De Fabel van de illegaal 58, mei/juni 2003

Auteur: Eric Krebbers


Onderaan dit artikel zijn de RARA-teksten die over het vluchtelingenbeleid gaan integraal overgenomen.


RARA-analyses na 10 jaar nog steeds messcherp en inspirerend

Op 30 juni 2003 is het precies 10 jaar geleden dat Revolutionaire Anti-Racistische Actie (RARA) zijn laatste aanslag pleegde. De communiqué's van de militante actiegroep zijn nog steeds zeer het lezen waard. Ze zijn analytisch sterk, strijdbaar en inspirerend.

RARA maakte in de tweede helft van de jaren 80 deel uit van de krachtige anti-apartheidsbeweging in Nederland. Via een serie brandaanslagen wist de actiegroep het Nederlandse transnationale bedrijf Makro te dwingen tot sluiting van haar vestigingen in Zuid-Afrika. RARA bewees daarmee dat militante acties direct succes kunnen hebben en inspireerde zo een hele generatie actievoerders. Ook in minder radicale kringen werden de RARA-acties vaker dan de gevestigde orde lief was met een stiekeme grijns ontvangen. Vanaf 1990 richtte RARA zijn aandacht op het Nederlandse vluchtelingenbeleid. Men pleegde aanslagen tegen Marechaussee-kazernes in Oldenzaal en Arnhem (18 maart 1990), tegen de ministeries van Justitie (twee keer: 25 maart 1990 en 12 november 1991) en Sociale Zaken (30 juni 1993), en tegen het woonhuis van de toenmalige staatssecretaris van Justitie Kosto (12 november 1991). Elke klap kwam samen met een communiqué, waarin de groep de actie uitgebreid motiveerde. Ook kwam RARA tussentijds eens met een zelfinterview.1

De drie continenten

Waarom maakte RARA een overschakeling naar het vluchtelingenbeleid? "Hoewel het de eerste keer is dat wij acties uitvoeren tegen het Nederlandse vluchtelingenbeleid, willen we benadrukken dat dit op geen enkele manier uitgelegd mag worden als een breuk in onze politieke praktijk van de afgelopen jaren", schreef RARA daarover. "Het aanvallen van het vluchtelingenbeleid is niets meer of minder dan het trekken van consequenties uit eerder door ons ingenomen standpunten. Standpunten die inhouden dat onze solidariteit met de strijdenden in de drie continenten onlosmakelijk verbonden is met de strijd tegen de politieke, economische en militaire instituties in het westen. De instituties die de onderdrukking organiseren, voeden en ervan profiteren. In Zuid-Afrika is het racisme geïnstitutionaliseerd in de apartheid. Hier is het wettelijk gelegitimeerd racisme de basis van het vluchtelingenbeleid." Kortom: "Wij denken dat ruimte voor fundamentele veranderingen in het westen zelf bevochten moeten worden."

RARA werd geïnspireerd tot deze overstap door onder meer de acties van de militante actiegroepen Rote Zora en Revolutionäre Zellen (RZ) in Duitsland.2 "De hardheid van de asielpolitiek heeft in enkele West-Europese landen een sociale beweging doen ontstaan die protest en directe praktische solidariteit met elkaar verbindt en zo de deportatiepraktijken tenminste enigszins bemoeilijkt. Diverse militante acties hebben de uitvoerders hiervan rechtstreeks getroffen." RARA koesterde toen nog de hoop dat zoiets ook in Nederland mogelijk zou zijn: "We denken wel dat het in principe kan uitgroeien tot een krachtige solidariteitsbeweging met politieke invloed. De basis daarvoor is aanwezig. De mensen die zich nu druk maken over hoe Nederland met vluchtelingen omgaat, komen voor het grootste gedeelte niet uit de 'bekende' bewegingen als kraak-, anti-militaristische of anti-apartheidsbeweging. Het zijn vaak mensen die vanuit de basisgemeenten van de kerken werken, en die een authentieke verontwaardiging en bewogenheid hebben. Ze lijken ook niet zo te worstelen met de linkse identiteitscrisis. Onze praktijk is er niet zozeer op gericht deze mensen te winnen voor de revolutionaire zaak. Onze praktijk is een onderzoek en een strijd om het herwinnen van de ideologische ruimte."

Boetedoening

Met "noodzakelijk tegengeweld" zei RARA een bijdrage te "willen leveren in de richting van fundamentele veranderingen". Maar men besefte heel goed dat enkel aanslagen plegen niets oplevert. "Een, twee, drie keer een spectaculaire actie verandert op zich niets. Wij zien het als een bijdrage aan meer daden, ideeën en discussie. De uitwijzingsmachine draait niet vanzelf, maar wordt draaiende gehouden door mensenjagers en schrijftafelmoordenaars. En zo willen we ze ook in het openbaar behandelen. Het apparaat zelf blijft niet langer buiten schot." Dat zal destijds ook staatssecretaris van Justitie Kosto duidelijk zijn geworden na de aanslagen op zijn ministerie en op zijn woonhuis in Grootschermer. "Het gaat er niet om Kosto zijn portefeuille aan de wilgen te laten hangen, en als boetedoening een illegaal op zolder te laten nemen. Dat zouden we die illegaal sowieso niet aan willen doen." Nee, "het is dit beleid, dat mensen afschrijft, uitsluit en ontmenselijkt, dat wij willen aanwijzen en brandmerken. Daarom zijn wij op bezoek geweest op de werkplek waar nijvere Justitie-ambtenaren dagelijks schaven en vijlen aan de bouwstenen van het beleid en bij een van de direct politiek verantwoordelijken. Die laatste hebben wij - een moment - deelgenoot willen laten zijn van de ervaring van vernedering. Daartoe hebben we hem thuis opgezocht, zijn have en goed mishandeld en zijn privacy met de voeten getreden. Hij is als het ware uitgezet, zij het maar voor één nacht."

"De strijd tegen dit staatsracisme moet wat ons betreft, meer dan nu het geval is, geïntegreerd worden in de politieke praktijk van links", schreef RARA. Men pleitte daarom ook voor het samengaan van actie en praktische vluchtelingensteun. Maar de praktische solidariteit moest niet de overhand krijgen: "De strijd om de rechten van vluchtelingen moet van een juridisch naar een politiek niveau getild worden." Het kan funest zijn om zich te beperken tot praktisch hulpverlenen, zo vond RARA. "De vluchteling in het algemeen is geen 'object' van onze solidariteit. Een dergelijke patronale houding laten we over aan politici en andere betaalde krachten die hun brood verdienen met de ellende van anderen." Gaandeweg groeide bij RARA de ergernis over de hulpverleners en actievoerders die in plaats van strijdbaarheid te tonen, juist probeerden ingangen te vinden bij het establishment. Dat kwam vooral aan het licht na de aanslag op Kosto's huis. "Op straffe van journalistieke geseling diende iedereen zich direct en onomwonden te distantiëren. En wie stonk niet in die val? Als een pavloviaanse reactie gaven de comité's, organisaties en individuen hun distantiëring, als ware de aanval op Kosto een aanval op henzelf. Wat men vreesde was geëxcommuniceerd te worden uit de invloedssferen waar (hoe marginaal ook) nog politieke invloed uitgeoefend kon worden", aldus RARA. Met lede ogen zag men aan dat het linkse politieke bewustzijn in de samenleving snel afnam. "Wereldverbeteren is 'uit', welbegrepen eigenbelang is 'in'. Heeft Afrika honger? Gooien we er toch een benefietje tegenaan. Wervelstorm in Bangladesh? Waar is m'n cheque-boek. Welvaart en individualisme resulteren in life-style politics. Je bent niet links omdat de wereld ongelijk in elkaar zit, je bent liberaal of progressief omdat je allemaal best wel lullig vindt of zo, de armoede en de honger; of hoe illegalen hier moeten leven." Maar RARA stond voor iets heel anders: "In deze tijd, waarin een consequent humanist al een politieke radicaal is, is het een eerste vereiste dat er een radicale, permanente en compromisloze oppositie bestaat."

Bevolkingspolitiek

Volgens RARA lag er een racistische bevolkingspolitiek ten grondslag aan het keiharde vluchtelingenbeleid. Over het uitgangspunt van de bevolkingspolitiek stelt RARA: "Uitzichtloosheid is geen motief, geen vluchtgrond. Wat telt is hun economisch nut, niet hun economische en sociale nood. Maar voor illegalen is er geen weg terug, ze verkiezen de onzekerheid van het leven in de illegaliteit boven de zekerheid van het uitzichtloze. En daar wordt flink van geprofiteerd. De racistische tweedeling op de arbeidsmarkt en in de maatschappij, die vanaf de jaren 60 werd gecreëerd, is sindsdien blijven bestaan. Simpelweg omdat 'gastarbeid' (lees: slecht betaald, vervelend en zwaar werk) geen tijdelijk maar een structureel verschijnsel is." De revolutionaire anti-racisten legden ook een direct verband met de ontwikkeling van nieuwe voortplantingstechnieken. "Enerzijds wordt er gesproken over "hordes vluchtelingen aan onze grenzen", die "profiteren van onze voorzieningen", terwijl anderzijds in EG-verband de bezorgdheid uitgesproken wordt over het feit "dat het Europa aan voldoende bevolkingsaanwas ontbreekt", dat "het voortbestaan van de Europese bevolking veilig gesteld moet worden". West-Europese vrouwen worden door middel van premies en reageerbuisbevruchting gestimuleerd om kinderen te krijgen, terwijl toch beweerd wordt dat Nederland "vol" is", aldus RARA. Ook het feit dat de Nederlandse staat de meeste asielzoeksters weigert te erkennen als vluchteling, hangt volgens RARA deels samen met bevolkingspolitiek. "Ongewenst zijn bijna alle vrouwen die vluchten vanwege sekse-specifieke vervolging. Verkrachting, mishandeling, alle specifieke terreur tegen vrouwen wordt niet erkend als vluchtgrond. Niet eens wanneer die terreur plaatsvindt in de politiebureaus, tijdens razzia's of in martelcentra. Ongewenst zijn bijna alle vrouwen en kinderen omdat ze volgens de kapitalistische maatstaven niet productief gemaakt kunnen worden in het westen, maar ze daarentegen wel gewenst zijn in de landen van de drie continenten om daar als arbeidsreserveleger te fungeren voor de multinationals."

Paranoia

De tegenwoordige hetze tegen migranten en vluchtelingen is al begin jaren 90 door politici en beleidsmakers in gang gezet. RARA schreef in die tijd: "Van diverse kanten is al geopperd dat het politieke establishment dolgedraaid is. Niet dat je ze met het schuim op de bek binnensteden ziet afstropen op zoek naar illegalen, maar je ziet het aan de ogen. Die paranoia, die blik waarmee ze in de camera kijken alsof ze willen zeggen: "jullie weten niet wat er aan de hand is, jullie begrijpen dat niet, ZE KOMEN!!!"." Voor de lezer in 2003 is dat een herkenbaar beeld. "De golven van 68 zijn definitief uitgerold en op hun terugweg. De reactie heeft het woord, en alle verschijnselen waar links een taboe over uitgesproken had, mogen weer ter discussie gesteld worden. Iedereen ziet er blijkbaar opeens de redelijkheid van in om eisen te stellen aan de vreemdeling; je mag ze ook voor profiteurs of klaplopers uitmaken zonder dat je in dezelfde categorie als Janmaat, prins Bernard of Joseph Luns geplaatst wordt."

Het was destijds VVD-leider Bolkestein die begon te zeggen dat de "Nederlandse", ofwel de liberale, normen en waarden beschermd moesten worden tegen migranten en vluchtelingen. RARA: "Vanuit de situatie van overvloed, massaconsumptie, arrogantie, kortom vanuit de wereld van Peter Stuyvesant wordt een oordeel aangematigd over hoe mensen uit andere landen zich dienen te gedragen. De weinige vluchtelingen die het westen bereiken worden argwanend bekeken. Als ze al worden toegelaten moeten ze vervolgens braaf opzitten en een pootje geven aan Bolkestein. Die haalt de liberale vlooienkam er doorheen, op zoek naar cultuurvreemde elementen." Politici en opiniemakers zouden een "paranoia"-benadering hebben van migranten en vluchtelingen. "Ze worden gedefinieerd in termen van de binnenlandse vijand, de vijfde colonne, de doodsteek op termijn voor de Nederlandse cultuur. En dat alles om de op Europees niveau genomen beslissing om migranten buiten de deur te houden, te rechtvaardigen." Volgens RARA probeerde Bolkestein zo af te leiden van de kern van de vluchtelingenproblematiek: de wereldwijde onrechtvaardige verdeling van de welvaart. "Met zijn pleidooi voor de universaliteit van de westerse witte waarden en zijn aanpassen-of-oprotten mentaliteit probeert hij bovenal een discussiekader te scheppen waarbinnen het 'vreemdelingenvraagstuk' in de toekomst gezien moet worden. Een handige zet. Het probeert de angel uit het debat omtrent asielzoekers te halen, door een ogenschijnlijk logische redenering op poten te zetten met betrekking tot het aantal migranten dat de Nederlandse samenleving eigenlijk kan hebben en hoe die zich dienen te gedragen."

