De Fabel van de illegaal 37, januari 2000

Auteur: Gerrit de Wit


Terugkeernotitie criminaliseert uitgeprocedeerden

Op 20 september vergaderde de vaste kamercommissie van Justitie over de terugkeernotitie van staatssecretaris Job Cohen. De notitie werd op hoofdlijnen aangenomen. Het debat werd onderbroken door 3 nep-agenten die Cohen in de boeien sloegen. De actievoerders wilden Cohen symbolisch "uit de regering verwijderen", maar helaas had de staatssecretaris daar weinig trek in. Hun actie was behalve tegen de terugkeernotitie ook gericht tegen het hele repressieve en criminaliserende vluchtelingenbeleid.

Al jarenlang zoekt de Nederlandse overheid naar manieren om afgewezen en geïllegaliseerde vluchtelingen en migranten het land uit te werken. De overheid verklaarde bijna de hele wereld veilig, bouwde illegalenbajessen, keerde oprotpremies uit, richtte mobiele uitzetteams op, sloot terugname-overeenkomsten met andere landen en voerde de Koppelingswet in. Hoewel veel vluchtelingen gedeporteerd worden, weten anderen onder te duiken of op een andere wijze hun uitzetting te ontlopen. Veel vluchtelingen kunnen simpelweg niet terug vanwege de belabberde politieke en sociale omstandigheden in hun landen van herkomst. Maar daarover zwijgt de overheid.

Deporteer jezelf

In de notitie "Terugkeerbeleid" bespreekt Cohen meerdere nieuwe initiatieven om het aantal uitzettingen op te schroeven. Hij legt sterk de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de vluchteling of migrant om zichzelf uit te zetten. In de notitie wordt dat heel clean "vertrekverplichting" genoemd. Na de eerste afwijzing van hun asielaanvraag zijn vluchtelingen voortaan verplicht om mee te werken aan de voorbereiding van hun eigen deportatie. Nadat de rechter de afwijzing bevestigd heeft, krijgen de vluchtelingen uiterlijk 4 weken de tijd om de eigen uitzetting te regelen, inclusief alle reisdocumenten. Daarbij kunnen ze hulp krijgen van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), die Justitie zo ter wille is. Na 4 weken worden alle opvangvoorzieningen gestopt en worden de vluchtelingen op straat gezet.

In de opvangcentra worden "vertrekafdelingen" ingericht, kleine Ter Apels waar de vluchtelingen vanaf hun eerste afwijzing onder druk gezet zullen worden om aan de eigen uitzetting mee te werken. Deze afdelingen vallen onder de verantwoordelijkheid van regionale "terugkeerteams" die de uitzettingen daadwerkelijk gaan uitvoeren.

Ongewenst verklaard

Het huidige vluchtelingenbeleid kent de mogelijkheid om vluchtelingen "ongewenst" te verklaren. Hun verblijf in Nederland wordt dan strafbaar gesteld. Dat kan worden opgelegd na het herhaaldelijk begaan van een strafbaar feit of na een misdrijf waarop 3 of meer jaar gevangenisstraf staat. Ook vluchtelingen die steeds terugkeren na uitzetting kunnen "ongewenst" worden verklaard. Vluchtelingen die weten of kunnen vermoeden dat ze "ongewenst" zijn verklaard, kunnen gestraft worden met maximaal 6 maanden detentie.

De terugkeernotitie wil de ongewenstverklaring vaker gaan toepassen. Bijvoorbeeld bij vluchtelingen die zich niet aan hun meldplicht houden en aangetroffen worden als illegaal. Justitie denkt het vaker "ongewenst" verklaren een ontmoedigend effect zal hebben. Vluchtelingen zouden dan sneller het land verlaten. Zeker is dat de vluchtelingen door deze maatregel worden gecriminaliseerd, hoewel hun enige 'misdaad' is dat ze geen verblijfspapieren hebben ontvangen van de overheid.

Detentie en chantage

Justitie wil vluchtelingen vaker gaan opsluiten. Volgens Justitie duiken veel vluchtelingen onder op het moment dat de uitzettingspapieren zijn aangevraagd of klaarliggen. Om dat te voorkomen pleit Cohen in de terugkeernotitie voor een nieuwe, maximaal 4 weken durende vorm van detentie. Cohen wil verder bij wijze van chantage geld van Ontwikkelingssamenwerking koppelen aan de bereidheid van landen van herkomst om vluchtelingen terug te nemen. Een projectteam van Buitenlandse Zaken en Justitie zal daarover met die landen onderhandelen. Ook zullen in Benelux-verband meer terugnameverdragen gesloten worden met een aantal Oost-Europese landen.

Terug