De Fabel van de illegaal 36, september/oktober 1999

Auteur: Petra Schultz


Vreemdelingendienst intimideert Ethiopiërs

In Leiden woont al jaren een aantal Ethiopische vluchtelingen, die inmiddels door Justitie afgewezen zijn. In juli kregen ze ineens van de Vreemdelingendienst te horen dat ze weg moesten. Dat zorgde voor paniek en verontwaardiging.

16 Ethiopiërs ontvingen een aangetekende brief van de Vreemdelingendienst, waarin stond dat ze zich moesten melden. De Ethiopiër S. schrok zich rot toen de postbode aanbelde. "Omdat we uitgeprocedeerd zijn, schrikken we altijd als de bel onverwacht gaat. Ik deed open en de postbode gaf me een brief van de politie. Boem, mijn hart zakte in mijn maag. Ik wilde het mijn vrouw niet vertellen. Maar ze hoorde het al snel, omdat de andere uitgeprocedeerde mannen en vrouwen dezelfde brief hadden gekregen."

Geen zeggenschap

Bij de Vreemdelingendienst ontvingen de Ethiopiërs een aanzegging om zich begin augustus te melden bij verwijdercentrum Ter Apel. "U gaat daar verblijven en niet langer in Leiden", stond er. De politie zei dat ze hun huis en uitkering zouden verliezen. "Na 5 jaar Leiden ga je niet zomaar met je gezin en twee koffers naar Ter Apel", aldus S. "We waren verschrikkelijk bang dat de politie naar ons huis zou komen en ons eruit zou zetten, ons zou opsluiten of uitzetten. We hebben een vergadering uitgeroepen en besloten naar De Fabel te gaan."

De Fabel vertelde hen dat de gemeenteraad heeft besloten om uitgeprocedeerden hun huis en inkomen niet af te nemen. Dat werd nog eens bevestigd door wethouder Laurier van Sociale Zaken. De politie mag afgewezen vluchtelingen niet uit hun huis zetten zonder toestemming van de gemeente. Over de uitkeringen heeft de politie al helemaal geen zeggenschap. Dat had de politie de Ethiopiërs niet verteld.

Kwalijke rol van VluchtelingenWerk

De Ethiopiërs schreven Laurier een brief. "Terwijl de dagen in aantal toenemen, neemt onze hoop af. We zijn depressief. Ieder jaar als andere mensen genieten van hun vakantie, krijgen wij een brief van de Vreemdelingendienst. Dat is ondragelijk. Ons leven is als een klein schip zonder kapitein op een grote oceaan."

De vluchtelingen durven niet terug naar Ethiopië. S. heeft er 3 maanden vastgezeten. Hij is gemarteld wegens de verspreiding van folders van de Amhaarse organisatie AAPO. "Ik heb littekens geconstateerd op de rechterneusvleugel, op het linkerschouderblad, ter hoogte van de linkerlende, de linkerbil en het linkerbeen. Betrokkene beschrijft in welke houding hij lag toen een kogel werd afgevuurd. Dit kan zeer wel bij de wonden passen", aldus een rapport over S., opgesteld door een arts van de Geneeskundige Inspectie van het ministerie van Justitie.

"We hebben geen leven. Niets is de moeite waard zonder geestelijke rust", zegt S. Het laatste beetje zekerheid dat de Ethiopiërs nog rest, wordt niet alleen door de politie bedreigd. In november 1998 meldde VluchtelingenWerk Leiden dat men over informatie beschikt waaruit blijkt dat Ethiopië allang weer veilig is voor de ongeveer 20 afgewezen Leidse Ethiopiërs. "Die worden met open armen door familie op het vliegveld in Ethiopië ontvangen", meende ook CDA-raadslid Kükler.

Terug