Zondebok

Illegalen worden vooral ook als zondebok gebruikt, schreef RARA. "Nu worden meer en meer angst en onvrede bespeeld om de politieke en maatschappelijke veranderingen erdoor te drukken. Een strijd die voornamelijk in ideologische termen is gevat, en zich naar steeds bredere maatschappelijke terreinen uitbreidt. Het zijn allemaal uitingen van een legitimiteitscrisis waarin het politieke en economische systeem verkeert. Racisme wordt ingezet om een nieuwe maatschappelijke consensus te realiseren, over de ruggen van 'anderen', de 'illegaal', de 'vreemdeling'. Een breekijzer om maatschappelijke tegenstellingen in de hand te houden. Kosto zei letterlijk: "verwijderen om de problemen hier beheersbaar te houden". Het racisme valt op een goede bodem, in een land waar sinds mensenheugenis de westerse mens tot maatstaf van alle dingen is gesteld; dat de eigen koloniale geschiedenis nooit onder ogen heeft gezien." Voor RARA was het "duidelijk waarom Europese politici met vuur durven spelen in hun mobilisatie van extreem-rechtse sentimenten. Kennelijk valt het eerder te prefereren dat buitenlanders aangevallen worden (door groepen die in de hiërarchie net iets boven de buitenlanders staan) dan dat er rellen ontstaan omdat de neo-paupers hun deel van de welvaart opeisen."

Dat men zo extreem-rechts in de kaart speelt, is volgens RARA voor de politici en opiniemakers een bijkomend voordeel. "Na een jarenlange combinatie van sociale en economische verpaupering en het aanwijzen van zondebokken, heeft de neo-liberale politiek haar monstertjes gebaard in de vorm van bruine organisaties. Die door de gevestigde partijen vervolgens weer dankbaar worden aangegrepen om zichzelf een respectabel imago te verschaffen en ondertussen nog een stapje verder naar rechts te zetten. Samen woelen ze de politieke bodem overhoop, trekken rioolputten open en verklaren parmantig dat ze een taboe hebben opgeheven. Het is deze ruk naar rechts die de politieke verhoudingen bepaalt. Het gezever over illegalen is de vrijbrief om racistische taal uit te slaan. Het gezever over fraude de vrijbrief om de controle en repressie op te voeren en alle mogelijk denkbare databestanden aan elkaar te koppelen. Het gezever over rechten en plichten de vrijbrief om de sociale zekerheid uit te hollen en mensen in flexibele, onzekere, slechtbetaalde baantjes te persen." Allemaal maatregelen die volgens RARA samenhangen met de herstructurering van de economie. "Het gaat erom dat ze de maatregelen willen doorvoeren die volgens hen nodig zijn om de volgende fase van concurrentie, plundering, vervuiling en vernietiging glansrijk te doorstaan. De maatschappelijke lagen die overbodig zijn in het paradijs van het rechtse gelijk moeten in het gareel gehouden worden, maar vooral niet teveel op de begroting drukken. De mensen die de politiek en de maatschappij allang de rug hebben toegekeerd worden gevoed met goedkope vijandsbeelden; alles is best, zolang de onvrede zich maar niet richt op de kaste zelf."

Eisen

Wat stond RARA voor ogen? Wat moest er volgens de radicale anti-racisten veranderen in het vluchtelingenbeleid? Minimaal wilde men dat de behandeling van vluchtelingen en migranten uit handen van Justitie genomen zou worden, dat opvangcentra en gevangenissen voor vluchtelingen en migranten zouden worden gesloten en dat deze mensen vrij toegang zouden krijgen tot de samenleving en alle voorzieningen. Verder eiste RARA ook recht op asiel voor iedereen die op de vlucht is voor seksisme of armoede. "Het begrip economische vluchteling moet worden geschrapt en de mensen krijgen bij binnenkomst bijstand van deskundige juristen om tegen Shell, AKZO, Bruynzeel, Philips enzovoorts een schadevergoedingsprocedure te kunnen starten namens henzelf en de rest van de achterblijvende vluchtelingen (geintje!)", grapte RARA.

Noten


De teksten van RARA over vluchtelingenbeleid


RARA-acties tegen de Marechaussee-kazernes in Oldenzaal en Arnhem (18 maart 1990)

Communiqué

Vannacht hebben wij twee brandaanslagen gepleegd bij de districtscommandant Gelderland, Vijverlaan 107, Arnhem, en bij het District Overijssel, Prins Bernhardlaan 2 te Oldenzaal. Alle twee behorend tot de Koninklijke Marechaussee.

De binnenlandse vijand.

"De fuikfunctie van onze grenzen vervalt: ongewenste vreemdelingen maar ook bijvoorbeeld buitenlandse criminelen zijn straks veel minder zichtbaar. Aan de grens word je met ze geconfronteerd, in het binnenland moet je ze opzoeken". (Commandant KMAR-brigade Zevenaar)

In september 1988 krijgt de Tweede Kamer 2 brieven over de Koninklijke Marechaussee. De minister van Defensie en de staatssecretaris kwamen, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, met de mededeling dat 200 van de 325 Marechaussees, die overtollig worden door het wegvallen van de personencontrole aan de oostgrens, worden ingezet voor het binnenlandse toezicht op vreemdelingen.

In het kader van de - nu vertraagde invoering van de Schengenakkoorden, zullen de binnengrenzen tussen de Benelux, Frankrijk en de Bondsrepubliek geleidelijk aan opgeheven worden. Dat schept onder andere beheersproblemen met betrekking tot het weren van "ongewenste vluchtelingen". De controle aan de buitengrenzen moet naar binnen worden verlegd. Volgens de toenmalige staatssecretaris van Justitie Korte van Hemel "heeft Nederland een grote aantrekkingskracht op illegalen". Deze moeten dan ook, volgens haar, in de nieuwe situatie zonder binnengrenzen "opgezocht" worden in de grote steden.

Hier ligt nu een nieuwe taak voor de KMAR. De KMAR is een keurkorps, ressorterend onder het ministerie van Defensie. Al in de jaren 70 werd er op aanvraag van de minister van Justitie een detachement KMAR-opsporingsambtenaren, in het kader van de recherchebijstand, toegevoegd aan de vreemdelingenpolitie van Amsterdam. Belast met het opsporen en uitzetten van illegale vluchtelingen. Deze ontwikkeling zet zich door. De Marechaussee zal als een soort vliegende brigade in de grote steden worden ingezet, speciaal belast met het opsporen van mogelijke illegalen. In het kader van de Vreemdelingenwet is het mogelijk iemand aan te houden en te controleren bij een "redelijk vermoeden". Dat dat meestal gebaseerd is op huidskleur laat zich raden. De uitspraak "door onze ervaring kunnen we illegalen herkennen aan hun uiterlijk" gedaan door een van de leden van dit vermaarde korps, spreekt boekdelen.

In de strijd tussen gemeente- en rijkspolitie, of beter nog tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Justitie, heeft Justitie een grote mate van beleidsvrijheid afgedwongen. Bij de komst van regionale korpsen zal de burgemeester geen verantwoordelijkheid meer afleggen aan gemeenteraden, dat zou alleen maar teveel tijd in beslag nemen. De nog aanwezige minimale mogelijkheden tot controle van het gevoerde beleid zullen dan geheel vervallen. Binnen deze ontwikkelingen zullen de opsporingsteams van de Marechaussee fungeren als voorposten van Justitie. Niet gehinderd door welke vorm van controle dan ook, zullen ze als een zelfstandig apparaat functioneren. Met de, rechtstreeks van Justitie gekregen, namen in de hand van de op te sporen vluchtelingen zal de jacht nog doeltreffender gerealiseerd kunnen worden.

Het is om dit alles dat wij hebben gekozen voor een eerste actie tegen de keurtroepen van dit vervolgingsbeleid, tegen de laarzen in de straat. Hoewel het de eerste keer is dat wij acties uitvoeren tegen het Nederlandse vluchtelingenbeleid, willen we benadrukken dat dit op geen enkele manier uitgelegd mag worden als een breuk in onze politieke praktijk van de afgelopen jaren. Daar zijn ook geen redenen voor. Noch de situatie in Zuid-Afrika, noch de opstelling van de Nederlandse regering en bedrijfsleven geven daarvoor aanleiding. Alles wat er veranderd is, is dat het blanke apartheidsregiem meer politieke ruimte heeft moeten toestaan aan het zwarte verzet. Maar de eisen van sancties en internationale isolering van het blanke regime blijven onverkort gehandhaafd. Als voor vele anderen blijft ook voor ons een prioriteit te zoeken naar wegen om het verzet in Zuid-Afrika effectief te ondersteunen. Wij hebben dat in het verleden gedaan en zullen dat weer doen!

De strijd tegen apartheid en racisme houdt echter niet op bij de grenzen van Zuid-Afrika. Het anti-racisme heeft steeds het hart gevormd van onze acties en verklaringen en met deze actie verleggen we hooguit wat accenten. Het aanvallen van het vluchtelingenbeleid is niet meer of minder dan het trekken van consequenties uit eerder door ons ingenomen standpunten. Standpunten die inhouden dat onze solidariteit met de strijdenden in de drie continenten onlosmakelijk verbonden zijn met de strijd tegen de politieke, economische en militaire instituties in het westen. De instituties die de onderdrukking organiseren, voeden en ervan profiteren. In Zuid-Afrika is het racisme geïnstitutionaliseerd in de apartheid. Hier is het wettelijk gelegitimeerd racisme de basis van het vluchtelingenbeleid.

Op het moment dat het vreemdelingen- en vluchtelingenbeleid zich steeds meer tot een keiharde arrestatie- en deportatiepraktijk ontwikkelt, wordt het tijd dat er bij ons - gepland - een aantal stoppen doorslaan. Omdat de terreur tegen vluchtelingen moet stoppen. Omdat het vluchtelingenbeleid vreemdelingenhaat voortbrengt en het racisme kanaliseert. Een werkelijkheid die tot ondubbelzinnig partijkiezen dwingt. Het tot beleid verheven racisme is geen ongrijpbaar fenomeen. Er zijn direct verantwoordelijke personen, instituties en organisaties aan te wijzen die het beleid maken en uitvoeren. Zij zijn producenten van beelden van vluchtelingen als "parasiet" en "crimineel". Zij zijn de ontwerpers, constructeurs en bedieners van de "ambtelijke molens" die menselijke waardigheid vergruizen en iedereen die toeschouwer blijft corrumpeert.

Universele verklaring van de rechten van de mens:

Het klinkt natuurlijk prachtig. Je knikt bij wijze van spreken al instemmend voordat de zinnen volledig zijn uitgesproken. Niet ten onrechte. Wereldwijd blijken echter de met de mond en pen beleden uitgangspunten en resoluties alleen maar geschikt als onder andere propagandamiddel in de Koude Oorlog. Vluchtelingen uit het Oostblok zijn jarenlang met open armen ontvangen, Zij vormden het levende bewijs tegen het communisme.

Vluchtelingen uit het Zuiden worden daarentegen doorgaans bestempeld als profiteurs en criminelen. Daarmee wordt verdoezeld dat het ontstaan van vluchtbewegingen voor het overgrote deel een direct gevolg is van de machtspolitiek van het westen. Dat vluchtbewegingen vaak bewust gecreëerd worden, als gevolg van puur kapitalistisch handelen van clubs als het IMF, de Wereldbank en andere. Vergeten wordt dat hongersnoden, armoede, staatsgrepen, politieke repressie en seksueel geweld geen gevolgen zijn van natuurrampen, maar een directe consequentie van de politieke, economische en sociale verhoudingen. De Koude Oorlog mag dan zogenaamd afgelopen zijn, de oorlog tussen noord en zuid wordt alleen maar geïntensiveerd. De vluchtelingen uit het zuiden vormen pas echt een probleem voor het westen op het moment dat een groeiend deel van die miljoenen vluchtelingen hun problemen komen deponeren in ons vers aangeharkte voortuintje. Dan pas ontstaan er politieke, financiële en humanitaire problemen en zijn de regeringen van de westerse staten gedwongen een antwoord te formuleren op de aanspraak van vluchtelingen om hier asiel aan te vragen. De belangrijkste reactie van westerse staten is het net te sluiten, Europa potdicht te maken. En pas dan worden de tegenspraken zichtbaar tussen die antwoorden en de met de mond beleden uitgangspunten: enkele procenten worden voorzien van het stempel "gewenst" als legitimatie en excuus om de overgrote meerderheid "ongewenst" te kunnen verklaren.

