De Fabel van de illegaal 44/45, voorjaar 2001

Auteur: Harry Westerink


"Goede bedoelingen" Wallage leiden tot meer repressie tegen vluchtelingen

Bij de recente affaire rond PvdA-er Wallage en het Groningse politierapport over "criminele asielzoekers" werd pijnlijk duidelijk hoezeer in Nederland het zelfbeeld heerst van de "goedgelovige Hollandse gastheer die blind is voor het onbetrouwbare karakter van zijn gasten"1. Deze retoriek zegt vooral veel over het absurde wantrouwen waarmee in de watten gelegde regenten naar opgejaagde en uitgesloten vluchtelingen kijken, ofwel: "zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten"1. Een analyse van een nieuw offensief in het treiteren en wegpesten van "ongewenste vreemdelingen".

Op 10 januari 2001 berichtte het Nieuwsblad van het Noorden voor het eerst over een vertrouwelijk rechercherapport van de regiopolitie Groningen, getiteld "Asielzoekers crimineler?". "Asielzoekers gehuisvest in de regio Groningen" zouden van 1 september 1998 tot en met 31 augustus 1999 "significant vaker (bijna 5 maal vaker) criminele delicten" hebben gepleegd, "in alle niveaus van de criminaliteitspiramide, dan de gemiddelde inwoner van Nederland".2 "De vraag of asielzoekers crimineler zijn moet bevestigend worden beantwoord", stelde de Groningse politie in het rapport botweg. Een flink deel van de conclusies en aanbevelingen van het rapport waren door het ministerie van Justitie overigens zwart en onleesbaar gemaakt.3

De Groningse burgemeester Wallage, volgens zijn politieke vrienden een boegbeeld van sociaal-democratische ruimhartigheid, deed grif mee aan de hetze. "Er zijn mij te veel criminele asielzoekers." En: "Persoonlijk ben ik er voorstander van om asielzoekers die een crimineel delict plegen, het land uit te zetten."2 Dat was koren op de molen voor Tweede Kamer-leden als Kamp (VVD), Wijn (CDA) en Middel (PvdA). "Met stoom en kokend water", aldus Kamp, zouden "criminele asielzoekers" door de asielprocedure moeten worden gejaagd en daarna meteen moeten worden gedeporteerd.4

VVD en CDA maakten gretig gebruik van het schot voor open doel dat Wallage had gegeven, en pleitten in spierballentaal voor een landelijk onderzoek naar "asielzoekerscriminaliteit". De liberalen, christen-democraten en sociaal-democraten arm in arm ten strijde tegen het spook van de "criminele asielzoeker".

Kapitale blunder

Merkwaardig was dat Wallage wel aandrong op een landelijk debat over "criminele asielzoekers", maar het rapport zelf geheim wilde houden. Openbaarmaking ervan zou het "frank en vrij" intern rapporteren van de recherche in de weg staan, stelde hij. Het Groningse driehoeksoverleg, bestaande uit korpsbeheerder Wallage, hoofdofficier van Justitie Moraal en korpschef Welten, verklaarde dat het rapport "een beperkte doelstelling" had: "het geven van een indicatief beeld van crimineel gedrag onder asielzoekers, ten behoeve van een kleine kring van beleidsmakers". Het had geen wetenschappelijke pretentie en leende zich niet voor "publieke discussie". Men had het rapport in 2000 wel naar de toenmalige staatssecretaris Cohen gestuurd, "om hem in de gelegenheid te stellen verder te onderzoeken of er sprake was van een landelijk beeld dat de in Groningen gesignaleerde trend zou bevestigen dan wel ontkrachten".5

De Tweede Kamer vroeg zich af hoe er een debat kon worden gevoerd over een rapport waarvan de inhoud hen grotendeels onbekend was. Onder druk van de reacties ging staatssecretaris van Justitie Kalsbeek over tot openbaarmaking ervan, overigens wel pas na "dagenlang onderhandelen" met haar partijgenoot Wallage. "In goed overleg", voegde ze er nog aan toe.6

Allerlei betrokkenen veegden er vervolgens de vloer mee aan, waarbij ook Wallage de wind van voren kreeg: "Rapport blamerend voor politie en openbaar bestuur" en "geen discussie waard" (hoogleraar straf- en vreemdelingenrecht Van Kalmthout)7, "Scoringsdrift Wallage" (commentaar van De Volkskrant)8, "Uitspraken Wallage echt gevaarlijk" (minister van integratie Van Boxtel)9, "Wallage begaat kapitale blunder" en "dezelfde fout die hij in het verleden Bolkestein verweet" (VluchtelingenWerk-voorzitter Van den Bergh)10.

