De Fabel van de illegaal 44/45, voorjaar 2001

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Geld of je leven

"Die illegalen die op mijn spreekuur komen",
zegt een of andere huisarts ergens in het land van de administratieve apartheid
waar illegalen worden afgesneden van de samenleving van legalen,
"die kunnen best betalen.
Ze mogen dan onverzekerd zijn,
maar ze hebben heus wel geld, hoor."
De huisarts klopt het geld uit de zakken van onwettig gemaakte mensen
die onder zijn druk worden gedwongen
om de prijs van hun rechteloosheid te betalen
en hij wast zijn handen in onschuld
en hij kamt zijn haren en hij kijkt in de spiegel
en hij brengt ook zijn zelfbeeld in orde
dat uit evenwicht zou kunnen raken
als het zakgeld en de spaarrekening van zijn jongste zoon
de geldelijke bezittingen van illegalen
in ruime mate zou blijken te overtreffen.

Er zijn van die dagen dat illegalen heus wel geld hebben
voor een brood en een avondmaaltijd
en voor de waanzinnig hoge huur van een kamer
die wordt gedeeld door 4 mensen zonder de papieren
die bewijzen dat ze zijn geboren op een welvaartseiland
en met het voorrecht om te gaan en te staan waar ze willen.
Ze hebben soms geld
omdat ze net als de overige 6 miljard mensen op aarde
niet van de wind leven
en ze hebben soms geen geld
hoewel ze net als de overige 15 miljoen mensen
die binnen de Nederlandse landsgrenzen verblijven
graag de stormen van het bestaan zouden willen weerstaan
die met orkaankracht op hen afkomen
als ze ziek worden en uitgeput en oud en illegaal blijven en onverzekerd
en onverzorgd door de verzorgingsstaat
van bazen en bestuurders die vooral voor zichzelf zorgen.

Er zijn illegalen die wel geld hebben
en wel geld moeten hebben
voor het geval van een ongeval
en een ongeluk dat in het kleine hoekje zit
waartoe zij zijn veroordeeld door de rechters
die hen afwijzen en een streep onder hun bestaan zetten
in het land met zijn kaste van onaanraakbaren.
Ze hebben geld
omdat een of andere huisarts
uit de hoogte van zijn bovenmatig bovenmodale inkomenspositie
de laatste centen aftroggelt
van hen die van ver komen en hun justitieel dossier meezeulen
om met papieren aan te tonen dat zij mensen zonder papieren zijn.
Verdrongen en welhaast vergeten is de medische beroepsethiek
die voorschrijft dat iedere zieke moet worden geholpen.
Want elk mens telt enkel en alleen
als elk mens ook geld heeft en blijft houden en blijft geven.

Er zijn illegalen die geld hadden
en die dat geld hadden willen geven
aan familieleden die ver weg wonen
in een land met voldoende armoede en uitzichtloosheid
om afhankelijk te zijn van het geld
dat de illegaal in het land van de administratieve apartheid
hen had willen geven,
ware het niet dat een of andere huisarts
hem of haar op uiterst beschaafde wijze
en volgens de heersende fatsoensnormen het mes op de keel heeft gezet
om geld - veel geld - te geven voor die operatie
aan een hand of aan een been.

Soms hadden illegalen geld en konden ze geld blijven verdienen,
maar soms ook niet meer,
want de politie hield een razzia op hun werk in de tuinbouw
en sloot hen op en gooide hen uit het land van de administratieve apartheid.
En soms heeft ook de jongste zoon van een of andere huisarts geen geld meer
voor een cd of cd-rom die je moet hebben
en soms krijgt hij dan van papa geld
dat papa kreeg van de illegaal op zijn spreekuur
die dat geld toen niet meer kon geven
aan de familieleden in het land ver weg
van het land van de administratieve apartheid.

Terug