De Fabel van de illegaal 36, september/oktober 1999

Auteur: Ellen de Waard


Witte illegalen liepen in de valstrik van de hoop

Hans Krikke heeft met zijn boek "De valstrik van de hoop" het verhaal opgetekend van de 132 witte illegalen die in december 1998 in hongerstaking gingen voor een verblijfsvergunning. Hij maakte de actie van dichtbij mee en volgde de levens van enkele hongerstakers. Hoofdpersonen in het boek zijn de Koerd Abdullah en de Egyptenaar Abdelmouniem, de woordvoerders van de hongerstakers, en de PKK-er Fikri, die vooral hun dagelijks leven in de Agneskerk coördineerde. In zijn vlot leesbare stijl laat de betrokken Krikke zien hoezeer de gevestigde politiek met de illegale arbeiders solt.

Krikke schrijft vanuit een visie van onderop, zonder de hongerstaking als een heroïsche strijd neer te zetten. Daarvoor waren het verloop en het directe resultaat te negatief. Hij vertelt ook over de vele onverkwikkelijkheden die plaatsvonden tussen de kerk, de witte illegalen en het solidariteitscomité. Hij onthult dat pastoor Beijk er tegenover hem ronduit voor uit kwam dat hij heeft geprofiteerd van de chaos in de kerk om zijn eigen agenda door te drukken. Helaas biedt het boek onvoldoende inzicht in de verschillende politieke ideeën en strategieën die leefden onder de witte illegalen, de kerk en de diverse leden van het solidariteitscomité. Die verschillen hebben het verloop van de hongerstaking behoorlijk beïnvloed. Krikke kiest in zijn boek geen partij in de interne discussies. In eerdere publicaties over de hongerstaking had Krikke het solidariteitscomité nog volledig uit de geschiedenis geschreven en vooral gekeken vanuit het perspectief van de beleidsmakers. Daarvan is nu gelukkig geen sprake meer.

Egotripperij

De Fabel maakte ook deel uit van het solidariteitscomité en schreef daarover een 40 pagina's lang verslag. Dat is nooit gepubliceerd, omdat De Fabel de solidariteit voor de witte illegalen niet in kampen wilde opdelen. Na de hongerstaking in de Agneskerk heeft De Fabel samen met andere organisaties het landelijk comité Geen mens is illegaal opgericht. Ook de ex-hongerstakers van de Agneskerk nemen daar aan deel. Het comité heeft de definitie van witte illegaal opgerekt. In de Agneskerk ging het nog alleen om arbeiders die minimaal 6 jaar wit gewerkt hebben. Het landelijk comité kwam echter op voor iedereen die een sofi-nummer had of ingeschreven stond bij de gemeente. De solidariteit breidde zich uit door twee andere hongerstakingen in Amsterdam. De vrouwenbeweging, de Raad van Kerken en de vakbonden sloten zich aan bij de roep van het comité om een generaal pardon voor witte illegalen. Het is jammer dat Krikke deze ontwikkelingen nauwelijks in zijn boek aan de orde laat komen.

Krikke schetst een ontluisterend beeld van de rol van nogal wat sleutelfiguren van buiten de kerk, waaronder leden van de bemiddelingscommissie. Hij lijkt daarbij wat te veel uit te gaan van hun goede bedoelingen. Ze zouden ongewild een valstrik van hoop hebben gecreëerd. In werkelijkheid waren hun bemoeienissen er veelal op gericht om de hongerstaking te breken en het verzet in beheersbaarder banen te leiden. Voor een deel ging het simpelweg ook om egotripperij. Krikkes voortreffelijke weergave van het optreden van sommige leden van de bemiddelingscommissie logenstraffen zijn milde opvatting over hen.

Staking breken

De Fabel heeft nooit enig vertrouwen gesteld in de kerk en de bemiddelingscommissie. In de Agneskerk verwoordde hongerstaker Fikri volgens Krikke hetzelfde. "Fikri vreest het ergste. Hij vermoedt dat de 'kerkmensen', de politici en anderen achter de schermen proberen de staking te breken en dat de zwakste schakels in het actiecomité gezocht worden". Vlak voor Cohen bekend maakte wie van de ex-hongerstakers gelegaliseerd zou worden, had de bemiddelingscommissie contact met hem gehad en het teleurstellende resultaat vernomen. Tijdens een bijeenkomst met de witte illegalen en het solidariteitscomité zei commissielid en Justitia et Pax-medewerker Munster dat Cohen de bemiddelingscommissie had gebruikt om de hongerstaking te breken. Met hem en de hongerstakers was een spel gespeeld. Commissielid rabbijn Soetendorp verdedigde Cohen juist en voelde zich door Munster, de witte illegalen en het solidariteitscomité aangevallen. De commissieleden Soetendorp en CNV-voorzitter Terpstra gaven nadrukkelijk toe dat hun bemiddeling er in de eerste plaats op gericht was een einde aan de hongerstaking te maken.

"De valstrik van de hoop" eindigt treurig: de uitputtende politieke strijd heeft zijn tol geëist. Abdullah heeft een verblijfsvergunning, maar wordt als verrader gezien door zijn mede-hongerstakers omdat hij als eerste zijn dossier aan Cohen gaf. Hij wil de illegaliteit vergeten, maar wordt achtervolgd door angst en herinneringen. Abdelmouniem is doorgedraaid en in de psychiatrie terecht gekomen. En Fikri heeft zich teruggetrokken, teleurgesteld over alle onderlinge achterdocht en wanhoop. Maar voor hem is de bevrijding van Koerdistan altijd het belangrijkste geweest.

De politieke verhoudingen bieden weinig perspectief op een doorbraak. Zeker gezien het laffe voorstel van de burgemeesterscommissie die het overgrote deel van de witte illegalen bij voorbaat uitsluit van legalisering. De geschiedenis leert echter dat de strijd voor legalisering zich jarenlang kan voortslepen. Misschien waren de hongerstakingen van de witte illegalen slechts een begin. Er zijn immers nog tienduizenden illegalen in Nederland.

Hoewel er enkele kleine onnauwkeurigheden in staan, is Krikkes boek een belangrijke bijdrage aan de linkse geschiedschrijving van onderop. Verschenen er maar meer boeken over de strijd van de mensen zonder papieren.

De valstrik van de hoop. Witte illegalen in hongerstaking, Hans Krikke. Uitgeverij: Van Gennep, ƒ 34,90. ISBN: 9055152293

Terug