De Fabel van de illegaal 54/55, najaar 2002

Auteurs: Eva Mulder en Eric Krebbers


Een feministische kritiek op nationalisme

Nationalisme neemt toe in de linkse actiebeweging. Een grote rol daarbij heeft de "anti-globaliseringsbeweging" gespeeld die begon vanuit een puur nationalistisch begrippenkader. Nationalisme benadrukt de strijd tussen "volken" of "culturen" en verplaatst discussies over kapitalistische, patriarchale en racistische tegenstellingen naar het tweede plan. De opkomst van het nationalisme valt deels te verklaren uit de afname van anti-patriarchale en anti-racistische krachten en analyses. Het hernieuwd ontwikkelen daarvan moet daarom ook aan de basis liggen van de anti-nationalistische strijd. Een aanzet om in deze krant vaak gebruikte begrippen als nationalisme, racisme, patriarchaat en bevolkingspolitiek samen te brengen.

Nationalisme is zowel een ideologie als een beweging. Nationalisten gaan ervan uit dat iedereen in de eerste plaats deel uitmaakt van een "volk" of "natie". Alle andere groepen of categorieën waartoe men kan behoren zijn voor nationalisten van secundair belang. Vrouwenstrijd wordt daarom als minder belangrijk gezien, en soms zelfs als gevaarlijk. Het is immers niet bevorderlijk voor de eenheid van "de natie" als de vrouwen zich gaan verenigen tegen de mannen. Nationalisten menen dat iedereen binnen "het volk" zijn eigen plaats heeft, en dat het daarvan afwijken de kracht van "de natie" in gevaar brengt. Daarom hechten ze zoveel waarde aan de rolpatronen die vastliggen in allerlei tradities. Zo worden vrouwen altijd geacht kinderen te baren en op te voeden volgens de nationale tradities, en moeten ze verder altijd zedelijk zijn om "de natie" eer aan te doen. Van mannen wordt daarentegen verwacht dat ze stoer zijn, het land opbouwen en "de natie" helpen verdedigen tegen andere "volken".

Verkrachting

Vanuit de linkse beweging wordt nationalisme niet altijd als belangrijk probleem gezien. Maar zelfs de activisten en theoretici die dat wel doen, benoemen zelden de centrale rol die het patriarchaat bij nationalisme inneemt. Meestal doet men alsof de gangbare anti-nationale analyses precies zo opgaan voor mannen als voor vrouwen. Dat hangt nauw samen met het eenvoudigweg niet waarnemen van de "reproductieve sfeer" in de samenleving, een fout die in linkse kringen wel vaker gemaakt wordt.

Talloos zijn echter de voorbeelden van situaties waarin nationalisme compleet uiteenlopende gevolgen heeft voor mannen en vrouwen. Neem de kampen in Bosnië halverwege de jaren 90. Het systematisch verkrachten van vrouwen van de tegenpartij werd daar beschouwd als manier om die andere "natie" in zijn essentie te treffen en te onteren. Of neem het migratiebeleid, dat er over gaat wie er toegelaten wordt op het grondgebied van "onze natie". Vrouwen worden in veel gevallen afgescheept met een van hun man afhankelijke verblijfsvergunning. Dat dwingt hen gedurende jaren bij hun man te blijven, zelfs wanneer die hen zou mishandelen. En ook bij de bevolkingspolitiek komen nationalisme en patriarchaat samen. Wanneer beleidsmakers in een land menen dat er van "een volk" te veel of juist te weinig mensen zijn, worden vrijwel altijd juist de vrouwen onderworpen aan campagnes die hen wijs moeten maken dat "goede" vrouwen van die nationaliteit minder of juist meer kinderen krijgen. Helaas blijft het vaak niet bij indoctrinatie. Kinderen baren wordt bijvoorbeeld ook wel gestimuleerd via kinderbijslag, en een teruggang van het aantal kinderen wordt ook wel verkregen via grootschalige sterilisatie van vrouwen, al dan niet vrijwillig.

