De Fabel van de illegaal 38/39, april 2000

Auteur: Harry Westerink


Wetenschappers roken illegalen uit

Het beleid tegen illegalen is ineffectief, want nog steeds weten ze in Nederland te overleven. Aldus wetenschappers in het onlangs gepubliceerde onderzoek "De ongekende stad". "De regels en normen van solidariteit, gastvrijheid en financieel gewin" van migrantengemeenschappen "frustreren de nationale, statelijke regels gericht op uitsluiting". Dat melden de onderzoekers hun opdrachtgever, de landelijke overheid. Ondanks "respectabele aantallen" uitzettingen menen ze ook "onmacht" bij de vreemdelingenpolitie waar te nemen. Wetenschap als voorbereiding op nieuwe repressiemaatregelen tegen illegalen.

Onder leiding van Godfried Engbersen nam een zevental sociologen en antropologen 6 jaar lang de leefwereld van illegalen onder de loep. Het resultaat van dit onderzoek is vastgelegd in twee boeken: "Illegale vreemdelingen in Rotterdam" en "Inbedding en uitsluiting van illegale vreemdelingen". De wetenschappers voerden onderzoeksopdrachten uit van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het onderzoeksteam werd bijgestaan door een begeleidingscommissie onder voorzitterschap van F. Vlek van de Directie Politie van het ministerie van Binnenlandse Zaken. "Ook zijn wij dank verschuldigd aan diverse medewerkers van de politie in de 4 grote steden", aldus Engbersen. "De Vreemdelingendienst van de Rotterdamse politie bood de mogelijkheid interviews af te nemen bij illegalen die waren aangehouden en daarna in veel gevallen werden uitgezet". Dergelijke interviews vonden nogal eens plaats "onder tamelijk moeilijke omstandigheden", als gevolg van "een hoge mate van geëmotioneerdheid van onze gesprekspartner". "Niet alle respondenten waren er meteen van overtuigd dat de interviewer geen politieagent was."

Vissen en vlinders

Politie en justitie hebben er belang bij zoveel mogelijk te weten te komen over mensen zonder papieren en over degenen die hen ondersteunen. Ze jagen illegalen steeds meer op en maken hen het leven onmogelijk. Om illegalen nog intensiever te kunnen uitroken is informatie over hun overlevingsstrategieën onontbeerlijk. Daarom maken beleidsmakers gebruik van onderzoekers die zich in hun ivoren toren een zogenaamd neutrale en objectief-wetenschappelijke houding aanmeten, maar in feite collaboreren met het keiharde regeringsbeleid. Door onderzoek te doen dat uitsluitend in het belang is van machthebbers, staan die wetenschappers aan de verkeerde kant, in dienst van het repressie-apparaat.

Wie daarentegen solidair is met illegalen en opkomt voor hun belangen, moet de schrik tijdens het lezen van de boeken wel om het hart slaan. Aan de hand van interviews met illegale en legale migranten, welzijnswerkers en de politie schetsen de wetenschappers een akelig nauwkeurig en indringend beeld van het leven van illegalen. Door de overlevingsstrategieën van illegalen te ontrafelen en openbaar te maken ontnemen de onderzoekers hen de laatste mogelijkheden om in Nederland een enigszins menswaardig bestaan op te bouwen. Ze geven machthebbers met de informatie uit hun onderzoek namelijk allerlei nieuwe middelen in handen om illegalen nog verder af te knijpen.

De kille afstandelijkheid van het onderzoek neemt schandalige vormen aan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de wijze waarop het aantal illegalen wetenschappelijk verantwoord wordt geschat. Men ging daarbij uit van het aantal illegalen dat de politie in een bepaald jaar heeft opgepakt, en berekende de schatting vervolgens met "de vangst-hervangst methode die geënt is op biologische toepassingen". In de biologie "wordt bijvoorbeeld de omvang van een bepaalde diersoort in een afgebakend gebied bij benadering bepaald. Zo kan men op een willekeurige plek in een meer een hoeveelheid vissen vangen. Deze vissen telt men en gooit men weer terug. Op een later tijdstip wordt dit herhaald, op een andere willekeurige plaats in het meer. Op basis van het aantal vissen dat alleen op het eerste tijdstip is gevangen, het aantal dat alleen op het tweede tijdstip is gevangen en het aantal dat beide keren is gevangen, valt het aantal vissen te schatten dat beide keren niet is gevangen. De som van deze getallen geeft een schatting van het totale aantal vissen in het meer. Deze rekenmethode is in aangepaste zin bruikbaar voor het schatten van het aantal illegale migranten." De sociologen en antropologen blijken biologen te zijn geworden. Vandaar ook dat ze illegalen als vlinders opprikken en ontleden.

Panopticum van de staat

Engbersen maakt er al jaren een sport van om in de onderklasse van de samenleving zoveel mogelijk informatie af te tappen en beschikbaar te stellen voor beleidsmakers en -uitvoerders. Het gaat daarbij vaak om informatie waarvan de openbaarmaking tegen de belangen ingaat van de gemarginaliseerden zelf. Zijn in 1990 verschenen boek "Publieke bijstandsgeheimen", een promotie-onderzoek naar langdurig werklozen, is daar een voorbeeld van. Uit interviews met werklozen is Engbersen toen gebleken dat zij een "gevoel van constante surveillance" hebben. De overheid mengt zich te veel in hun privé-leven, zeggen ze. Engbersen haalt een socioloog aan die erop heeft gewezen dat "de sociale observeerbaarheid van armen in schril contrast staat met die van andere groepen in de samenleving". Rijken mogen zich als vanzelfsprekend afschermen van de openbaarheid, maar dat recht wordt armen ontzegd. Engbersen vraagt zich niet af of hij zich daar misschien zelf ook schuldig aan maakt. Integendeel, als een wetenschappelijke wijkagent ging hij voor zijn onderzoek een jaar lang in de Rotterdamse achterstandswijk het Nieuwe Westen wonen. Zo kon hij de armen nog beter op de huid zitten.

