De Fabel van de illegaal 40/41, zomer 2000

Auteur: Gerrit de Wit


Massale uitzettingsoperatie

In september 1999 stemde de Tweede Kamer in met de terugkeernotitie van staatssecretaris Cohen. Daarin staat dat vanaf 1 januari 2000 minimaal 5.000 afgewezen vluchtelingen uit de opvangcentra verwijderd moeten worden. Het is de bedoeling een groot deel van hen het land uit te zetten. Men kiest er doelbewust voor de vluchtelingen terug te sturen naar honger, onderdrukking en eventueel de dood. De deportatiemachine heeft inmiddels echter grote vertraging opgelopen.

Onder leiding van de Dordtse korpschef Piet Tieleman is een projectteam samengesteld om de plannen uit te voeren. De marechaussee, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA), de vreemdelingenpolitie en de ingekapselde Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zullen daarin nauw samenwerken.

Tieleman zei eind 1999 al dat de plannen waren vertraagd. "Ik ben een politieman. Ik weet hoe gevoelig uitzetten ligt in Nederland. We bereiden ons er goed op voor, en dat kost tijd. We proberen een draagvlak te krijgen voor uitzetting, zowel bij de vluchtelingen zelf als bij de mensen die hen helpen", aldus de projectleider. Tieleman trok de stoute schoenen aan en maakte een tournee langs gemeenten, asielcentra en politiebureaus om hen warm te maken voor medewerking aan het verwijderingsplan. Tieleman werd zelfs ontvangen door organisaties voor vluchtelingen. Het poldermodel in volle actie.

Enthousiast

Voorzitter J. Kraaijeveld-Wouters van het COA, de organisatie die de opvang van vluchtelingen in asielcentra regelt, is laaiend enthousiast over de uitzettingsplannen. Volgens haar wordt het steeds moeilijker om burgers ervan te overtuigen dat asielzoekerscentra in de buurt geen problemen hoeven op te leveren. Zij ziet de oplossing dan ook in het resoluut terugsturen van afgewezen vluchtelingen. Want "omwonenden accepteren de centra sneller als het om echte vluchtelingen zou gaan en niet om economische gelukzoekers". In plaats van zich te verzetten tegen de toenemende rechtse protesten tegen vluchtelingen, bevestigt ze de opvatting dat er nauwelijks nog "echte politieke" vluchtelingen zijn. Maar politieke en economische vluchtmotieven hangen in de praktijk steeds nauw samen.

Geen voedsel, geen geld

"We gaan de asielzoeker in een vroeg stadium voorbereiden op hun terugkeer, computerles aanbieden, Engelse les, een automonteurcursus. Ontwikkelde asielzoekers hebben dan meer kansen in het land van herkomst", aldus Kraaijeveld-Wouters. Tegelijkertijd stelt ze dat "uit een steekproef blijkt dat 24 procent van hen universitair of hoger beroepsonderwijs heeft genoten en 40 procent middelbaar beroepsonderwijs". Het lesaanbod zal de vluchteling dan ook weinig opleveren.

Als een vluchteling daadwerkelijk uitgeprocedeerd is, krijgt hij of zij 4 weken de tijd om de eigen deportatie te regelen. Lukt dat niet, dan zal de COA de vluchteling alle voorzieningen onthouden. Kraaijeveld-Wouters: "We verstrekken geen voedsel en geld meer". De vluchteling zal dan waarschijnlijk de biezen pakken of onderduiken in de illegaliteit, om zo opsluiting in een illegalengevangenis te voorkomen.

Terug