De Fabel van de illegaal 49, januari/februari 2002

Auteur: Ellen de Waard


(Boekrecensie)

De confectie-industrie na de razzia's

"Een confectie-atelier? Dat is een tot illegale werkplaats omgebouwde kelder waar veel illegalen en zwartwerkers onder de meest mensonterende omstandigheden voor een hongerloon dag en nacht kledingstukken aan elkaar naaien. Oh ja, en meestal zijn het Turken." Dat zegt iemand in het boek "En meestal zijn het Turken" van Flavia Reil en Ton Korver. Vanaf midden jaren 80 vestigden zich in Amsterdam tussen de 500 en 1.000 naai-ateliers, waarvan een deel illegaal was. Snel veranderende modetrends vereisten een confectie-industrie die flexibel kon reageren, en die dus van de lage lonen-landen verplaatst werd naar de omgeving van de westerse afnemers. Grote winkelketens als C&A, V&D en Foxy Fashion lieten hun kleding in deze ateliers maken tegen schandalig lage prijzen en onder belabberde arbeidsomstandigheden. Daartegen werd actie gevoerd door de Schone Kleren Campagne.

Begin jaren 90 begonnen politici en opiniemakers een hetze tegen illegalen. De ateliers kregen te maken met een golf van razzia's door het Confectie Interventie Team, een samenwerkingsverband van de Vreemdelingendienst, de Arbeidsinspectie, de Belastingdienst, het GAK en het energiebedrijf. Het merendeel van de ateliers werd gesloten en duizenden migranten werden gedeporteerd. In 1994 werd in de Wet op de Ketenaansprakelijkheid vastgelegd dat confectiebedrijven moeten checken of hun kleding op "bonafide wijze" is geproduceerd.

Reil en Korver onderzochten de arbeidsomstandigheden na 1994. Dat heeft een wat saai gebracht, maar wel interessant boek opgeleverd, vooral voor politieke activisten die illegale arbeidsmigranten steunen. Sinds 1994 blijkt het gros van de werkgevers zich te houden aan de CAO-afspraken en vooral legale werknemers in dienst te hebben. De arbeidsomstandigheden schijnen verbeterd te zijn. Om te besparen op de daaruit voortvloeiende extra loonkosten, hebben de werkgevers geïnvesteerd in computergestuurde naaimachines. Het werk heeft daardoor aan kwaliteit ingeboet en is simpeler en routinematiger geworden. Er is minder deskundigheid en inwerktijd voor nodig. In de ateliers werken tegenwoordig wat meer vrouwen, maar die zijn nog steeds aan seksisme blootgesteld.

"En meestal zijn het Turken. Arbeid in de Amsterdamse loonconfectie-industrie", Flavia Reil en Ton Korver. Uitgeverij: Het Spinhuis, 14 euro. ISBN: 9055891924.

Terug