Het vluchtelingenprobleem is geen op zichzelf staand maatschappelijk verschijnsel, maar een directe afspiegeling van de eigendoms- en machtsverhoudingen. Binnen die verhoudingen wordt elke individuele vluchteling uiteindelijk gereduceerd tot een koopwaar: alleen zij waarvan kan worden verwacht dat ze op korte termijn rendement opleveren zijn gewenst. Gewenst zijn bijvoorbeeld:

"Ongewenst", en dat is meer dan 90 procent, zijn de miljoenen mensen uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Voor het grootste gedeelte vrouwen en kinderen, uitgehongerd en door oorlog verpauperd, die meestal niet verder komen dan de vluchtelingenkampen in het land van eerste opvang (vaak een eveneens zeer arm buurland). Ongewenst zijn bijna alle vrouwen die vluchten vanwege de sekse-specifieke vervolging. Verkrachting, mishandeling, elke specifieke terreur tegen vrouwen wordt niet erkend als vluchtgrond. Niet eens wanneer die terreur plaatsvindt in de politiebureaus, tijdens razzia's of in martelcentra. Ongewenst zijn bijna alle vrouwen en kinderen omdat ze volgens de kapitalistische maatstaven niet productief gemaakt kunnen worden in het westen, maar ze daarentegen wel gewenst zijn in de landen van de drie continenten om daar als arbeidsreserveleger te fungeren voor de multinationals. Ongewenst zijn de uitgeweken verzetsstrijders en -strijdsters uit landen met een gewelddadig en fascistisch, maar daarom zeker niet minder bevriend regime.

Oorzaak en gevolg van het ontstaan van vluchtelingenstromen worden door de beleidsmakers consequent en uiterst zorgvuldig versluierd. De motieven van mensen blijven buiten beschouwing. Evenals de belangen die leiden tot het stelsel van afwijzings- en toelatingscriteria. Er wordt gebruik gemaakt van verborgen criteria bij het uitdelen van de stempels "ongewenst", waarbij er zelden een integere beoordeling gemaakt wordt van het vluchtverhaal. Wat beoordeeld wordt is in hoeverre (groepen van) vluchtelingen bruikbaar zijn en de mate van gevaar die ze kunnen opleveren voor de politieke en sociale stabiliteit. Daarnaast zijn er nog de praktijken van de inlichtingendiensten (waaronder de BVD) die met verblijfsvergunningen staan te zwaaien wanneer een vluchteling informatie verstrekt over een bepaalde politieke organisatie of daarin wil infiltreren.

Schengen: niet getekend, toch gebruikt

Schengen, proefballon voor een verenigd Europa en prototype van de maatschappij die gestroomlijnd is volgens de behoeftes van het Europese kapitaal. Ondanks de geheimzinnigheid, de oncontroleerbare en zelfs voor parlementariërs ondemocratische wijze waarop de Schengen-partners met elkaar zaken doen, spant men zich in om de loyaliteit van de bevolking te verkrijgen. Een van de belangrijkste middelen om dat te bereiken is een brede ideologische hersenspoeling door de propaganda van een hernieuwd Europees nationalisme. We moeten internationaal en Europees gaan denken, de geweldige voordelen die een Europa zonder grenzen biedt moeten worden binnengehaald. Maar daar moet wel wat tegenover staan: we moeten ervoor zorgen dat ook het Nederlandse grondgebied er slechts is voor sommige Europeanen, en dat al die geweldige voordelen niet ingepikt worden door miljoenen "vreemde elementen" die door alle gaten van het Verenigd Europa dreigen binnen te komen als we even niet kijken. De buitengrenzen van Europa moeten gebouwd worden van een steviger beton dan het voormalige ijzeren gordijn. De ambassades in de landen van waaruit veel vluchtelingen verwacht worden, worden een vooruitgeschoven grenspost en voeren een actief "ontmoedigingsbeleid". Vliegtuigmaatschappijen moeten degenen die geen visum hebben op eigen kosten terug vliegen. Schengen (en nu de Europese eenwording) biedt voor dit alles het instrumentarium. Het stroomlijnt een blank-Nederland-let-op-zwart-Nederland-mentaliteit. Schengen biedt, door de harmonisatie van het asielbeleid, een aantal internationale afspraken waardoor men met het recht in de hand meer en meer mensen kan voorzien van het stempel "uitgewezen". Het levert de argumenten op om een verscherpt opsporings- en vervolgingsbeleid binnen de grenzen uit te voeren om zo (volgens ons aller Lubbers) "het kaf van het koren te scheiden".

En dit is ook de reden voor de schijnbaar onvermijdelijke marsroute die wordt afgelegd in de richting van de legitimatieplicht. De verlegging van de identiteitscontrole aan de grenzen naar identiteitscontrole in het gehele land door mobiele brigades van de KMAR. Een sluitend netwerk met de, al geopperde, strafbaarstelling van hulp aan illegalen. Ze moeten een bepaalde mentaliteit kweken. Iedere niet-witte moet het onweerlegbare bewijs leveren geen illegaal, crimineel of terrorist te zijn. Immers, wie wordt opgelegd zich te identificeren en wat wordt de aanleiding om iemand te dwingen zich te identificeren? Op wie mag er door de KMAR gejaagd worden? De reeds eerder genoemde ervaring waar de KMAR zich op meent te kunnen beroepen om illegalen aan hun uiterlijk te kunnen herkennen berust op niets anders dan het feit dat ze zwart en wit kunnen onderscheiden? Steun voor deze politionele vaardigheid komt onder andere ook van 's lands prominente anti-racist, anti-apartheidsbestrijder bij uitstek, korpsbeheerder van een van de meest racistische politiekorpsen van dit land. "De KMAR is een keurkorps, inzetbaar als speerpunt bij prioriteiten van de eerste orde en zal compenserend ingezet worden bij het vreemdelingentoezicht. De komst van de KMAR zal niet leiden tot razzia's op (illegale) vluchtelingen", Van Thijn in een toespraak ter gelegenheid van het 175-jarige bestaan van de KMAR, want hij ziet in de mentaliteit van KMAR en het driehoeksoverleg (burgemeester, Justitie en politie) een garantie tegen een dergelijke racistische politiek en repressie...

In het bovenstaande hebben we een aantal kaders aangegeven van onze solidariteit met velen van de vluchtelingen. Het is belangrijk om deze solidariteit tastbaar te maken. Daarin gebeurt al veel: langs juridische weg, door acties, demonstraties, publicaties, het opzetten van samenwerkingsverbanden, etcetera. Er wordt energie gestoken in het creëren van opvang/woonruimte, het inzamelen van geld, het vinden van illegale baantjes en het opzetten van een alternatieve gezondheidszorg. Dat is allemaal een feit, maar we kunnen er niet omheen te constateren dat de racistische politiek van de staat in de breedte terrein heeft gewonnen, dat de hersenspoeling ten minste ten dele werkt. Die winst bestaat er vooral uit dat ze erin is geslaagd een soort algemeen "Volksempfinden" te creëren, dat zegt dat de bevolking op grote schaal bedrogen wordt door vreemde elementen, die slechts zeggen vluchteling te zijn maar in feite dieven van onze welvaart. Er ontstaat een klimaat waarin het gerechtvaardigd wordt om asielzoekers als criminele groep te beschouwen en te behandelen. Dit zou ook in het belang van de bonafide vluchteling zijn (wie is dat???), zo wordt ons voorgehouden. In ronduit schokkende mate is het hen tevens gelukt om het optreden tegen (illegale) asielzoekers onder een deken van verhullend taalgebruik weg te schoffelen, en iedereen te laten geloven dat de staat nog zeer beheerst en zachtzinnig optreedt. Gevangenissen heten opvangcentra, interneringskampen heten vluchthoeven of -oorden, racisme heet ontmoedigingsbeleid, razzia's heten huisbezoek en economisch en sociaal afknijpen heet een bed-bad-brood-regeling... Tegen de tijd dat de werkelijke inhoud van de woorden en de procedures duidelijk begint te worden is het beleid alweer drie stappen verder aangescherpt.

"We zitten en wachten en kijken naar elkaars gezichten, het is hier net een gevangenis. Waar kun je naar toe met 20 gulden zakgeld in de week?" (Koerdische vluchteling in een interneringskamp)

Voor de rest wordt het stiller. Mensen worden weggestopt in kampen in de polder. Uitgangspunten van beleid worden geformuleerd op geheime ontmoetingen ergens in Europa, de beleidsmaatregelen op kamertjes in Den Haag. Ondertussen blijven de vliegtuigen opstijgen. Gedeporteerden kunnen niet meer protesteren. Velen worden opgesloten of erger in Turkije, Marokko... Degenen die morgen aan beurt zijn zitten te wachten in Nederlandse politiecellen en gevangenissen. De strijd tegen dit staatsracisme moet wat ons betreft, meer dan nu het geval is, geïntegreerd worden in de politieke praktijk van links. De strijd om de rechten van vluchtelingen moet van een juridisch naar een politiek niveau getild worden. Niet alleen omdat racisme moreel en politiek bestreden moet worden, racisme en seksisme geen uitwassen zijn van dit systeem, maar behoren tot het politieke instrumentarium van de heersende klasse. De maatschappelijke rijkdom van het westen zou genivelleerd moeten worden. En met name met hen die gedwongen zijn te vluchten en zich vervolgens bevinden in een vijandelijke omgeving die het westen voor vluchtelingen en migranten is.

De vluchteling in het algemeen is geen "object" van onze solidariteit. Een dergelijke patronale houding laten we over aan politici en andere betaalde krachten die hun brood verdienen met de ellende van anderen. Integendeel, iedere vluchteling heeft een verhaal, en ieder verhaal bevat de belangrijkste elementen van de jongste geschiedenis van het grootste deel van de wereldbevolking.

We weten dat het onmogelijk is om binnen de bestaande machtsverhoudingen tot werkelijke oplossingen te komen. We willen ons niet laten leiden door wensdenken. Dit is dan ook niet meer dan een bescheiden bijdrage. Maar uitgaande van onze geschiedenis, positie en praktijk onderzoeken we de mogelijkheden om een militante praktijk te ontwikkelen op bovenstaande thema's. Dat het uiteindelijk om een wereld gaat zonder onderdrukking, uitbuiting en vergiftiging, zonder racisme en seksisme is geen pathetische geloofsbelijdenis, maar de kern van het socialisme zoals wij ons dat voorstellen. De vraag is echter hoe de stappen op die weg eruit zien. Tegenstellingen blijven toenemen, minder mensen krijgen meer mogelijkheden. Je zou denken dat dat leidt tot spanning, zelfs verzet, maar we moeten constateren dat de controle over de geest een nieuwe gevangenis is geworden.

Terwijl de verschillen tussen meer of minder arm, meer of minder vervolging, niet vervagen maar in rap tempo aangescherpt worden, heeft verzameld links er in de geschiedenis nog nooit zo belazerd voorgestaan als nu. Sociale structuren zijn verbrokkeld, organisaties versplinterd, idealen lijken besmet, het doel is diffuus. Zonder hoog van de toren te willen blazen zullen we als links-radicale en revolutionaire beweging moeten pogen om weer iets met elkaar op te bouwen. Militant verzet kan daarin een belangrijke rol spelen, het kan de vinger op de zere plek leggen. De eerste stap zit dan in de herkenning, de opluchting dat er iets gebeurt. De volgende stappen zijn veel moeilijker. We zijn allemaal producten van deze maatschappij. Individualisten, ieder voor zich en haar, wel met idealen en woede, maar het omzetten in een gezamenlijk perspectief zakt toch dagelijks weg in het gevecht om een persoonlijk perspectief, iets wat jammer genoeg vaak niet hetzelfde is.

Toch willen we het aangaan, niet tegen beter weten in, wij weten heel goed dat militante aanslagen alleen niets opleveren. Een, twee, drie keer een spectaculaire actie verandert op zich ook niets. Wij zien het als een bijdrage aan meer daden, ideeën en discussie. De uitwijzingsmachine draait niet vanzelf, maar wordt draaiende gehouden door mensenjagers en schrijftafelmoordenaars. En zo willen we ze ook in het openbaar behandelen. Het apparaat zelf blijft niet langer buiten schot. Zoals al eerder gezegd: de strijd van vluchtelingen moet van een juridisch naar een politiek niveau getrokken worden. Dat betekent dat het vluchtelingenbeleid uit handen van politie, Marechaussee en Justitie getrokken moet worden. Dat de gedwongen vestiging in kampen beëindigd moet worden, de vreemdelingbewaring en de speciale gevangenissen opgeheven en gesloten moeten worden. Vluchtelingen moeten vrije toegang tot onze maatschappij hebben. Dat betekent dat ze kunnen beschikken over alle noodzakelijke financiële, juridische, sociale, educatieve en medische voorzieningen. Dat zijn de minimumvoorwaarden. Verder gaat het erom de definitie van het begrip vluchteling te veranderen. Te politiseren. Sekse-specifieke vluchtgronden als verkrachting, gedwongen verhuizingen, oorlog en vernietiging van de zelfvoorzienende economieën moeten worden erkend. Het begrip economische vluchteling moet worden geschrapt en de mensen krijgen bij binnenkomst bijstand van deskundige juristen om van de Shell, Akzo, Bruynzeel, Philips, enzovoorts een schadevergoedingsprocedure te kunnen starten namens henzelf en de rest van de achterblijvende vluchtelingen. (geintje!) Armoede moet een erkende vluchtgrond zijn. De oplossing daarvan ligt niet in het terugsturen, maar in een fundamentele wijziging van de internationale economische orde. Tot die tijd zullen wij het deportatiebeleid saboteren en aanvallen!