Uit alle hoeken van het land was inmiddels duidelijk geworden dat het Groningse onderzoek haaks stond op de situatie in andere regio's met asielzoekerscentra (azc's). "Onze ervaring is dat de criminaliteit in gemeenten waar een asielzoekerscentrum is gevestigd, niet hoger ligt dan in gemeenten zonder zo'n centrum", aldus een woordvoerder van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).11

Appels en peren

Kalsbeek vond dat het rapport uitging van een ondeugdelijke onderzoeksmethode. Volgens haar was het "onjuist" om "asielzoekers" te vergelijken met "de gewone bevolking" van Groningen. Bij zo'n "gemiddelde" bevolking zitten verhoudingsgewijs veel meer baby's en bejaarden, die niet of nauwelijks crimineel gedrag vertonen. Een vergelijking tussen "asielzoekers" en "Groningers" leidt daarom tot een veel te hoog percentage "criminele asielzoekers" en geeft dus een volkomen scheef beeld van de werkelijkheid. Kalsbeek zei geen enkele conclusie aan het rapport te willen verbinden en wees landelijk onderzoek naar criminaliteit van "asielzoekers" af.12

De criminoloog Huls, werkzaam bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), leverde stevige kritiek op onderzoek dat geen rekening houdt met de slechte maatschappelijke positie van vluchtelingen in Nederland. "In de statistiek is het belangrijk dat je eenheden creëert die je redelijkerwijs naast elkaar kunt houden. Ook al zijn verschillen naar leeftijd, sekse en burgerlijke staat meegewogen, dan nog staat het sociaal-economische verschil tussen vluchtelingen en Nederlandse burgers een geldige vergelijking in de weg. De uitzichtloosheid van veel asielzoekers lijkt meestal niet op die van Nederlanders. En ook de thuissituatie, de wijze van samenleven in een centrum, is moeilijk vergelijkbaar."13

Hoogleraar migratierecht Spijkerboer stelde dat het rapport "appels met peren" vergelijkt. Hij meende dat "voor een goede vergelijking" met "asielzoekers" mensen moeten worden genomen "die in vergelijkbare semi-opgesloten omstandigheden leven, iets met internaten misschien."14 Daarmee probeerde hij het wetenschappelijke gehalte van dit soort vergelijkend onderzoek te redden.

Dat zal hem niet lukken. In Nederland bestaan geen andere groepen mensen van wie de achtergrond en maatschappelijke positie voldoende overeenkomsten vertoont met die van vluchtelingen in azc's. Een integere en verantwoorde vergelijking valt gewoonweg niet te maken. Ook mensen in "internaten" komen niet in aanmerking, omdat het daarbij niet gaat om mensen die op de vlucht zijn voor politieke vervolging, oorlog en armoede in eigen land. Elk onderzoek dat de vermeende criminaliteit van vluchtelingen met die van een andere in Nederland verblijvende groep wil vergelijken, slaat dus de plank mis.

Opvallend is overigens dat zelfs de Groningse politie in het rapport een "nuancering" moest aanbrengen in het "significante" verschil tussen de criminaliteit van "asielzoekers" en "de reguliere bevolking". "64 tot 67 procent van de geweldscriminaliteit en 75 procent van de vernielingen", gepleegd door vluchtelingen, speelde zich af "binnen de muren van de opvangcentra" en veroorzaakte "geen directe overlast voor de omgeving". Daar "is de positie waarin asielzoekers zich bevinden vaak debet aan".3

Criminele mannen

Er valt ook radicaal-linkse kritiek op dit soort rapporten te geven. Nog los van het ontbreken van wetenschappelijk "geldig" vergelijkingsmateriaal, zouden anti-racisten het als maatschappelijk probleem apart zetten van een groep "buitenlanders" die wordt vergeleken met een groep "gemiddelde" Nederlanders, op zichzelf al moeten bestrijden. In de context van een racistisch gestructureerde samenleving als Nederland bevestigt elk onderzoek - ook het eventueel goedbedoelde - naar de vermeende criminaliteit van vluchtelingen de racistische gedachte dat er in het algemeen iets mis is met "buitenlanders". De resultaten en conclusies van dergelijk onderzoek zullen bij de publieke opinie altijd in de schaduw staan van het feit dat het onderzoek sowieso wordt verricht.