Het beeld dat volgens Engbersen uit de ervaringsverhalen van langdurig werklozen oprijst, "is de door Foucault gebruikte metafoor van Benthams panopticum, het gevangenisgebouw dat constante bewaking van alle gevangenen mogelijk maakte. De centrale inspectietoren gaf de wachters volledig en ongehinderd de mogelijkheid om de gevangenen te inspecteren." Zien zonder zelf gezien te kunnen worden, zo konden volgens de achttiende-eeuwse filosoof Jeremy Bentham de machthebbers de massa bespioneren, controleren en disciplineren. Vandaag de dag voelen werklozen de hete adem van het moderne panopticum van de staat voortdurend in hun nek. In de "centrale inspectietoren" van toen zitten nu onder meer medewerkers van uitkeringsinstanties die toezicht houden op de armen.

Kunst van het zwijgen

Engbersen bedient zich in het onderzoek naar illegalen opnieuw van deze metafoor: "Fort Europa wordt bovenal een Panopticum Europa waarin niet in de eerste plaats het bewaken van de fysieke grenzen centraal staat, maar bovenal het bewaken van de rechtstaat en de toegang tot publieke voorzieningen en arbeidsmarkten middels geavanceerde identificatie- en controlesystemen." Engbersen neemt geen stelling tegen dat panopticum, omdat hij er zelf juist een onderdeel van vormt.

Illegale migranten worden vooral ondersteund door legale migranten, aldus één van de uitkomsten van het onderzoek. "Onderling vertrouwen ligt aan de basis van dergelijke ondersteuningsrelaties. Familieleden en anderen beheersen daarnaast de kunst van het zwijgen om hun illegale verwanten niet in gevaar of verlegenheid te brengen. Ook is men zich bewust van het gevaar van het geschreven woord." Illegalen dragen een "geheim" met zich mee dat ze enkel prijsgeven als dat noodzakelijk is. "Afhankelijk van de specifieke context en situatie wordt het geheim van hun status met anderen gedeeld, met werkgevers, verwanten, landgenoten, artsen en geliefden. Maar er is altijd het gevaar van een lek, van verraad en onthulling."

Daarbij denkt Engbersen uitsluitend op het niveau van individuen. Maar "verraad en onthulling" bestaat ook op het niveau van structuren en strategieën. Het onderzoeksteam legt namelijk vanuit "de centrale inspectietoren" genadeloos "de geheimen" bloot van de overlevingsstrategieën van alle illegalen in Nederland, en brengt hen zo ontzaglijke schade toe. De wetenschappers dienen daarmee de belangen van Panopticum Europa.

Van onderop of van bovenaf

Hebben Engbersen en zijn collega's nu de uitgesproken bedoeling om illegalen het leven zo zuur mogelijk te maken? Het zou hun zelfbeeld van boven de partijen staande wetenschappers schaden als zij zichzelf als mensenjagers zouden moeten beschouwen. Ze hebben "indringende discussies gevoerd over de ethiek" van dit onderzoek, zo leggen ze verantwoording af. "Voor sommige personen en instellingen die wij benaderden met het verzoek ons in contact te brengen met mensen zonder geldige verblijfsdocumenten waren ethische overwegingen aanleiding medewerking te weigeren."

De Fabel van de illegaal werd ook gevraagd om medewerking, maar weigerde om politieke redenen. De strijd van onderop wordt immers gedwarsboomd door onderzoek van bovenaf, dat wordt verricht voor beleidsmakers die illegalen zoveel mogelijk willen uitsluiten en het land willen uitschoppen. Helaas werkten sommige organisaties die illegalen opvangen wel mee, zoals de Rotterdamse Pauluskerk en de Kaap Verdiaanse Arbeiders Vereniging Nederland. Waarschijnlijk hebben zij onvoldoende in de gaten hoe rampzalig dit soort onderzoek voor illegalen uitpakt.

"Hoofdargument tegen het doen van onderzoek naar illegale vreemdelingen was dat de resultaten daarvan schadelijk zouden kunnen zijn voor deze mensen, die toch al, zo was de assumptie, een zwakke maatschappelijke positie hebben. Bovendien, zo luidde een ander argument, zouden uitkomsten van dergelijk onderzoek misbruikt kunnen worden door mensen en instellingen die sterk gekant zijn tegen migranten in het algemeen en illegale migranten in het bijzonder. Wij zijn niet overtuigd geraakt van de geldigheid van deze argumenten", stellen de wetenschappers droogjes.

Maar de organisaties die weigerden aan het onderzoek mee te werken, hebben een verantwoorde beslissing genomen. Meteen na publicatie van het onderzoek grepen politici de uitkomsten ervan namelijk aan om het beleid tegen migranten nog repressiever te maken. De VVD- en CDA-fractie riepen in de Tweede Kamer om het hardst dat legale migranten die een illegale migrant helpen, moeten worden gestraft. Hun verblijfsvergunning zou moeten worden afgepakt. De D66-fractie wees er fijntjes op dat het landelijk afgesproken beleid om criminele illegalen zo doelmatig mogelijk op te pakken, volgens het onderzoek nauwelijks wordt uitgevoerd. In de parlementaire stemmingmakerij tegen illegalen verdween een andere uitkomst van het onderzoek helemaal naar de achtergrond: de meeste illegalen verrichten geen criminele activiteiten. Sommigen doen dat wel, als overlevingsstrategie in een land waar apartheid steeds meer tot beleid wordt gemaakt. Met dank aan Engbersen en consorten.

Terug