Blut-und-Boden

Er zijn zeer uiteenlopende vormen van nationalisme, van het enge Blut-und-Boden volksnationalisme van de nazi's tot het zeer liberale burgerlijke nationalisme dat veel westerse democratieën kenmerkt. Elk nationalisme is een mengsel van biologische, culturele en burgerlijke elementen. De belangrijke verschillen tussen meer biologisch, cultureel of burgerlijk gefundeerde nationalismen mogen niet uit het oog verloren worden, maar uiteindelijk zijn alle vormen in essentie patriarchaal en bedoeld om anderen buiten te sluiten.

Bij het meer biologische nationalisme gaat men uit van bloedverwantschap van de leden van "het volk". Zo gedacht kan een "volk" alleen blijven voortbestaan via de eigen nakomelingen. En daarmee is dan ook direct de belangrijkste functie van de vrouwen van "het volk" gedefinieerd: zij moeten die nakomelingen baren. Om de aanwas te kunnen beïnvloeden wordt bijvoorbeeld de nieuwe voortplantingstechnologie juist door dit soort nationalisten erg belangrijk geacht. Daarmee kan men namelijk het aantal nakomelingen van "het eigen volk" bevorderen, en die van anderen afremmen. Bij dat laatste gaat het dan bijvoorbeeld om nieuwe langdurig werkzame voorbehoedsmiddelen en goedkope manieren van sterilisatie.

Opvoeding

Bij het meer culturele nationalisme spelen de traditie, religie, taal en literatuur een centrale rol bij het bepalen van wie er bij "de natie" hoort, en vooral ook wie niet. Doel van alle nationalistische cultuuruitingen is de symbolische en ideologische weergave van hoe "het volk" zou zijn, en daarbij krijgen mannen en vrouwen altijd "typische" rollen toegewezen. Beide seksen dragen samen, maar elk op de eigen manier, verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van "het volk". De mannen moeten "de natie" met hun kracht beschermen tegen buitenstaanders. De vrouwen moeten de kinderen "de gewoonten" van "het volk" bijbrengen en hen onder meer traditioneel kleden en voeden, en hen de overgeleverde verhalen vertellen. Door hun opvoedkundige rol worden vrouwen gezien als "de vertegenwoordigers van de natie", en ze worden dan geacht ook "de eer van het volk" te dragen. Juist daarom worden vrouwen extra vaak het slachtoffer van geweld. Zoals wanneer de mannen van het ene "volk" in een oorlog "de eer" en "de onschuld" van het andere "volk" door het slijk denken te halen door "hun" vrouwen te verkrachten. Maar zulk geweld komt ook voor binnen het "eigen volk". Zoals wanneer een vrouw zich probeert te onttrekken aan haar traditionele rol en zo volgens de nationalisten "schaamte brengt aan de familie en de natie". Hoe vaak is het niet voorgekomen dat vrouwen verstoten of zelfs omgebracht werden omdat ze zich bijvoorbeeld "te bloot" kleedden of er een buitenechtelijke relatie op na hielden.

Bij het meer burgerlijke nationalisme, tenslotte, is het officiële criterium om tot "de natie" te worden toegelaten het burgerschap. Dit soort nationalisme hoort typisch bij westerse democratische staten, en het wordt beschouwd als de meest tolerante en onschuldige vorm. In principe zou namelijk iedereen voor het burgerschap in aanmerking kunnen komen. Maar in de racistische en seksistische praktijk van het burgerlijke nationalisme maken bepaalde groepen veel minder kans om toegelaten te worden en werkt dit nationalisme dus evenzeer uitsluitend. Zo zijn de regels voor immigratie vaak sterk gericht op mannen, en blijft het dus voor vrouwen zeer moeilijk om onafhankelijk van een man aan een verblijfsvergunning te komen. Bovendien, eenmaal toegelaten binnen "de natie" is het niet zo dat men volledig dezelfde rechten krijgt. Sterker nog, het proefballonnetje van minister van Vreemdelingenzaken en Integratie Nawijn om "criminele Marokkanen" met een Nederlands paspoort te deporteren, laat zien dat de toelating tot "de natie" altijd voorwaardelijk blijft en bij een groeiend nationalisme weer teruggedraaid kan worden.

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van "Gender & nationalism", Nira Yuval-Davis (1997), en "Gender ironies of nationalism", Tamar Mayer (2000).

Terug