Daarbij weegt zwaar door dat het vaak machthebbers met status en prestige zijn die opdracht geven tot die onderzoeken, "onze" politici op wie "wij Nederlanders" hebben gestemd en in wie "wij" voldoende vertrouwen hebben om hen op hun woord te geloven. Voor de "gemiddelde" Nederlander geldt dan het spreekwoord "waar rook is, is ook vuur". Alleen al omdat onderzoek naar de criminaliteit van vluchtelingen wordt gedaan, zullen "zij" ook wel "crimineler" zijn, aldus de volksmond. Anders laat men dat onderzoek toch niet verrichten? "Die burgemeester van Groningen zegt het toch niet voor niets?", was dan ook de reactie van sommige inwoners van Woudrichem, waar een asielzoekersboot ligt.15

Onderzoek in een heel andere richting is ook mogelijk. Uit allerlei statistische gegevens kunnen heel andere groepen worden gelicht en tegenover elkaar worden geplaatst, bijvoorbeeld mannen ten opzichte van vrouwen. Rapporten over de criminaliteit van mannen zouden de onderzoeksvraag "mannen crimineler?" bevestigend moeten beantwoorden, zeker op het gebied van geweldsmisdrijven. In plaats van de vermeende "significant" hogere criminaliteit van "buitenlanders" zou in dat geval de criminaliteit van de "gemiddelde" Nederlandse man in het centrum van de aandacht komen te staan. Met als mogelijk gevolg "nationale debatten" over mannelijk seksueel geweld en over de ongelijkwaardige en onrechtvaardige machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen. Het maakt deel uit van patriarchale maatschappelijke verhoudingen dat onderzoek naar "criminele mannen" bij lange na niet kan rekenen op zoveel prioriteit en belangstelling als dat naar "criminele asielzoekers".16

Stereotypering

Ook op een andere manier stigmatiseert het Groningse rapport de vluchtelingen. "Criminele asielzoekers" worden namelijk aangeduid op basis van hun herkomst. "De golf van inbraken wordt onder andere veroorzaakt door illegalen van Roemeense afkomst", door "Kosovaren en door "Armeniërs". Winkeldiefstallen zouden worden gepleegd door "asielzoekers afkomstig uit Algerije, Joegoslavië, Iran en een enkele Rus".3 Het steevast noemen van de herkomst van vluchtelingen leidt tot een stereotypering van etnisch en cultureel vastgelegde vormen van criminaliteit, waarbij een bepaald type crimineel gedrag gekoppeld wordt aan een bepaalde nationaliteit of vermeende culturele identiteit. Dat kan gemakkelijk leiden tot een versterking van vooroordelen. Heeft een of andere Armeniër ooit iets gestolen, dan zullen alle Armeniërs wel stelen. Totdat het tegendeel is bewezen. Waar dat op uit kan draaien laat de stigmatisering van "zigeuners" zien.

De zogenaamde "criminaliteit van buitenlanders" is een strijdkreet en ideologisch wapen in handen van beleidsmakers die zich keren tegen migratie. Die beleidsmakers hebben de macht om te bepalen wat criminaliteit is en wie crimineel is. Misdadig gedrag in eigen kring wordt door beleidsmakers zelden "criminaliteit" genoemd. Door het apart zetten van "asielzoekers" en andere "buitenlanders" worden die rechtstreeks verantwoordelijk gemaakt voor een heleboel maatschappelijke problemen en fenomenen of er in elk geval onmiddellijk mee in verband gebracht.16 Hoe meer beleidsmakers erin slagen om de overtuiging te laten groeien dat vluchtelingen crimineel zijn, crimineler dan de "gemiddelde" of "gewone" Nederlander, hoe sterker hun argumentatie en legitimatie wordt voor een meedogenloos buitensluitings-, uitsluitings- en uitzettingsbeleid.