Met vriendelijke groeten,

RARA


RARA-actie tegen het ministerie van Justitie (25 maart 1990)

"Als je vrede wil, zorg dan voor rechtvaardigheid"

Vandaag hebben wij een bescheiden correctie aangebracht in het officiële vervolgingsbeleid en het ministerie van Justitie een koekje van eigen deeg gepresenteerd. We hebben daarbij gebruik gemaakt van twee explosieve ladingen en een tijdsvertrager, die we geplaatst hebben bij de "huisdrukkerij" van het gebouw. Onze actie van vandaag ligt in het verlengde van de actie van de RARA tegen de KMAR, een week geleden.

De vernieuwing aan de buitenkant van dit gebouw houdt niet op bij de toegangspoort. Binnen wordt hard gewerkt aan een hernieuwde vormgeving op het gebied van controle en repressie. Aanwijsbaar bevinden zich er de verantwoordelijken, planners en strategen van een misdadig asielbeleid, vluchtelingenkampen, ultra-moderne bajessen en geautomatiseerde controle-instrumenten. In samenwerking met andere landen wordt hier een gecoördineerd justitieel beleid bepaald ter bescherming van de politieke en economische eenwording van Europa.

Justitie en binnenlandse veiligheid vormen samen een van de terreinen waarop de Europese eenwording concreet plaatsvindt. Een voorlopig sluitstuk van de justitiële eenwording had de ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst op het Schengen-akkoord moeten zijn. "Schengen" is destijds op verkenning gegaan met 5 aan elkaar gewaagde lidstaten van de EG. Zij gingen op pad met de vraag hoeveel moeite het kost die eenwording daadwerkelijk te realiseren. Een testcase dus, een politiek project, waarvan de betekenis veel verder reikt dan de grenzen die het aangeeft. Het uitstel van de ondertekening, uiteindelijk te wijten aan het ontbreken van tegenmaatregelen ten aanzien van de "potentiële immigratiestroom van miljoenen Duitse burgers" (zogenaamde etnische Duitsers, niet alleen uit de DDR, maar ook bijvoorbeeld Roemenië) zorgde in Nederland voor enorme opluchting. Nu hoefden de diverse protesten, die zich op het laatste moment opstapelden, zoals het gebrek aan openbaarheid en participatie, de vergaande persoonsregistratie die Schengen inhoudt enzovoorts, niet meer via de parlementaire blabla gekanaliseerd te worden. Ze losten zich vanzelf op. Het hele parlement, inclusief GroenLinks, toonde zich blij en tevreden. Terwijl het toch echt niet hun protest was waaraan het uitstel te danken was. Kohl haalde de bewuste kastanje uit Neerlands politieke vuur.

De opzienbare ontwikkelingen in Oost- en Midden-Europa vormen niet de enige reden waarom het dak niet op het Schengenhuis gezet werd. De bouw stagneerde meerdere malen en de vraag is of die eigenlijk nog wel afkomt. Een deel van het materiaal is namelijk inmiddels al door de 12 lidstaten van de EG overgenomen. De respectievelijke hoofdstukken uit de Schengenovereenkomst worden bijgewerkt en gespecificeerd tot ze als afzonderlijke verdragen door de 12 ondertekend kunnen worden. Nu al kent de EG het verdrag over het asielrecht, met precies dezelfde punten als het Schengen-akkoord. Hoe dan ook, of het huis nu onafgebouwd of onbewoond blijft, het fundament staat.

Wat die vernieuwde vormgeving van controle en repressie, waaraan hier gewerkt wordt, betekent, is wel het duidelijkst zichtbaar op het gebied van de asielpolitiek. De uitwijzingsmachine waarmee asielzoekers geconfronteerd worden, is de laatste jaren steeds meer geperfectioneerd: onder druk van het ministerie van Justitie worden grenscontroles al door ambassades in het land van herkomst zelf, of door de luchtvaartmaatschappijen uitgevoerd. De asielprocedure is steeds verder verkort, wat inhoudt dat ambtenaren van Justitie via een computeruitdraai bepalen of iemand kan blijven of niet. Er vindt een actief opsporingsbeleid plaats: razzia's in pensions en ateliers, inzet van nieuwe marechaussee-teams, etcetera, etcetera.

De hardheid van de asielpolitiek heeft in enkele West-Europese landen een sociale beweging doen ontstaan, die protest en direct praktische solidariteit met elkaar verbindt en zo de deportatiepraktijken tenminste enigszins bemoeilijkt. Diverse militante acties hebben de uitvoerders hiervan rechtstreeks getroffen.

Onze actie van vandaag ligt in het verlengde van de actie die vorige week door RARA tegen de KMAR gedaan is, en wij onderschrijven de daarin gestelde eisen:

Hoe onmenselijk de behandeling van vluchtelingen is, willen we hier niet nog eens herhalen. Iedereen wiens ogen, oren en hart nog enigszins openstaan, kan het weten. Het racisme en de hypocrisie druipen er gewoon vanaf. Enerzijds wordt er gesproken over "hordes vluchtelingen aan onze grenzen", die "profiteren van onze voorzieningen", terwijl anderzijds in EG-verband de bezorgdheid uitgesproken wordt over het feit "dat het Europa aan voldoende bevolkingsaanwas ontbreekt", "dat het voortbestaan van de Europese bevolking veiliggesteld moet worden". West-Europese vrouwen worden door middel van premies en reageerbuisbevruchting gestimuleerd om kinderen te krijgen, terwijl toch beweerd wordt dat Nederland "vol" is.

De macht en de willekeur van de politie en de Marechaussee binnen de asielpolitiek zijn nu al aanzienlijk. De Europese verdragen zorgen ervoor dat de macht nog meer in handen van deze uitvoerders te liggen komt, en daarbij bij hun subjectieve beoordeling. "Wat het ook wordt, het betekent buitenlandertje jagen", aldus een Marechaussee over het Schengenakkoord. Maar hierbij gaat het niet alleen om vluchtelingen: ze worden ingezet tegen groepen mensen die volgens politieke criteria al van tevoren als "gevaarlijk" zijn gedefinieerd. SIS-computer, legitimatieplicht en controles op straat zijn daarbij de nieuwste middelen. De grenzen worden gewoon van buiten naar binnen verlegd. Het resultaat kan niet anders zijn dan meer uitwijzingen en meer gevangenen. Op deze ontwikkeling wordt al geruime tijd geanticipeerd: het aantal cellen is de afgelopen paar jaar meer dan verdubbeld. Ook de structuur van de bajes en de 'behandeling' van gevangenen daarbinnen zijn aangepast; nieuwe high-tech bajessen zijn en worden gebouwd met speciale beveiligde afdelingen. Permanente en langdurige isolatie zijn een vast onderdeel van de behandeling geworden. Het is tot een gecoördineerd West-Europees beleid geworden, dat tegen gevangenen wordt ingezet. Om te voorkomen dat gevangenen zich organiseren en om ieder verzet te breken. Zo wordt de strijd van politieke gevangenen om bij elkaar in groepen geplaatst te worden in heel West-Europa met harde hand onderdrukt. De hongerstaking die momenteel door de gevangenen uit de GRAPO en PCE(r) in Spanje gevoerd wordt, is hiervan een duidelijk voorbeeld: folter in de vorm van dwangvoeding en de in de BRD ontwikkelde "coma-methode", alsmede het consequent doodzwijgen van de strijd, zijn de antwoorden van de staat. "Pas je aan of sterf", onder dat motto wordt het verzet van gevangenen tegen isolatiepraktijken in verschillende landen en op verschillende manieren geprobeerd het zwijgen op te leggen. Ook hier in Nederland.

De Europese eenwording heeft de laatste tijd een geheel nieuwe dynamiek gekregen. De positie van de heersende klasse in West-Europa is door de internationale ontwikkelingen in alle opzichten versterkt, zonder dat ze daar zelf veel voor heeft hoeven doen. De EG ontwikkelt zich nu onder West-Duitse leiding tot een economisch en politiek machtsblok, dat haar drang tot expansie en onderwerping nauwelijks meer verhult. Als vliegen op de stront storten West-Europese bedrijven en banken zich op de Oost-Europese landen, om hen zo politiek en economisch aan zich te binden. West-Europese regeringen verkeren in jubelstemming over de zogenaamde "overwinning van het kapitalisme", er wordt opeens over "vrede in de wereld" gesproken, alsof die alleen uit Europa zou bestaan. Ondanks twee wereldoorlogen is blijkbaar nog steeds niet voor iedereen duidelijk dat kapitalisme en oorlog onverbrekelijk verbonden zijn. De oorlog in de drie continenten, in stand gehouden door wapens en economische chantage door het westen, gaat intussen onverminderd door en wordt eenvoudig doodgezwegen.

Het lijken verschillende problemen in verschillende delen van de wereld: de sociale en politieke gevolgen van de herstructurering in het westen, de onvermijdelijke veranderingen op politiek en economisch gebied in de landen van het "reëel bestaande socialisme" en de ongekende massale ellende in de landen van de drie continenten. Maar aan de basis daarvan ligt nog altijd de ongebroken macht van het kapitalistisch systeem. Echter, de "dictatuur van het kapitaal" is geen oplossing voor de problemen en behoeftes van de mensheid, noch in het westen, noch in het oosten, noch in het zuiden. Het kapitalisme kan immers alleen bestaan ten koste van uitbuiting en vernietiging.

Het socialisme is niet dood; het ideaal van een klasseloze maatschappij, waarin gelijkheid en vrijheid geen prijs hebben, blijft voor ons recht overeind staan! We hebben in het geheel geen zin om te wachten tot het kapitalisme aan zijn eigen logica ten onder gaat. De uitbuiting en vernietiging van mens en natuur zijn zodanig dat de noodzaak voor verzet levensgroot is. In schril contrast hiermee is echter de toestand van links: de realiteit is immers dat geen enkele linkse kracht momenteel in staat is om een serieus antwoord te formuleren op de ontwikkelingen om ons heen. Het tempo van de herstructurering, Europa 92 voor de deur, de ontwikkelingen in Oost-Europa, het defensief lijkt totaal. En intussen krijgt de hegemonie van de heersenden de kans om zich weer te versterken, "sociale markteconomie" en "democratie" zijn de leuzen, die nu nog meer als universele waarden worden voorgesteld. Zij moeten dienen om de wereldwijde verantwoordelijkheid voor wereldwijde uitbuiting en voor fascisme te versluieren. We zullen de handen opnieuw ineen moeten slaan en, uitgaande van de reële situatie, een duidelijke strategie moeten ontwikkelen om door deze hegemonie heen te breken. Om door alle versnippering, individualisering en apathie heen weer perspectief op verandering te bevechten. Naast al het noodzakelijke - en vaak ondankbare - politieke werk, denken wij dat militante actie een noodzakelijk onderdeel is van die strijd. Zij zijn een uitbreiding van de politieke mogelijkheden. In de huidige situatie, waarin onze kracht nog relatief zwak is, zullen wij ze gebruiken om grenzen te stellen, te breken met de pacificatie en machteloosheid, en om ruimte te scheppen voor verandering. We zullen de dingen weer in hun ware context moeten plaatsen! Hier hebben wij met onze actie een bijdrage aan willen leveren.

Revolutionaire Anti-Racistische Actie "Crespo Galende"

Crespo Galende werd op 19 juni 1981 na meer dan 100 dagen hongerstaking door de Spaanse staat vermoord. Met deze hongerstaking door gevangenen van de GRAPO en de PCE(r) was destijds bevochten dat de gevangenen bij elkaar geplaatst werden. In de jaren daarna zijn zij, mede onder druk van het West-Europese beleid, langzaam maar zeker van elkaar geïsoleerd. Op dit moment voeren de gevangenen in Spanje al 4 maanden een hongerstaking om deze isolatie weer ongedaan te maken. De Spaanse staat geeft echter geen duimbreed toe: de gevangenen krijgen dwangvoeding toegediend en een aantal van hen wordt kunstmatig in leven gehouden door de "coma-methode". Terwijl de West-Europese regeringen hun mond vol hebben over schendingen van de mensenrechten elders in de wereld, worden in West-Europa zelf politieke gevangenen, die strijden voor rechtvaardige eisen, in alle stilte vermoord.


RARA-zelfinterview (juni 1991)

Na een lange stilte... een interview met de RARA

Waarom dit interview?

