De Fabel van de illegaal 54/55, najaar 2002

Auteur: Harry Westerink


(Uit de illegaliteit - column)

Een soort diamant

Daniëlla Bijlhout is een 21-jarige vrouw uit Suriname. Daniëlla Bijlhout geeft niet haar echte naam, want ze is bang voor de politie. Daniëlla werd als kind veel door haar moeder geslagen. "Ik was erg bang voor haar. Ik voelde me veiliger bij anderen dan bij mijn eigen moeder." Als 6-jarig meisje werd ze op straat gegooid. Ze heeft haar vader, die een buitenechtelijke relatie met haar moeder had, maar één keer gezien. Ze groeide daarna op in een internaat en later bij de ouders van een vrouw die daar werkte. Die mensen hebben haar geestelijk en lichamelijk mishandeld. Ze is ook seksueel misbruikt.

Toen haar moeder door de rechter uit de ouderlijke macht werd ontzet, kreeg een oom het voogdijschap. Ook die mishandelde haar. Toen ze 15 jaar was, emigreerde de oom naar Nederland. Daniëlla bleef in Suriname. Haar oom diende voor haar bij de IND een aanvraag voor een verblijfsvergunning in. Bij de Nederlandse ambassade in Suriname werd ze onbeschoft behandeld. "Ze wantrouwden me. Voor jonge Surinaamse mensen wordt het steeds moeilijker om naar Nederland te komen. Het ambassadepersoneel verdenkt je er meteen van dat je drugs smokkelt, of dat je in Nederland wilt gaan profiteren van de uitkeringen."

De IND wees haar aanvraag af, hoewel haar oom en voogd inmiddels in Nederland woonde en zij in Suriname heel moeilijk kon rondkomen. "Soms moest ik leven van 100 gulden in 2 maanden". Haar advocaat ging in beroep tegen de IND-beslissing. Een kennis in Parijs stelde zich daarna garant voor haar overkomst. Zo kreeg ze toestemming om naar Frankrijk te komen. Dezelfde dag nog, in augustus 2001, reisde ze verder naar Nederland en ging ze in Almelo bij haar oom wonen. Zonder verblijfsvergunning en volkomen afhankelijk van hem. Ook in Almelo, net als eerder in Suriname, werd ze door hem mishandeld. "Jou ga ik helemaal vernietigen", schreeuwde hij soms, "Ik ga je van kant maken". Binnenshuis gedroeg hij zich als een tiran, buitenshuis als een engel.

Ze ging vaak naar een andere oom in Almelo om uit te huilen. Ook werkte ze in zijn winkel. Soms kreeg ze daar wat geld voor. Hij bleek haar verhalen echter aan haar voogd door te vertellen. Die zette haar toen op straat. "Hij smeet me zo uit de auto. Ergens bij een verkeerslicht, midden op de weg, gingen we zelfs met elkaar vechten. Mijn spullen rolden overal naar toe." Ten einde raad brak Daniëlla met haar oom en ging ze bij een vriendin in Almelo wonen. In december 2001 verhuisde ze naar Leiden, naar een tante. Maar ook daar ging het verkeerd. Haar kleren werden vernield en ook die tante sloeg haar. "Er wonen wel 7 zussen en broers van mijn moeder in Nederland, en die behandelen me allemaal erg slecht. Van mijn familie moet ik het niet hebben." Dus ging ze bij een vriendin in Leiden wonen. Ze ging huishoudelijk werk doen, waardoor ze in haar eigen levensonderhoud kan voorzien.

Daniëlla weet niet hoe het met haar aanvraag voor een verblijfsvergunning staat. Haar oom weigert om haar het adres te geven van haar advocaat. Zij weet zijn naam wel, maar niet bij welk kantoor hij werkt. En de advocaat weet niet dat zij inmiddels in Nederland is. Ook wil haar oom haar het dossier van haar zaak niet geven. "Misschien heeft hij de hele procedure wel laten stopzetten, om mij te pesten." Ze wil graag een toekomst in Nederland opbouwen, maar dat lukt moeilijk. "Iedereen vindt het maar vreemd dat het voor mij als Surinaamse zo moeilijk is om legaal in Nederland te blijven." De Fabel is naar haar advocaat op zoek gegaan, maar heeft hem nog niet kunnen vinden. Nu gaat De Fabel een nieuwe advocaat proberen in te schakelen die bij de IND navraag kan doen over haar zaak. Zo nodig dient die advocaat een nieuwe aanvraag in voor een verblijfsvergunning wegens "klemmende redenen van humanitaire aard". Overal merkt Daniëlla hoezeer illegalen worden uitgesloten van het maatschappelijke leven. "Zonder verblijfsvergunning kan ik bijna niets doen. Overal willen ze papieren zien en alles moet volgens de regels. Een verblijfsvergunning is iets heel kostbaars voor me, een soort diamant."

Terug