De Fabel van de illegaal 42, november/december 2000

Auteur: Gerrit de Wit


Toename van racistisch geweld

Het racistisch en extreem-rechts geweld neemt toe, aldus de Leidse wetenschapper Jaap van Donselaar in zijn nieuwe rapport "Monitor racisme en extreem-rechts". Het gaat om bekladding, bedreiging, bommelding, confrontatie, vernieling, brandstichting, bomaanslag, mishandeling en doodslag.

Vluchtelingencentra worden bestookt met molotow-cocktails. Migranten worden bedreigd of in elkaar geslagen, anti-racistische organisaties krijgen dreigtelefoontjes binnen en ga zo maar door. Naast racistisch geweld dat zich tegen vluchtelingen en migranten richt, is er ook geweld van extreem-rechts tegen - wat zij noemen - "volksvijandige elementen" zoals bijvoorbeeld anti-fascistische demonstranten.

Ook de Leidse regio ontkomt niet aan het geweld. Zo werden op 23 augustus 1999 38 jongeren in Noordwijk gearresteerd wegens zeker 100 vernielingen, bekladdingen, geweldplegingen, inbraken en brandstichtingen. De verdachten hadden het vooral op scholen en vluchtelingen gemunt.

Cijfers

Van Donselaar baseert zich op gegevens van de politieregio's. In 1995 werden 122 voorvallen van racistisch en extreem-rechts geweld geturfd. In 1997 was dit al opgelopen tot 298 en in 1998 tot 313. In 1998 ging het in 157 situaties om bedreiging en in 41 situaties om mishandeling. Doodslag en bomaanslagen komen relatief weinig voor.

De politierapportages geven echter geen betrouwbaar beeld. Er zijn enkele politieregio's waar het probleem zich volgens de rapportages niet of nauwelijks zou voordoen. Die rapporteerden bijvoorbeeld in 1997 en 1998 slechts één of zelfs geen enkel voorval. Dat is ongeloofwaardig. Ook is er sprake van onderrapportage. Slechts een klein deel van de geweldplegingen wordt zichtbaar in statistieken, onder andere omdat slachtoffers vaak geen aangifte doen. Verder worden bijvoorbeeld racistische voorvallen soms anders benoemd. Wie bepaalt was het voorval inhield? De politie of een slachtoffer? De politie kan het kalken van een hakenkruis op de woning van een migrant benoemen als een bekladding, terwijl het slachtoffer het eerder als een bedreiging kan zien. In sommige gevallen neemt de politie een aangifte van geweld niet serieus of ziet te weinig grond om het in de statistieken op te nemen. Kortom, er wordt een hoop getwist over die statistieken.

Onderrapportage

In Engeland is onderzoek gedaan naar de onderrapportage van racistisch en extreem-rechts geweld. Volgens de politicoloog Husbands zou slechts 1 op de 20 gevallen van geweld aan de politie worden gemeld. Uit andere onderzoeken blijkt dat het meer om de vraag gaat of de cijfers van de Britse politie met de factor 4 of met de factor 40 moeten worden vermenigvuldigd. In Nederland zijn de laatste 5 jaar gemiddeld 245 voorvallen gemeld. Vermenigvuldigd met 4 en 40 komen we dan uit op respectievelijk 980 en 9.800 voorvallen. Gemiddeld genomen zo'n 5.000 per jaar.

Uit de gegevens van de studie "Allochtonen over Nederlanders" uit 1995, waarbij Turken, Marokkanen en Surinamers zelf gevraagd werden naar hun ervaring met racistische bedreigingen en geweld, blijkt dat de onderraportage zelfs nog veel groter kan zijn. Twee procent van de ondervraagden zei er zelf ervaring mee te hebben gehad. Gemiddeld 4 procent is ooit racistisch bedreigd. Dat betekent in totaal zo'n 42.000 voorvallen. In dit onderzoek werden andere migranten buiten beschouwing gelaten. Het aantal voorvallen zou dan nog hoger komen te liggen.

De werkelijke omvang van racistische en extreem-rechtse gewelddadige voorvallen in Nederland zal wel nooit helemaal bekend worden. Feit is dat het geweld vaak voorkomt.

Bron: Monitor racisme en extreem-rechts, derde rapportage, Jaap van Donselaar.

Terug