"Het is van onze kant uit lang stil geweest. In die tijd hebben we een aantal discussierondes gehad over voortgang, politieke perspectieven en de veranderde situatie in de wereld en in Nederland. We stonden voor de keuze om te communiceren zoals we altijd doen via communiqué's of om een andere vorm te vinden om uitvoeriger in te gaan op dit soort zaken. We kozen voor deze vorm, omdat het ons de gelegenheid geeft om over de actualiteit heen te praten. Het geeft tevens de mogelijkheid om uitgebreider in te gaan op ons inziens belangrijke discussies. De situatie op dit moment is beroerd. Het radicale en revolutionaire debat is verstomd, versnipperd en zonder oriëntatie. Deze situatie doet zich met name in de landen voor op het noordelijk halfrond. We vinden het belangrijk een bijdrage aan de discussie te geven en een dialoog te hebben met die mensen die hun strijdlust nog niet zijn kwijt geraakt, ondanks het feit dat het einde van de geschiedenis geclaimd en het einde der ideologieën geproclameerd wordt."

Waarom is het zo lang stil geweest?

"Daar zijn meerdere redenen voor, maar van degenen die we willen noemen, is een hoofdreden dat we tijd nodig hadden om te bekijken wat er nu precies veranderd is en of we daar conclusies ten aanzien van onze praktijk aan moeten verbinden of niet. Met de veranderingen bedoelen we de acute verdieping van de crisis van links, de richtingloosheid van linkse politiek en het veranderde perspectief."

In welke zin is dat perspectief veranderd?

"De overwinning van het kapitalisme op het socialisme lijkt zo massief dat veel mensen in het noorden schijnen te vergeten dat het kapitalisme zelf ook in een crisis verkeert. Want ondanks de lofzangen op de zogenaamde sociale markteconomie groeien de tegenstellingen op het noordelijk halfrond. De explosieve situatie van de zwarte bevolking in de VS is meer dan een valse nood in die lofzang. Wat tien jaar geleden voor de hand liggend leek, staat nu ter discussie. Met name de inhoud van linkse politiek is verwaterd. In de jaren 70 ging het links nog om de verandering van het geheel van de maatschappelijke verhoudingen, nationaal en internationaal. Nu heeft links zich teruggetrokken uit het "debat van de grote vraagstukken".

Dat is goed te zien aan de ontwikkeling van GroenLinks in Nederland, maar ook aan die van de Grünen in Duitsland. Linkse politiek is een mengelmoes geworden van individualisering van het maatschappelijke afgeroomd met een life-style sausje. Links heeft geen visie (meer) op de internationale verhoudingen. Ging het in de jaren 70 en 80 nog om het ondersteunen van de zuidelijke landen in hun gevecht om een eerlijke verdeling van de welvaart door middel van een "nieuwe internationale economische orde", vandaag de dag legt men zich neer bij de "nieuwe wereldorde" van Bush en co, gezien de opstelling tijdens de Golfoorlog. Mensen die voor weldenkend gehouden worden als Anet Bleich of Wolf Biermann hebben zich van de ene op de andere dag ontwikkeld tot de "nieuw-flinksen" van de internationale politiek.

Met het analytisch vermogen om nog net een muis van een olifant te kunnen onderscheiden, hebben ze de hele (geschiedenis van de) Golfoorlog weten te reduceren tot één vraag: voor of tegen Israël? Maar de crisis van links is niet alleen te herleiden tot fouten van links. Het heeft ook externe oorzaken. Blijkbaar bestaat er een verband tussen de toenemende welvaart en het extreme individualisme van de mensen. Wereldverbeteren is "uit", welbegrepen eigenbelang is "in". Heeft Afrika honger? Gooien we er toch een benefietje tegenaan. Wervelstorm in Bangladesh? Waar is m'n cheque-boek.

Welvaart en individualisme resulteren in life-style politics. Je bent niet links omdat de wereld ongelijk in elkaar zit, je bent liberaal of progressief omdat je het allemaal best wel lullig vindt of zo, de armoede en de honger; of hoe illegalen hier moeten leven. Wat je lullig vindt krijg je voorgeschoteld door de media en wordt bepaald door een actualiteit, een incident dat net even erger is als dat incident van vorige week.

Een wereldbeschouwing die ellende consumeert tijdens een concert voor de Koerden of was het nou voor Bangladesh? nou ja, als me haar maar goed zit. De post-moderne maatschappij is gestructureerd door ontkenning van wat waar is. De waarheid ligt niet lekker in de politieke markt, het is een onverkoopbaar product.

Het is deze psycho-sociale structuur die veel mensen murw maakt. Door de razendsnelle ontwikkelingen van de afgelopen jaren, heeft de linkse crisis een maatschappelijke en individuele gelijktijdigheid. Iedereen kent wel iemand die genoeg gevochten, geleden of opgeofferd denkt te hebben en de hand slaat aan zijn of haar politieke leven. En iedere politieke zelfmoord knaagt aan je eigen motivatie om door te blijven gaan.

Die gelijktijdigheid van het individuele en maatschappelijke binnen de linkse identiteitscrisis maakt het op het moment erg moeilijk om zicht te krijgen op oplossingen. Toch willen we benadrukken dat onze motivatie om door te gaan niet alleen gevoed wordt door het feit dat we stijf staan van existentiële verontwaardiging, of om het eens anders te zeggen: "er is meer, mensen!".

Om hier iets zinnigs over te zeggen is het misschien goed om om te kijken. Al een paar jaar geleden hebben we een koerswijziging aangebracht in onze politieke praktijk. Aanvankelijk had onze strijd tegen racisme en onderdrukking als speerpunt het aanvallen van het apartheidsbeleid. Gaandeweg zijn we ons gaan toeleggen op vluchtelingenpolitiek in Nederland. Vanuit onze geschiedenis was dat een logische stap. Ten eerste omdat wij denken dat ruimte voor fundamentele veranderingen in het westen zelf bevochten moet worden. Ten tweede omdat vluchtelingenpolitiek direct gerelateerd is aan openlijk, latent en institutioneel racisme. De migratiedruk op het noorden is geen gevolg van zogenaamd parasitair gedrag van economische vluchtelingen, hoewel "men" z'n uiterste best doet iedereen dat te laten geloven. Wij verwerpen dat begrip, omdat het in de eerste plaats een propagandistische functie heeft. Het moet vooral appelleren aan de angst van de Nederlander dat z'n portemonnee gerold wordt. Arbeidsmigratie heeft door de eeuwen plaatsgevonden en het is ook niet zo dat Europa daartegen is, of het niet nodig heeft. Ze willen alleen kunnen bepalen welke arbeidsmigranten wanneer mogen komen en welke niet. Europa voor de Europeanen.

Vluchtelingen komen hier niet voor hun lol. Ze vluchten voor armoede, oorlog, (seksuele) repressie en honger. En dit zijn stuk voor stuk politieke begrippen waar wij mee willen werken. Ze vertegenwoordigen voor ons een belangrijk element, namelijk internationalisme."

Zien jullie dan nog wel een mogelijkheid of noodzaak voor militante politiek? Met andere woorden, heeft militant verzet nog wel legitimiteit?

"Wij zien een legitimiteit in militant verzet omdat militant verzet een middel is om die vraagstukken te politiseren, ze niet alleen uit humanitair oogpunt te laten beschouwen. Evenals anderen hebben wij de Europese eenwording als een knooppunt van ontwikkelingen geanalyseerd, een knooppunt dat dientengevolge gekieteld dient te worden. Maar waar wij weinig perspectief in zagen en zien is onze praktijk te richten "tegen het Europa van het kapitaal". Niet omdat we daarvoor zouden zijn, maar omdat we ons door schade en schande maar al te bewust zijn van het feit dat je niet alleen vanuit politieke analyses een politieke praktijk kunt baseren. Je kunt je niet verzetten tegen abstracties. Met andere woorden, een dergelijke praktijk zou contraproductief kunnen werken omdat je de neiging hebt verzet te willen (zien) waar het niet is. Wij zijn van mening dat je naast een analyse van de ontwikkelingen ook een analyse moet maken van de politieke verhoudingen en uit die twee dingen je doelen met betrekking tot de praktijk moet formuleren."

Maar op wie richt je je dan? Waar zien jullie die mensen die een belang bij radicale veranderingen hebben en die ook willen? Wie willen jullie mobiliseren met je acties?

"Daar hebben we geen eenduidig antwoord op. Dat zijn voor ons even zo goed vragen als voor jullie. Als je bedoelt of wij op dit moment een politieke beweging zien, waar onze acties een effect op hebben of zouden kunnen hebben, en die wij zouden kunnen mobiliseren, dan is het antwoord op dit moment een voorzichtig nee. Maar dat hangt heel erg samen met het onderwerp wat we gekozen hebben. Anders als bij de anti-apartheidsstrijd hebben de vluchtelingen hier geen krachtige politieke lobby of solidariteitsbeweging. En anders als bij de anti-apartheidsstrijd is de vluchtelingenpolitiek ook niet zomaar terug te vertalen naar economische en politieke belangengroepen. Het geheel van de vluchtelingenpolitiek is bijna alleen maar te vangen in ideologische termen. Het beweegt zich tussen ambtsberichten van Buitenlandse Zaken (die bijna altijd zeggen dat er in het betreffende land niets aan de hand is) en contactambtenaren die met een druk op de knop het vluchtverhaal vergelijken met de criteria in hun computer. Maar er beweegt zich wel veel op dat gebied en we denken wel dat het in principe kan uitgroeien tot een krachtige solidariteitsbeweging met politieke invloed. De basis daarvoor is aanwezig. De mensen die zich nu druk maken om hoe Nederland met vluchtelingen omgaat komen voor het grootste gedeelte niet uit de 'bekende' bewegingen als kraak-, anti-militaristische- of anti-apartheidsbeweging. Het zijn vaak mensen die vanuit de basisgemeentes van de kerken werken, en die een authentieke verontwaardiging en bewogenheid hebben. Zij lijken ook niet zo te worstelen met de linkse identiteitscrisis.

Onze praktijk is er niet zozeer op gericht deze mensen te winnen voor de revolutionaire zaak. Onze praktijk is een onderzoek een een strijd om het herwinnen van ideologische ruimte. Zeker nu diepingrijpende maatschappelijke processen (als de invoering van het verdrag van Schengen en de daaruit volgende consequenties voor onder andere de vluchtelingen) geruisloos, zonder discussie van betekenis, ingevoerd worden. Met onze praktijk willen we het innemen van standpunten afdwingen".

Jullie richten je tegen de staat. Kan je die wel zien als 'almacht'? Is het niet zo dat de staat, maatschappij en politiek zo met elkaar verweven zijn dat je de staat niet afzonderlijk kunt aanvallen?

"Ja dat klopt als je de sociologie van de macht bekijkt. Maar wij zoeken niet zozeer een verklaring van het verschijnsel macht, of een verklaring van de opbouw ervan. We beschouwen de staatsmacht als een politiek gegeven. We zien de staat niet als het monolithisch machtsblok, zoals dat in de jaren zeventig gezien werd. Meer als een centrum van invloedssferen van economische en politieke belangengroepen die ook in conflict kunnen zijn. Kijk maar naar het conflict tussen Kosto en de commissie Mulder. Kosto wil helemaal niet dat er een regeling komt voor de rechtspositie van vluchtelingen. Dat betekent namelijk toetsbaarheid aan onder andere Europese wetgeving en dat zou wel een juridische versterking van de positie van vluchtelingen tot gevolg kunnen hebben. Kosto wil een repressief vluchtelingenbeleid, terwijl Mulder zich aan z'n opdracht heeft gehouden die die van Lubbers gekregen heeft en dus een 'nette' regeling ontworpen heeft. Het conflict tussen de Raad van State en de regering(spartijen) met betrekking tot tot het verdrag van Schengen is van een vergelijkbare orde.

Maar wij richten ons niet tegen de staat vanwege 'de macht'. We richten ons ertegen omdat het het belangrijkste instrument in handen van de politiek-economische elite is. En zeker waar het gaat om vluchtelingenpolitiek is de staat de belangrijkste tegenstander. Omdat de staat van karakter veranderd is biedt dat ook nieuwe mogelijkheden. Juist door het feit dat de perceptie van het idee over de staat door de bevolking veranderd is hebben politici binnen de staat grote problemen. Eén van die problemen is dat de ouderwetse 'natuurlijke' autoriteit van het gezag (en daarmee de staat) aan een flinke erosie onderhevig is. De staat moet z'n maatregelen en beleid voortdurend legitimeren t.o.v. de bevolking. Feitelijk bevindt de staat zich in een permanente staat van ideologische crisis. Dat is de keerzijde van de welvaart en het individualisme, autoriteit moet zich verantwoorden en bewijzen. Daarmee zitten ze af en toe in een lastig parket en moeten ze zaken die de belangen van een groep dienen (zoals de Europese eenwording) verkopen als een zaak van het algemeen belang. Daarom moeten ze, als er geen draagvlak voor de uitvoering van een repressief vluchtelingenbeleid is, er een creëren. En daar zit de kwetsbaarheid in van de moderne staat. Zaken als beleid en politiek zijn een product geworden wat aan marktmechanismen onderhevig is. En als de staat ideologisch in een defensief zit betekent dat meer 'ruimte'. Maar dit alles neemt niet weg dat er ook nadelen zitten aan onze concentratie op de staat. Van het veelomvattende dat racisme is, zijn we slechts in staat een gedeelte op te pakken en aan te kaarten. Maar voor het moment moet het maar zo."