Verdacht en dus crimineel

In de commotie rond het rapport kwam nauwelijks naar voren dat het alleen rept over verdachten die een strafbaar feit zouden hebben gepleegd. Nog voordat de rechter er een uitspraak over heeft gedaan, staan die verdachten bij het Groningse driehoeksoverleg al te boek als crimineel. In het rapport blijft volstrekt onduidelijk hoeveel van die "verdachte asielzoekers" daadwerkelijk zijn veroordeeld. Het aantal veroordeelden kan aanmerkelijk lager liggen dan het aantal in het rapport genoemde verdachten. De onderzoeksvraag "asielzoekers crimineler?" kan alleen al daarom niet worden beantwoord.

Volgens het rapport is in 1 jaar tijd 299 keer een persoon aangehouden die als adres een opvangcentrum opgaf, waarbij het - in verband met meerdere aanhoudingen van dezelfde persoon - gaat om een totaal van 236 "verdachte asielzoekers". Nog niet 1 aangehouden "asielzoeker" per dag dus, en een schijntje in verhouding tot de ongeveer 3.900 vluchtelingen die in opvangcentra in de provincie Groningen zitten.

In Groningen worden vluchtelingen meer dan de "gemiddelde" Nederlander in de gaten gehouden, wat blijkt uit de grote hoeveelheid "asieltaken" die de politie daar toebedeeld heeft gekregen, net als in de rest van het land. En wie vaker politie om zich heen heeft, loopt statistisch gezien meer kans om aangehouden te worden dan iemand die door de politie met rust wordt gelaten.

Hun eigen schuld

Om niet geheel duidelijke redenen17 wilde het driehoeksoverleg het rapport lange tijd niet openbaar maken. Inmiddels had men wel de vrijheid genomen om in het geniep en in het wilde weg te criminaliseren. Hoe schijnheilig Wallage zich daarover uitliet, bleek uit zijn "verantwoording" die hij na enige tijd onder zware druk aflegde. "De criminaliteit onder asielzoekers is als het om openbare orde en veiligheid gaat beheersbaar. Maar die criminaliteit is wel te groot als het om de consequenties gaat voor het draagvlak van het asielbeleid. Aard en omvang van een kleine minderheid zendt schokgolven door lokale gemeenschappen." Door het gedrag van "asielzoekers" zou "de geloofwaardigheid van onze manier van opvang" op het spel staan.18

Zo maakt Wallage de vluchtelingen zelf verantwoordelijk voor het falende en mensonwaardige asielbeleid van de regering. Zij krijgen van hem de schuld van "het gebrek aan draagvlak", van de onverschilligheid van de "gemiddelde" Nederlander voor de ellende van vluchtelingen hier en ver weg, en van het staats- en ander geweld dat vluchtelingen dagelijks ondervinden. Hoog tijd voor een onderzoek dat van onderop partij kiest, een onderzoek over het afwijzende gedrag van de Nederlandse regering en het merendeel van de "reguliere" bevolking tegenover vluchtelingen.

Geen draagvlak voor Wallage

Hoewel menigeen kritiek uitte op Wallage, werd hem - zoals verwacht kon worden - door de kringen waarin hij verkeert, de hand boven het hoofd gehouden. Kalsbeek wilde hem niet veroordelen, want "hij had goede bedoelingen".6 Volgens haar was het Wallage namelijk te doen om het beschermen van de grote meerderheid van vluchtelingen, de 'goeien' zogezegd, tegen een kleine criminele minderheid, de 'kwaaien', die het voor de meerderheid verpesten. Wallage had een "taboe" willen doorbreken.

