatiesystemen.

Verschoningsrecht

De rechterlijke controle op Europol is geen schim vergeleken met wat gebruikelijk is. Dat komt omdat Europol-ambtenaren een verschoningsrecht hebben. Ze kunnen weigeren om als getuige te verschijnen voor de rechter. Zo kunnen advocaten en rechters in strafzaken niet meer nagaan waar informatie vandaan komt, en of die correct is en rechtmatig verkregen is. Europol-ambtenaren genieten ook politieke onschendbaarheid. Ze kunnen niet vervolgd worden voor wetsovertreding en er mag geen huiszoeking of ander onderzoek naar hen worden verricht.

De onduidelijkheid rond Europol wordt vergroot door het ontbreken van een Europees strafrecht en Europees Openbaar Ministerie. Daardoor blijven de criteria vaag op basis waarvan straffen kunnen worden opgelegd en opsporingsprioriteiten kunnen worden gesteld.

Kluitje in het riet

Tijdens het jarenlange oprichtingsproces van Europol ontbrak elke democratische controle. Parlementariërs en zelfs ministers werden steeds met een kluitje het riet ingestuurd en hadden weinig mogelijkheden of behoefte om invloed uit te oefenen. Belangrijke documenten over Europol waren geheim of kwamen te laat bij parlementariërs aan. Daardoor holden zij voortdurend achter de feiten aan.

De nationale parlementen en ook het Europees Parlement hebben nauwelijks controle op Europol. Het Europarlement krijgt één keer per jaar een jaarverslag opgestuurd en mag daar dan een debat over voeren. De besluiten over Europol worden voornamelijk genomen door de Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse zaken en de maandelijks bij elkaar komende raad van bestuur van Europol. Daarin heeft iedere lidstaat een vertegenwoordiger.

Supercops

Europol mag verder niet alleen de persoonsgegevens van verdachten van een misdrijf verwerken, maar ook de gegevens van personen "waarvan bepaalde ernstige feiten het vermoeden rechtvaardigen dat hij zo'n strafbaar feit zal begaan". Van verdachten en zelfs eventuele verdachten mogen gegevens over herkomst, godsdienst, gezondheid, seksuele voorkeur, identificatienummers en financiële status worden opgeslagen. De gegevens worden vervolgens aan elkaar gekoppeld en uitgewisseld tussen de lidstaten, waarbij nu al duidelijk is dat vele gegevens achterhaald of boterzacht zijn.

De High Level Group (HLG), een club van nationale topambtenaren, buigt zich erover hoe de georganiseerde criminaliteit in Europa bestreden moet worden. In 1997 stelde de HLG voor om de omschrijving en de strafbaarstelling van "het lidmaatschap van een criminele organisatie" (artikel 140) op Europees niveau te harmoniseren. Ook politieke activisten die

"onrechtmatig invloed uitoefenen op de werking van overheidsinstanties", zouden als criminele organisaties moeten kunnen worden aangemerkt.

Inlichtingenapparaat

De HLG presenteerde ook voorstellen voor Europol zelf. Die komen dicht in de buurt van een operationele Europese politie- en inlichtingendienst. Europol zou een beroep moeten kunnen doen op de politiediensten in de lidstaten om onderzoek uit te voeren.

Ook al gaat het allemaal nog om ambtelijke voorstellen, de teneur is duidelijk gezet. Europol dreigt een dienst te worden waarvan de rechercheurs zelf in de bosjes mogen liggen, zelf mogen verhoren en zelf de afluisterapparatuur mogen plaatsen. Een machtig Europees politie- en inlichtingenapparaat dat de touwtjes strak in handen heeft en een eigen agenda voert.

Dossier Europol 2, Buro Jansen & Janssen en Stichting Eurowatch. Verkrijgbaar door ƒ15,- over te maken op giro 603904 t.n.v. Stichting Res Publica te Amsterdam o.v.v. Europol.


Europol en de illegale immigratie

In 1994 besloten de Europese regeringsleiders om de European Drugs Unit (EDU), de voorloper van Europol, te belasten met illegale immigratie en mensensmokkel. Illegale immigratie wordt gezien als een grote bedreiging van de binnenlandse veiligheid van de Europese Unie en gerekend tot de "georganiseerde criminaliteit". Mensensmokkel wordt veroorzaakt door beleid dat de legale toegang tot Europa steeds moeilijker maakt. Beleidsmakers leggen het verband liever anders en grijpen naar repressieve oplossingen.

Om inzicht te krijgen in de activiteiten van mensensmokkelaars wordt de hulp van Europol ingeroepen. "Voor alles is het belangrijk inzicht te krijgen in de criminele activiteiten van de in Europa grensoverschrijdende opererende mensensmokkelaars die meestal de illegale immigratie het eerst op gang brengen en waarvan de eliminatie dan ook tot een drastische indijking van de immigratie belooft te leiden. Als een specifiek Europees instrument dringt Europol zich op", aldus een Duitse EU-delegatie.

Vanaf 1994 verzamelt Europol/EDU dan ook gegevens over illegale immigratienetwerken. Er worden strategische en operationele analyses gemaakt van de smokkelroutes die worden gebruikt, de netwerken die zich ermee bezighouden en er worden jaarlijkse situatierapporten geproduceerd. Ook stelt Europol/EDU "essentiële middelen voor operationeel technische ondersteuning" ter beschikking.

In 1998 werd de hulp van Europol ingeroepen om de komst van Koerdische asielzoekers tegen te gaan. De Schengen-lidstaten richtten een Taskforce op die de illegale immigratie uit Irak en omgeving moest bestrijden. Het mandaat van deze Taskforce is eind 1998 uitgebreid naar alle illegale migratiestromen die "een bedreiging voor de Schengen-ruimte" kunnen zijn. Europol fungeert als leverancier van informatie voor de Taskforce.

Europol heeft dus een stevige inbreng in het beleid dat Europa ontwikkelt tegen mensensmokkel en illegale migratie. Er resteert één probleem voor Europol: de organisatie krijgt zoveel taken naar zich toegeschoven dat men die nauwelijks kan bolwerken. Daarom werden er vorig jaar minder projecten tegen illegale immigratienetwerken uitgevoerd dan was gepland. De Nederlandse Kamerleden toonden zich hierover teleurgesteld.

Jelle van Buuren

Terug