De laatste vraag, waarom hebben jullie eigenlijk niets gedaan met de Golfoorlog?

"Het is moeilijk balanceren tussen woede en politieke rationaliteit. We zijn er hard mee bezig geweest tot in een vergevorderd stadium. Maar als je werkt zoals wij ben je niet zomaar in staat spontaan te reageren. Onze werkwijze brengt nu eenmaal een bepaalde voorbereidingstijd met zich mee. Tijd die de ontwikkelingen tijdens de Golfoorlog ons niet gaven. Wat mede de doorslag gaf was de volstrekt absurde reactie van links op deze oorlog. Op het moment dat de eerste Scuds op Israël vielen, hield links in Nederland op met denken en ging ver mee in de heersende gulfomania en arafobie. Dat en het feit dat er ter linkerzijde nauwelijks verzet was tegen de Golfoorlog, bepaalde voor ons onze handelingsmogelijkheden. Het is de politieke rationaliteit die je dwingt om op zo'n manier tegen het effect van je beperkte middelen aan te kijken. Met een aanslag bereik je niets, als die aanslag alleen maar materiële schade oplevert en geen politiek effect heeft. En na die demobilisatiestrategieën van links met betrekking tot de Golfoorlog zagen wij onvoldoende mogelijkheden om politiek effect te sorteren. Ongetwijfeld hadden we een effect bereikt als we het doorgezet hadden, maar de vraag was of we niet een verkeerde polarisatie zouden bewerkstelligen doordat het hele conflict versmald was tot voor of tegen Israël zijn en dat debat wilden we zo niet voeren. Zoals al eerder gezegd, onze acties zijn erop gericht invloed uit te oefenen op de politieke agenda. Eén van de voorwaarden daarvoor is een continuïteit in je praktijk te hebben, bepaalde problemen te thematiseren op een manier dat niemand er omheen kan. Dat klinkt als een bescheiden doelstelling, maar is het resultaat van onze inschatting van de politieke verhoudingen op dit moment in Nederland. Het is minder defensief als het lijkt, hoewel er een defensieve kant aanzit. Het gaat er volgens ons namelijk op dit moment om in de overgangsperiode van de koude Oorlog naar de nieuwe wereldorde én de vorming van het machtsblok Europa én de toenemende depolitisering van maatschappelijke vraagstukken in Nederland een politieke vinger aan de pols te houden. Op het moment dat dit systeem overal ter wereld bezig is zich agressief te ontwikkelen en in het noorden steeds meer als rationaliteit aanvaard wordt, zien wij de functie van ons soort van militant verzet als het slaan van een bres in de ideologische hegemonie van de politieke en economische elite. En voorlopig is dat onze strategie."


RARA-acties tegen het ministerie van Justitie en het woonhuis van staatssecretaris Kosto (12 november 1991)

Exploderende toiletpotten bij ministerie van Justitie veroorzaakt door wegwerpen asielrechten?!
Staatssecretaris Kosto slaat hand aan eigen schuur uit angst voor illegale bollenpellers?!

Vannacht, van 12 op 13 november, hebben zich op twee plaatsen raadselachtige explosies voorgedaan, waarvan de oorzaak in kringen van het ministerie van Justitie en met name staatssecretaris Kosto gezocht wordt.

Onderzoek zal aantonen dat na herhaalde, tijdige waarschuwingen bij politie, brandweer, en bij de objecten zelf, er bij het ministerie van Justitie in Den Haag en bij staatssecretaris Kosto in Grootschermer meerdere ladingen tot ontploffing zijn gebracht. Dat het daarbij slechts ging om het toedienen van materiële schade, zal blijken uit de wijze van plaatsing en keuze van het tijdstip.

Met deze acties willen wij een grens stellen aan het asielbeleid dat mensen afschrijft, opsluit en ontmenselijkt. Een beleid met signatuur maar zonder smoel, gemaakt door loyale ambtenaren en politiek verantwoordelijken. Aanwijsbaar en aan te pakken.

Een chronologie

Maart '91

Mei '91

Juni '91

Juli '91

Augustus '91

September '91

Eind augustus, begin september waren dan de debatten over het asielbeleid. Justitie en WVC hadden hoog ingezet. Rechten van asielzoekers moesten worden ingeleverd voor een snellere uitzetting; Marechaussees moesten de buitengrenzen van het Schengen-gebied van Schiphol naar de vluchtlanden-met-verhoogd-risico verleggen. Dit heet dan eufemistisch "pre-flight-controle". Asielzoekers worden gescheiden in kanshebbers en geen-kanshebbers en apart ondergebracht. Niet alles heeft het gehaald. Zo komen er geen gescheiden opvangcentra voor kanshebbers en niet-kanshebbers. Maar in grote lijnen blijft het beleid overeind. Buitenlandse Zaken zal de ambtsberichten met betrekking tot de vluchtelingen-producerende-landen blijven verzorgen, waarmee Justitie verzekerd blijft van een informatiestroom die het asielbeleid rechtvaardigt.

Al met al is het een groot non-debat geworden. Veel woorden, weinig wol en van een fundamenteel debat over oorzaak en gevolg is al helemaal geen sprake geweest. Bij gebrek aan een politieke visie hebben de Nederlandse politici zich gestort op het ontwikkelen van een technisch instrumentarium om maatschappelijke problemen te lijf te gaan.

Zo ook de Nederlandse Fukuyama, Bolkestein. In een poging de visionair uit te hangen heeft Bolk geprobeerd om het vluchtelingenbeleid en het minderhedenbeleid voor de toekomst te definiëren. Met in z'n achterhoofd de demografische werkelijkheid dat in het jaar 2010 zo'n 34 procent van de bevolking uit migranten zal bestaan betoogt hij dat de witte westerse waarden universeel zijn en per definitie opgelegd mogen worden aan migranten.

Hij belichaamt de westerse angst om een samenleving te hebben met een dergelijk grote minderheid. Die grote minderheid zal politieke rechten willen; zal economische eisen stellen maar zal bovenal eigen spelregels willen creëren met betrekking tot de democratie. Met andere woorden, ze zullen hun stempel op deze maatschappij drukken die noodzakelijkerwijs zal afwijken van het liberale reliëf wat Bolk meent te zien in de noordelijke samenlevingen.

Maar met z'n pleidooi voor de universaliteit van de westerse witte waarden en z'n aanpassen-of-oprotten-mentaliteit probeert hij bovenal een discussiekader te scheppen waarbinnen het "vreemdelingenvraagstuk" in de toekomst gezien moet worden. Het is een handige zet. Het probeert de angel uit het debat omtrent asielzoekers te halen, door een ogenschijnlijk logische redenering op poten te zetten met betrekking tot het aantal migranten wat de Nederlandse samenleving eigenlijk kan hebben en hoe die zij dienen te gedragen.

Quotering van de gewenste hoeveelheid buitenlanders in combinatie met onderwerping aan de witte wetten en moraal, dat is het strategische concept van Bolkestein. Een concept dat met overgave gevolgd wordt door Dales van Binnenlandse Zaken die meteen een "brede maatschappelijke discussie" over de minderheden wil organiseren onder het motto: "over u, zonder u".

Oktober '91

De voortdurende politieke problematisering van de komende asielzoekers en reeds aanwezige minderheden, door individuele politici en politieke partijen, werpt dramatische resultaten af. De politici hebben de morele rem losgelaten; dat dunne laagje vernis van wat beschaving heet, eraf geschrapt, door voortdurend en steeds dwingender bij alle bestaande maatschappelijke problemen, de buitenlander in het vizier te brengen. Woningnood; hogere belasting; de explosief gestegen werkeloosheid ten gevolge van de hereniging; dit alles werd veroorzaakt door de komst van zoveel "Aus- und übersiedler", naast de 'gewone' driecontinentale vluchtelingen. Het blijkt de ideale manier om de aandacht van de verkiezingsbeloftes van de CDU af te leiden. Beloftes die van de hereniging niet het beloofde paradijs op aarde maakte, maar een keiharde sanering van het vroegere Oost-Duitsland onder leiding van de Treuhand, tot gevolg had.

Dezelfde politici die direct verantwoordelijk zijn voor de pogroms zijn nu degenen die de oorzaak van de golf van buitenlanderhaat leggen bij het onverwerkte stalinistische verleden van de Oost-Duitsers. Dat de meeste aanslagen nu in West-Duitsland plaatsvinden gaat aan ze voorbij. Het is niet allemaal terug te voeren op het stalinistische verleden: het is hun bruine verleden dat West- noch Oost-Duitsers verwerkt hebben. Het stalinisme in de DDR had dezelfde voedingsbodem als het fascisme.

Alweer diezelfde politici bagatelliseren de bruine vlek op hun blazoen. Het zou eigenlijk niet meer zijn dan een uit de hand gelopen frustratie van wat snotapen van 16 á 17 jaar. Een keer over de knie leggen zou dan eigenlijk al voldoende zijn. Jammer dat er niet genoeg ouders zijn die de noodzaak daarvan inzien, maar die zullen het te druk hebben met het overleven in de paradise-jungle, of zijn het er eenvoudigweg niet mee oneens.

De politici die Duitsland zo graag als een ware (bewezen) democratie presenteren, zijn dezelfde die in eigen land met het grootste gemak het racisme en de vreemdelingenhaat als instrument gebruiken.

Het volgende citaat uit de Süddeutsche Zeitung: "(...)Ondertussen worden vrijwel elke dag aanvallen op vreemdelingen uitgevoerd. Desondanks praten Duitse politici nog steeds eindeloos en met grote stelligheid over "frauderende asielzoekers". In plaats dat de discussie in toom wordt gehouden, wordt de discussie op deze manier opgejaagd en steeds meer verpest (...)".

Volkskrant 12 oktober 1991: "...geldt zeker niet alleen voor buitenlandse politici. Als je de recente uitspraken van Wim Kok, Aad Kosto, Louis Tobback of Giscard d'Estaing naast elkaar zet, dan verschilt alleen de taal waarin de dingen gezegd worden, de inhoud is hetzelfde."

De maakbaarheid

Op 13 november vindt de zoveelste bijeenkomst op het niveau van Europese ministers van Justitie plaats. Doel is de verdere invulling van de harmonisering van het vluchtelingenbeleid. Al geruime tijd stellen diverse opiniërende media zich de vraag wat dit kabinet, in casu Kosto, eigenlijke bezielt met z'n persoonlijke kruistocht tegen buitenlanders en voor een blank en beheersbaar West-Europa. Van diverse kanten is al geopperd dat het politieke establishment dolgedraaid is. Niet dat je ze met het schuim op de bek de binnensteden ziet afstropen op zoek naar illegalen, maar je ziet het aan de ogen. Die paranoia, die blik waarmee ze in de camera kijken alsof ze willen zeggen: "Jullie weten niet wat er aan de hand is, jullie begrijpen dat niet, ZE KOMEN!!!". Maar hun werkelijkheidsbesef is nog niet in dat stadium van paranoia dat ze dit hardop durven zeggen. We worden slechts mondjesmaat deelgenoot gemaakt van hun hysterie en door middel van manipulatie van gegevens en werkelijke aantallen proberen ze de bevolking ervan te overtuigen van hun paranoïde wereldbeeld. En als echte politici maken ze van hun afwijking een kunst, proberen ze de bevolking te beroven van de werkelijkheid. Het berooft ons bijna de adem. We zijn hier getuige van een geheel nieuwe interpretatie van een sociaal-democratisch credo; dit dolgedraaide zootje neemt de "maakbaarheid van de samenleving" letterlijk. Alleen gaat het hier niet meer om de bescherming van de zwakken of het creëren van kansen voor de mensen aan de onderkant: allemaal achter de panelen geschoven van de nieuwe flinksheid.

Niet dat dit alles nou zo vreselijk nieuw is, het is alleen zo abrupt en absoluut en roept vooral schaamte op. Wat is dat voor samenleving waarin mensen zonder pardon ieder bestaansrecht ontnomen wordt? Waarin mensen die zich kapot gewerkt hebben, vervolgens in de grote WAO-vergaarbak gesodemieterd zijn om uiteindelijk te eindigen op de laatste tree? De overeenkomst tussen de aanpak van de (illegale) buitenlanders en WAO-ers is dat het beide groepen betreft die zich uitstekend laten lenen om tegenaan te schoppen. De een om het algemeen gevoel van onbehagen op af te wentelen; de ander om een financieel offer te brengen ten gunste van de zo getergde midden- en hogere inkomens. Wat hebben die immers al niet in moeten leveren!! En wie zorgt er hier nu eigenlijk voor economische groei en de productiviteit? Niet de illegalen, die zijn hooguit goed om - zonder rechten - goedkope arbeid te leveren; zij zijn een factor om de productiekosten laag te houden, maar mogen daar zeker geen rechten aan ontlenen. Hun arbeid vind je niet terug in de officiële cijfers. Dit is dus de manier om de bestuurlijke en politieke crisis op te lossen, zo ziet Nederland er dus uit in een Verenigd Europa.