Maar het is juist Wallage die het verpest voor de vluchteling, voor alle vluchtelingen, "minderheid" en "meerderheid". Het is Wallage zelf die "het draagvlak voor de opvang van asielzoekers" in de samenleving nog verder aantast. "De politieke discussie zou nu dan ook moeten gaan over de vraag of er nog een maatschappelijk draagvlak is voor het aanblijven van de heer Wallage als burgemeester van Groningen en korpsbeheerder van het politiedistrict Groningen", aldus de Noord-Nederlandse Werkgroep Vluchtelingen Vrij (WVV).19 "Het zijn niet de strafbare feiten die gepleegd zijn door vluchtelingen, maar het ongastvrij onthaal van vluchtelingen in het Groningerland dat uit de taboesfeer gehaald zou moeten worden."20 Volgens wetenschapper Van Kalmthout zou Wallage "de asielzoekers in Groningen excuses moeten aanbieden. Dat zou nog eens een taboe zijn dat hij kan doorbreken. Maar daar houden politici niet van: toegeven dat ze fout zitten."7

Het is de ervaring van de WVV dat de gemeentebesturen in de Groningse dorpen om het hardst om extra politiepersoneel roepen, voordat men eventueel instemt met de komst van opvangcentra voor vluchtelingen. Voor die extra politie heeft Wallage richting Den Haag nog een stevige lobby opgezet. Hij dreigde tegen het ministerie van Binnenlandse Zaken een proces aan te spannen als het aantal "asieltaken" van de politie in de dorpen met een opvangcentrum zou worden ingekrompen.19, 20 Het rapport kwam het driehoeksoverleg dus wonderwel goed uit. Het gerucht gaat dat het daarom de Groningse politie zelf was die de conclusie ervan heeft laten uitlekken naar het Nieuwsblad van het Noorden.2

Vaste klanten

Wie mocht denken dat de kersverse nieuwe staatssecretaris in elk geval geen blaam treft, die komt bedrogen uit. Kalsbeek zet het keiharde beleid van Cohen onverminderd voort. Begin februari kondigde ze aan dat "vreemdelingen die voortdurend lichte misdrijven plegen" in de toekomst hun verblijfsvergunning kwijtraken. Tot nu toe kon Justitie die vergunning intrekken als iemand een straf van minimaal 9 maanden moest uitzitten. Daardoor "blijven de vaste klanten van de politie - zoals notoire winkel- en autodieven - ten onrechte buiten schot", aldus Kalsbeek.21 Want die krijgen van de rechter blijkbaar geen 9 maanden. Door steeds meer legale migranten en vluchtelingen de verblijfsstatus te willen ontnemen voert Kalsbeek het repressieve beleid op om "criminele vreemdelingen", in tegenstelling tot "criminele Nederlanders", dubbel te straffen, via het strafrecht en ook nog eens via het vreemdelingenrecht.

En alsof de hetze van Wallage en consorten nog niet grof genoeg was, liet Kalsbeek de Tweede Kamer weten dat de politie voortaan de vingerafdrukken van "asielzoekers" die worden gemaakt in het kader van de asielprocedure, ook mag gebruiken om misdrijven op te sporen. Ze sloot zich hiermee aan bij de wensen van de harde kern van de Tweede Kamer voor wie het repressieve beleid tegen vluchtelingen niet ver genoeg kan gaan. VVD en CDA hadden namelijk op verzoek van voorzitter Vogel van de politie-organisatie ACP aangedrongen op een dergelijk gebruik van vingerafdrukken, terwijl de rest van de Tweede Kamer de maatregel wegens schending van de privacy van vluchtelingen verwierp.21 Vogel pleitte er onlangs voor om politie-agenten die werken in asielcentra "meer bevoegdheden" te geven om "op te treden tegen asielzoekers die herhaaldelijk strafbare feiten plegen".22

Terwijl Kalsbeek in het openbaar stelling neemt tegen het Groningse rapport, verhevigt ze langs een parlementair achterdeurtje de druk op vluchtelingen. De ene PvdA-er - Wallage - stigmatiseert met woorden, de andere PvdA-er - Kalsbeek - criminaliseert met daden. Onlangs kwam een vluchteling met een interessant voorstel: "Politici die uitspraken doen die tot haat en verscheurdheid in de maatschappij leiden, moeten 3 jaar in asielzoekerscentra doorbrengen".23 Daarmee verwoordde hij haarscherp de woede van vluchtelingen over de tegen hen gerichte haat- en hetzecampagne.

Noten

Terug