De Fabel van de illegaal 42, november/december 2000

Auteur: Ellen de Waard


Generaal pardon blijft doel van witte illegalen

Nu duidelijk is hoeveel witte illegalen via de burgemeesterscommissie een verblijfsvergunning hebben gekregen, denken veel mensen dat "het probleem" is opgelost. Niets is minder waar. De witte illegalen en het landelijk comité Geen Mens Is Illegaal (GMII) manifesteren zich weliswaar momenteel niet op straat, maar vechten op andere manieren onverminderd door voor een generaal pardon.

Via de Tijdelijke Regeling Witte Illegalen zijn in totaal 1.877 witte illegalen gelegaliseerd. Een mooi aantal dat zonder de hongerstakingen, acties en lobby niet bereikt zou zijn. Er zijn echter ook 4.708 mensen afgewezen. Niet door de burgemeesterscommissie, maar door de IND. Zo'n 3.600 witte illegalen zijn inmiddels in beroep gegaan tegen hun afwijzing.

IND en sofi-nummer

De handelwijze van de IND staat wederom ter discussie. De rechtbanken in Amsterdam, Dordrecht en Den Haag hebben besloten dat witte illegalen niet uitgezet mogen worden, omdat onduidelijk is wat justitie bewogen heeft de ene illegaal wit te verklaren en de andere niet. De advocaat van justitie stond in de Haagse rechtbank met haar mond vol tanden en moest toegeven dat zelfs in positieve beschikkingen geen enkele logica te ontdekken was. Ze kon niet anders stamelen dan "dit lijkt me een ambtelijke misstap".

Justitie is verder in verlegenheid gebracht door openbaar gemaakte brieven van het ministerie van Financiën. Daaruit blijkt dat justitie in de legaliseringsprocedure ten onrechte een beslissende rol toekende aan het sofi-nummer. Volgens de Belastingdienst kan uit het bezit van een sofi-nummer niet worden afgeleid of iemand ook daadwerkelijk in Nederland gewoond en gewerkt heeft. Ook het tijdstip waarop het sofi-nummer uitgereikt werd zegt niets over het moment waarop men wit is gaan werken. Veel witte illegalen zijn in hun procedure gestruikeld over problemen rond hun sofi-nummer. Sommigen hebben met 2 sofi-nummers gewerkt, wat door de IND als fraude wordt aangemerkt. Volgens het ministerie van Financiën zijn de conclusies van de IND die zijn gebaseerd op het sofi-nummer dus niet houdbaar. Maar justitie wuift dat weg.

Advocaten

Het gerommel van IND en de onterechte inzet van het sofi-nummer staan inmiddels dermate ter discussie dat er via de rechter nog wel honderden witte illegalen gelegaliseerd kunnen worden, aldus André Vermeij, een van de advocaten die het opneemt voor de witte illegalen. Het comité GMII werkt nauw samen met dergelijke bevlogen advocaten. Positieve en negatieve beschikkingen van witte illegalen zijn met elkaar vergeleken en dit lijkt nu in de rechtszaal vruchten af te werpen. De juridische strijd is dus nog lang niet uitgewoed.

Belangrijk is echter het grotere doel voor ogen te houden. GMII heeft de huidige legaliseringsregeling altijd met de nodige argwaan bekeken. Naar nu blijkt bood die inderdaad geen soelaas aan veel van de witte illegalen die langdurig in Nederland wonen, wit gewerkt hebben en ingeburgerd zijn. Zodoende blijft de groep witte illegalen bestaan. GMII pleit daarom onverminderd voor een generaal pardon.

In november zal de Tweede Kamer de legaliseringsregeling evalueren. In voorbereiding daarop hebben op 1 november witte illegalen, ondersteuners van GMII en advocaten een besloten bijeenkomst gehad in de Tweede Kamer met geïnteresseerde politici.

Comité verandert

De witte illegalen manifesteren zich dus momenteel vooral juridisch en niet op straat. Dat komt doordat een aantal actieve witte illegalen een verblijfsvergunning heeft gekregen en hun leven weer op orde probeert te brengen. Dit heeft ook zijn weerslag op de deelname van witte illegalen aan het landelijk comité. Ook individuele ondersteuners en kerken vinden het moeilijk om nog langer heel intensief met de witte illegalen bezig te blijven. De meerwaarde van kerkasiel wordt betwijfeld omdat de publieke belangstelling verdwenen lijkt. Maar over het algemeen blijven zij solidair met de mensen die nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen, bijvoorbeeld door nog handtekeningen te verzamelen en petities aan te bieden. Zij hebben vaak een persoonlijke band opgebouwd met de witte illegalen die ze al die tijd hebben bijgestaan en onderdak hebben verschaft. Zij blijven door lobbyen.

De meerderheid van de witte illegalen wacht momenteel nog de beroepsprocedure af. En als er dan nog steeds een grote groep witte illegalen overblijft, is de kans groot dat zij weer in het openbaar de strijd met de overheid zullen aangaan. De Fabel van de illegaal vindt dat het landelijk comité GMII de witte illegalen daarin moet volgen.

Zwart werken

Uiteraard zijn er ook witte illegalen die de hoop hebben opgegeven. Ze worden opnieuw de illegaliteit in gedwongen. Door de Koppelingswet zijn de wit werkende illegalen van weleer veroordeeld tot uitsluitend zwart werk. De uitbuiting is dan nog groter en bij gebrek aan verzekeringsmogelijkheden is het vangnet van voorzieningen verdwenen.

Van gesprekken met afgewezen witte illegalen druipt de wanhoop en frustratie af. Ze ervaren nogal eens dat ze zelf langer in Nederland zijn, beter Nederlands spreken of meer wit gewerkt hebben dan mensen die wel een verblijfsvergunning hebben gekregen. En zelfs sommige gelegaliseerde witte illegalen voelen zich zo vernederd dat zij niets meer met Nederland te maken willen hebben. Zij overwegen emigratie naar een ander land om de narigheid van het Nederlandse 'rechtssysteem' te kunnen vergeten.

Anderen geven de moed niet op en blijven elkaar informeren over de ontwikkelingen en spreken elkaar aan op deelname aan het landelijk comité. Naar de buitenwereld toe mag het dan lijken dat er een windstilte is, op andere manieren is het comité nog volop in beweging.

Terug