De nieuwe wereldorde op het Binnenhof

De historici van de toekomst zal het hoofdbrekens kosten om te achterhalen wat de context is geweest waarbinnen de xenofobie van de politiek tot wasdom is gekomen. In het ondermaanse hier en nu zijn er genoeg die hun hoofd breken over het hoe en waarom van het rabiate anti-vluchtelingengedrag van politici; een zoektocht naar de politieke ratio ervan. Maar het hele idee van het bestaan van een politieke ratio, veronderstelt bijna dat er dus ook een logica aan ten grondslag ligt. Een logica die dus redelijkerwijs, dat wil zeggen met argumenten, bestreden kan worden. Een veronderstelling die dus ook hoop zou moeten bieden op beïnvloeding van de besluitvorming, zoals die zich afspeelt in het paleis aan het Binnenhof. Mooi zou het zijn. Maar het hysterische karakter van de vluchtelingenfobie van de Tweede Kamer en regering onttrekt zich aan de spelregels van de overlegdemocratie. De beleidsmakers stellen hun 'product' niet ter discussie. Ze mystificeren het 'product' vreemdelingenbeleid: de vreemdeling is een vreemde entiteit die buiten de werkelijkheid staat. Het is niet de buitenlander die iedereen kent en waarvan iedereen zegt dat die nou juist wel deugt. Nee, het is de buitenlander die nog moet komen, de nog niet gematerialiseerde dreiging van buitenaf. De buitenlander die ons eten komt stelen; die onze welvaart komt ondermijnen; de ritselaar, de sjacheraar, crimineel in spé, kortom een gemoderniseerde versie van het archetype van de eeuwige jood. Het spreekt voor zich dat iedere openlijke associatie met dit idee voorkomen moet worden; evenzo spreekt het voor zich dat die dreiging wel degelijk als reëel voorgesteld moet worden.

Dat gaat dan als volgt: Kosto krijgt van Van den Broek te horen dat op Europees niveau besloten is het vluchtelingenbeleid te harmoniseren. Maar hoe verkoop je dat? Er worden in de ministerraad wat suggestieve opmerkingen gemaakt, men mompelt over de onbeheersbaarheid van het 'probleem', leest nog wat rapportages van commissarissen van politie, slaat de landenreportage van het ministerie van Buitenlandse Zaken er nog eens op na en zegt: er is helemaal geen reden om te vluchten!

De toon is gezet; het project kan van de grond komen. Kosto verschijnt op kantoor en ontbiedt Nawijn (directie vreemdelingenzaken). Het wordt heikel. Beide heren beseffen dat ze een beleid moeten ontwerpen dat niet zo gemakkelijk gepruimd gaat worden. Kosto geeft z'n staf, bevolkt met loyale - elke kleur dienende - ambtenaren, opdracht een beleid te ontwerpen voorzien van de nodige cijfers en onderbouwingen. Opgewekt gaan de ambtenaren aan het werk, improviseren en selectief presenteren is al sinds jaar en dag de state of art van het beleid maken. Totdat één hunner verbaast opkijkt; de cijfers en onderzoeken nog eens naloopt en tot de conclusie moet komen dat het allemaal gelul is. Mevrouw Aalberts van het ministeriële Wetenschappelijke Onderzoeks- en Documentatie Centrum heeft haar carrière zojuist aanzienlijk bekort. Ze heeft een grondregel van de ambtenarij geschonden: gij zult niet het oordeel van de beleidsmaker in twijfel trekken en gij zult deze zeker niet in de openbaarheid brengen. Maar hiermee is een mechanisme beschreven en nog steeds is de politieke ratio ervan niet uitgegraven. Als de - tot politieke stijl verheven - xenofobie nou alleen een Nederlands gegeven was, had je je af kunnen vragen of ze wel gezond eten op het Binnenhof, temeer daar er zo veelvuldig gebruik wordt gemaakt van doorzichtige en domme redeneringen.

Er is maar één logica in te ontdekken en dat is die van de Europese eenwording in samenhang met de algehele crisis in de politiek (zowel in ideologische als bestuurlijke zin). Zo bekeken wordt een kader zichtbaar waarbinnen veel raadselachtige gebeurtenissen een plaats krijgen. Zoals het hardhoofdig trotseren van de stormen van maatschappelijk protest met betrekking tot de WAO-plannen. Het maakt de kaste van moderne politici ook niet uit of het corporatisme - zo zorgvuldig opgebouwd in de jaren 50 - op de helling wordt gezet. De politici zijn op de ramkoers gegaan met de vakbeweging en andere organisaties om de doodeenvoudige reden dat er een concept bestaat van de moderne staat in een verenigd Europa.

En binnen ditzelfde kader wordt duidelijk waarom de Europese politici met vuur durven spelen in hun mobilisatie van extreem-rechtse sentimenten. Kennelijk valt het eerder te prefereren dat buitenlanders aangevallen worden (door groepen die in de hiërarchie net iets boven de buitenlanders staan) dan dat er rellen ontstaan omdat de neo-paupers hun deel van de welvaart opeisen.

It's paytime

De moeder aller veldslagen heeft een gedrocht gebaard waarvan de aard en omvang moeilijk te bepalen zijn. Het heet de nieuwe wereldorde en eenderde van de wereld ziet hem met opgetogen verwachting tegemoet; de rest met angst en beven. Het gedrocht omgeeft zich met een schijn van rechtvaardigheid. Een rechtvaardigheid voor de wereld. Geen land ter wereld zal nog begeren wat niet van hem is. Expansie van dictaturen zal worden bestraft. Mensenrechten zijn opeens wel een issue om tot militaire actie over te gaan. De Verenigde Naties hebben er een zelfbenoemde, gevaarlijke en autonoom opererende vrijwillige politionele macht bij gekregen. Niemand hoeft zich illusies te maken over de rol die de Verenigde Staten willen spelen in de nieuwe wereldorde. Het concept is als volgt: vermogende landen die bedreigd worden betalen de militaire operatie met Japan op de achtergrond als permanente financier. Europa, in de rol van het oude continent, doet de diplomatieke kant van de zaak; de Verenigde Staten grijpen in in overeenstemming met hun strategische belangen. De nieuwe wereldorde is namelijk een bestendiging van de huidige internationale politiek-economische verhoudingen. En precies hierin ligt de angst voor tweederde van de wereld. Militair ingrijpen van het noorden in het zuiden is niet het begin van een proces, het is het sluitstuk. Het militair ingrijpen van het noorden is de voortzetting van een economische politiek met andere middelen. Het begin van de oorlog van het noorden tegen het zuiden ligt in de gevoerde economische politiek. En daar zijn we dan weer op het kruispunt van de redeneringen: het is de internationale politiek die de marges en spelregels bepaalt voor nationaal beleid.

Zolang er aan de noodzaak tot vluchten niets verandert, zullen er vluchtelingen blijven komen. Zeker naarmate het welvaartsverschil tussen het noorden en het zuiden groter en groter wordt. De aanhoudende negatieve economische groei der zuidelijke landen van de afgelopen jaren is één van de belangrijkste oorzaken van de komst van migranten en vluchtelingen. Het zal hen daarbij een rotzorg zijn of hij of zij nu onder deze of gene definitie van vluchtelingen valt. Dat dit op hoog niveau ook ingezien wordt blijkt uit de opgelaten ballonnetjes van de afgelopen tijd. Ze komen uit onverwachte (maar verdachte) hoek. Binnen OESO-kringen wordt nu steeds harder nagedacht over het tegengaan van migratie. Men wil een soort contract afsluiten met de landen in het zuiden. Het grote voorbeeld voor deze denktank zijn de VS. Het verdrag dat de VS wil sluiten met de Zuid-Amerikaanse landen omvat een aantal 'spelregels' met betrekking tot vluchtelingen. De VS verplichten zich om een bepaald gedeelte van hun nationaal inkomen in Zuid-Amerika te investeren op voorwaarde dat deze landen er voor zorgen dat er met dit geld geïnvesteerd wordt in het op laten drogen van de vluchtelingenstroom. Te voorzien is en te verwachten valt dat de corrupte en half feodale militaristische regimes niet opeens 'verlicht' gaan denken om de 'sociale kwestie' op te lossen. Het geld zal opgaan aan meer grensbewaking en controle (en dus repressie) van vluchtelingen.

Onderweg

Het geheel van de vluchtelingenproblematiek lijkt alleen maar te vangen in ideologische termen. Het beweegt zich tussen de beleidsafspraken in het kader van EEN Europa, de ambtsberichten van Buitenlandse Zaken en de uiteindelijke afwijzing en uitzetting. Een beleid met een signatuur maar zonder smoel. Gekadreerd op internationale conferenties, ingevuld en uitgevoerd door immer loyale, lokale ambtenaren. Zoals het rapport Zeevalking. Deze commissie (maart 90) had tot taak: "Advies uitbrengen betreffende het tegengaan van het gebruik van collectieve voorzieningen door in Nederland verblijvende illegalen en betreffende het activeren van binnenlands vreemdelingentoezicht". Het onderzoek resulteerde in voorstellen tot een actief ontmoedigingsbeleid ten aanzien van alle terreinen en manieren waarop illegalen zich "staande houden". Waaronder uitsluiting van "praktisch alle" collectieve voorzieningen. "Praktisch alle" want "men kan niet voorkomen dat illegale vreemdelingen gebruik maken van de openbare weg" (pagina 19).

Vluchtelingen worden gedegradeerd tot een niet-bestaan. Na de droeve ervaring huis, haard en familie te moeten achterlaten, volgt de systematische ervaring van de vernedering. Het maakt niet uit wat je verhaal is, voorgeprogrammeerde ambtenaren braken een afwijzing in je gezicht. En als je verder komt knal je tegen een muur van vijandigheid en wantrouwen. Al je ervaringen, je hele cultuur wordt teniet gedaan. Elke poging om een positieve bijdrage te leveren aan een multiculturele samenleving wordt gesmoord. Het is dit beleid dat mensen afschrijft, uitsluit en ontmenselijkt dat wij willen aanwijzen en brandmerken. Daarom zijn wij op bezoek geweest op de werkplek waar nijvere Justitie-ambtenaren dagelijks schaven en vijlen aan de bouwstenen van het beleid en bij één van de direct politiek verantwoordelijken.

Die laatste hebben wij - een moment - deelgenoot willen laten zijn van de ervaring van vernedering. Daartoe hebben we hem thuis opgezocht, zijn have en goed mishandeld en zijn privacy met de voeten getreden. Hij is als het ware uitgezet, zij het maar voor één nacht. Door hen aan de kaak te stellen willen we meewerken aan (de strijd voor) een alternatief en de discussies voorbij de bekende stellingnamen voeren. Nee, natuurlijk kan Nederland niet alle vluchtelingen van de wereld opnemen. Het zijn er teveel en Nederland is te klein enzo. Maar iedere vluchtelingenorganisatie die zelf al begint met "het kaf van het koren" te scheiden in de hoop dat er op die manier "slechts echte vluchtelingen" binnenkomen, bevindt zich in een gevarenzone.

De definitie van "echte vluchteling" verandert al naar gelang de politieke wind waait. Kern is dat naast oorlog, milieurampen en sekse-specifieke vluchtgronden, armoede een erkende vluchtgrond moet zijn. De oplossing ligt niet in het terugsturen van vluchtelingen, maar in een fundamentele wijziging van de internationale economische orde. Op weg daarheen moet:

Grenzen

De politieke situatie op dit moment schreeuwt om een duidelijk antwoord. De toenemende vreemdelingenhaat in West-Europa wordt in de schoenen van migranten en vluchtelingen geschoven: ze zijn met teveel en willen niet integreren, luidt de officiële boodschap. De politieke beleidsmakers zaaien, op een steeds vruchtbaarder wordende bodem, de vreemdelingenhaat en oogsten zo een passieve instemming met hun algemene politiek. Het zogenaamde gelijk van rechts is omgekeerd evenredig aan de zwakte van links en de politici van het midden gebruiken de rechtse sentimenten om te kunnen realiseren wat anders teveel verzet zou oproepen. Wij zijn ons zeer bewust van de zwakte van links op dit moment. Bewust van het gebrek aan een gemeenschappelijk politiek project en daaruit volgende strategie. En hoewel met name links in het westen een dramatische terugval beleeft, hebben de kameradinnen en kameraden in de rest van de wereld ook te maken met veranderende krachtsverhoudingen. Oude antwoorden gelden niet meer, maar de vragen blijven hetzelfde. Was het in de jaren zeventig nog zo dat de belangrijkste veranderingen zich leken te voltrekken door de strijd van bevrijdingsbewegingen in de drie continenten, nu zien we dat hun positie zodanig is verzwakt dat bijvoorbeeld het Cubaanse, Vietnamese en Palestijnse volk door de ineenstorting van het Oostblok helemaal vogelvrij lijken verklaard.

We rouwen in het geheel niet om het falen van de revolutie "van bovenaf"; de maatschappelijke verandering per decreet; het geloof in het kunnen veranderen van de geschiedenis simpelweg door met een paar mensen af te spreken dat de geschiedenis niet meer is dan een optelsom van wetmatigheden. Er zijn zeker wetmatigheden. Zo is er de wetmatigheid dat vooruitgang in het westen (of tegenwoordig het noorden), achteruitgang voor het zuiden betekent (en tegenwoordig ook voor het oosten). En zo zijn er meer. Maar wat wij op dit moment niet kunnen is daar een automatisch politiek en moreel gelijk aan koppelen. De golven van 68 zijn definitief uitgerold en op de terugweg. De reactie heeft het woord en alle verschijnselen waar links een taboe over had uitgesproken mogen weer ter discussie gesteld worden. Iedereen ziet er blijkbaar opeens de redelijkheid van in om eisen te stellen aan de vreemdeling; je mag ze ook voor profiteurs of klaplopers uitmaken zonder dat je in dezelfde categorie als Janmaat, Prins Bernhard of Joseph Luns geplaatst wordt. Tien jaar geleden was het idee van een invasie in Suriname voor Frans Weisglas alleen natte droom, tegenwoordig droomt hij hardop.

Als je de geschiedenis al kunt vertalen in de vraag wat er nou eigenlijk fout is gegaan met revolutionair- en radicaal-links in Europa, dan zou het antwoord zijn dat er te lang is geloofd in de wetmatigheid van het linkse gelijk met te weinig oog voor het midden dat uiteindelijk de vruchten geplukt heeft. De meesters van het compromis, in het centrum van de macht, zijn er keer op keer in geslaagd iedere maatschappelijke ontwikkeling van betekenis van hun angel te ontdoen. Soms met list en bedrog, zoals het beruchte dubbelbesluit met betrekking tot de kernraketten, of de brede maatschappelijke discussie over kernenergie.

Soms met grof geweld ingezet in een gecompliceerd psychologisch spel, zoals in Italië de spanningsstrategie (de bomaanslag in Bologna) of in Duitsland de herfst van '77 (de Stammheim-moorden). Het geloof in de wetmatigheid van het (militante) linkse gelijk heeft ertoe geleid dat de belangrijke terreinen van politiek overgelaten zijn aan de krachten van het midden en die een tikje links daarvan. Wil militant links weer een morele autoriteit zijn, zal het zich moeten richten op de zwakke plekken en daar iets tegenover stellen. Zo kan bijvoorbeeld een verenigd Europa voor links heel belangrijk zijn op het moment waarop vele kunstmatig getrokken grenzen ter discussie staan. Een verenigd Europa van volkeren staat lijnrecht tegenover een verenigd Europa van multinationals. En een van de belangrijkste zwakke plekken van het midden is de democratische legitimiteit van het systeem dat ze vertegenwoordigen. En geen referendum of 'sociale vernieuwing' kan verhullen dat ze in grote problemen verkeren. Stap voor stap zullen de krachten van het midden teruggedrongen moeten worden en voor ons is deze stap er één. We willen met ieder die betrokken is, proberen deze politiek te keren, door vragen te stellen die niet gesteld worden, en grenzen te trekken.

Ook wij hebben 'het' antwoord niet maar weten wel dat wij ons niet neer willen leggen bij een maatschappij waarin een groot deel van de mensen afgeschreven en rechteloos is. Terwijl de overgrote meerderheid vervalt tot stilzwijgende medeplichtigheid. De enige oplossing ligt in het gezamenlijk vechten voor een andere toekomst. Dat moet en kan op vele manieren. Met deze acties, die wij zien als noodzakelijk tegengeweld, hebben wij daaraan een bijdrage willen leveren in de richting van fundamentele veranderingen.

Revolutionaire Anti-Racistische Actie


RARA-actie tegen het ministerie van Sociale Zaken (30 juni 1993)

(Eerst het uitgebreide communiqué en dan het korte persbericht)

RARA pakt mensenjagers aan
Dienst Inspectie Arbeidsverhoudingen doelwit

Communiqué

In de nacht van 30 op 1 juli hebben wij, na tijdige en herhaalde waarschuwingen, op de derde verdieping van het ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid in Den Haag een explosieve lading tot ontploffing gebracht. Doelwit van de actie was de Dienst Inspectie Arbeidsverhoudingen die op deze verdieping gehuisvest is. De DIA heeft een spilfunctie in de jacht op illegalen. Gemiddeld twee keer per dag organiseert deze dienst in samenwerking met plaatselijke politiekorpsen invallen bij bedrijven waar illegalen worden vermoed. In de komende jaren wordt de dienst verdubbeld. Dat betekent meer razzia's, meer slachtoffers, meer angst. Met deze actie hebben wij een grens willen trekken en deze mensenjagers voor een moment willen laten voelen hoe het is om opgejaagd te worden. Ze laten merken hoe het is om doelwit te zijn, hoe het is gebrandmerkt te worden. In eerste instantie hebben wij een persbericht geschreven. In dit communiqué nemen wij meer ruimte om op het een en ander in te gaan.

"Sober doch humaan"

Het illegalendebat is even plotseling weer verdwenen als opgekomen. Een optimist zou zeggen dat dit komt door de felle reacties op de beschamende poging die Rottenberg en Kosto afgelopen najaar deden Bolkestein rechts in te halen. De reacties waren inderdaad fel, haast bemoedigend zou je kunnen zeggen. De publieke boetedoening van de PvdA-top, dat wil zeggen hun verontschuldiging dat het allemaal wat ongelukkig uit de bek was gekomen, wekt de schijn dat ze weer in hun hok zijn teruggedrongen. Jammer genoeg werkt het niet zo. Het te voeren beleid staat al stevig in de stijgers, ontworpen door het selecte clubje ambtenaren en hun ministers dat de Europese overleggen frequenteert. Beleid dat zich onttrekt aan de spelregels van de overleg-democratie. Fakkeltochten, manifestaties en demonstraties tegen racisme geven aan dat een hoop mensen zich niet willen neerleggen bij wat er gebeurt. De politiek heeft haar eigen koers uitgezet, gokt erop dat de protesten weliswaar massaal zullen zijn, maar niet de grenzen zullen overschrijden die binnen de Nederlandse verhoudingen betamelijk worden geacht. Zodat ze uiteindelijk relatief ongestoord door kunnen gaan met wat ze van plan zijn. De hetze tegen illegalen vindt allang plaats en heeft vorm gekregen in beleid. Een beleid dat er op neer komt dat illegalen vogelvrij verklaard en onderworpen zijn aan de meest draconische en ontmenselijkende overheidsmaatregelen. Sober doch humaan heeft Kosto een uithongeringsbeleid laten ontwerpen door commissies als die van Zeevalking. De inzet is het leven van illegalen hier onmogelijk te maken, illegalen zijn een probleem, is de boodschap die in verschillende maar hardnekkige versies door de politici van rechts tot nieuw flinks wordt verkondigd. Een kakofonie van beschuldigingen en beledigingen worden over een makkelijk te pakken groep mensen uitgestort. En niet alleen over hen. Alles dat naar buitenlander riekt, staat onder de zware verdenking moedwillig hier de boel te flessen. Mensen laten zich nu eenmaal makkelijk mobiliseren op de angst dat hun portemonnee wordt gerold. Burgemeester Peper meldde dat zijn politie had ontdekt dat er wel 1100 Turken op één adres stonden geregistreerd: "Busladingen vol mensen komen een uitkering halen om vervolgens terug te keren naar Turkije".

Waarschijnlijk wilde hij niet onder doen voor z'n Amsterdamse collega's, die eerder 15.000 illegale drugshandelende Ghanezen ten tonele hadden gevoerd om de uitbreiding van hun politiekorps er doorheen te drukken. Dat er niets is dat hun beschuldigingen staaft, maakt niet uit. Het bericht wordt verspreid door gretige media, en doet de werking die het moet doen. Nieuws is nieuws. Het berichtje op pagina zeventien, enkele weken later, waarin duidelijk wordt dat kant noch wal is geraakt, doet er verder niet toe. De toon is gezet.

Wie dacht dat de illegalen voorlopig met rust zouden worden gelaten, komt bedrogen uit. Er is eerder sprake van de bekende stilte voor de storm. Nawijn en Kosto deden recentelijk weer een schepje bovenop de berg vuilnis die ze al over illegalen hadden heen gestort. Deze keer was het verhaaltje dat eerst de illegalen moeten verdwijnen, voordat 'echte' vluchtelingen zouden kunnen worden gehuisvest. De zoveelste uitspraak van mensen die de macht hebben beleid te maken en door te voeren. De richting is gezet, de jacht gaat door.

Voor wie achter de coulissen van het vaderlandse politieke toneel probeert te kijken, blijft een vraag kleven, als een wesp op een pot stroop, vanwaar toch al die mallotige uitspraken, die zo vernederend en bedreigend zijn voor zoveel mensen?

Van "gastarbeider" tot "economische vluchteling"

Illegaliteit is eigenlijk een kwestie van politieke definitie, niets meer en niets minder. In de jaren 60 en 70 ronselden wervingsbureaus van staatswege arbeiders uit landen rond de Middellandse Zee. Ook de tienduizenden "spontane immigranten", zoals ze toen nog genoemd werden, mochten aan het werk. Graag zelfs, want voor smerig en zwaar werk waren handen tekort. Tussen tussen de Limburgse mijnen, olietankers in de Rotterdamse haven en wc-potten bestond slechts één overeenkomst: goedkope handen deden hun werk, mits ze vastzaten aan "gastarbeiders". Dat het een rare manier is om "gasten" zo te behandelen, drukte meer de flexibiliteit van het politieke jargon uit, dan dat het iets te doen had met de werkelijke situatie. Die was namelijk vrij simpel: enkel vanuit het oogpunt van economisch gewin werden die mensen hierheen gehaald. Het importeren van "gastarbeiders" was pure noodzaak geworden om de economische groei in die tijd bij te benen. De industrie die zich zeer voorspoedig ontwikkelde kampte namelijk met een tekort aan arbeidskrachten waardoor delen van de productiecapaciteit onbenut bleven. Met "tolerantie" of "gastvrijheid" had het niets van doen. Dus is het evenmin verwonderlijk dat deze situatie geen lang leven beschoren bleef. Vanaf de jaren 70, in een tijd van economische neergang en toenemende werkloosheid, werd de werving aan banden gelegd. Het beleid kreeg als credo in het vaandel: "Nederland is geen immigratieland". Met één politiek-juridische pennenstreek veranderde "spontane" immigratie in "illegale" immigratie en creëerde de staat haar "illegalenprobleem". Voor migranten maakte dat niet zoveel uit. Hun komst wordt niet bepaald door hier te lande wisselende juridische categorieën, maar is het gevolg van de gapende kloof tussen het rijke noorden en het arme zuiden. Illegalen zijn immers in de eerste plaats mensen. Op zoek naar een toekomst, een beetje geluk. Mensen die huis en haard achter zich hebben gelaten, in Turkije, Marokko, Ghana, die besloten hebben de uitzichtloosheid te ontvluchten en hopen hier in het westen een beter bestaan op te kunnen bouwen. Ze treffen het niet, ze zijn hier niet gewenst en worden gestigmatiseerd als "economische vluchteling". Hun motieven om de wijk te nemen naar het rijke westen worden niet geaccepteerd. Uitzichtloosheid is geen motief, geen vluchtgrond. Wat telt is hun economisch nut, niet hun economische en sociale nood. Maar voor illegalen is er geen weg terug, ze verkiezen de onzekerheid van het leven in de illegaliteit boven de zekerheid van het uitzichtloze. En daar wordt flink van geprofiteerd. De racistische tweedeling op de arbeidsmarkt en in de maatschappij, die vanaf de jaren 60 werd gecreëerd, is sindsdien blijven bestaan. Simpelweg omdat "gastarbeid" (lees: slecht betaald, vervelend en zwaar werk) geen tijdelijk maar een structureel verschijnsel is. Het is een fabeltje dat met de economische groei arbeid er alleen maar aangenamer op geworden is, laat staan dat iedereen deelgenoot van de welvaart is geworden. De "gastarbeiders" zijn daar het levende bewijs van, ondanks het feit dat ze in eerste instantie letterlijk weggestopt werden, onzichtbaar in volgepropte en brandgevaarlijke pensions en speciale woonoorden. Geldt voor de meeste migranten al dat ze weggedrukt zitten tegen de onderkant van de maatschappij, voor illegalen geldt dat dubbelop. En ze worden schaamteloos uitgebuit. Dankzij hun illegale arbeid kunnen bepaalde sectoren van de Nederlandse economie blijven draaien. Illegale arbeiders zijn goedkoop, omdat ze illegaal zijn. Iedereen weet dondersgoed dat het uitzetten van deze illegalen zou betekenen dat honderden bedrijven in de confectie, de horeca, de glastuinbouw, de schoonmaakbranche etcetera failliet zouden gaan. Daarom is de situatie ook jarenlang gedoogd. Onderdrukking, uitbuiting en vernedering vormen de basis van het stilzwijgende contract waarop de uitvoerende organen van de staat, de politiek en het bedrijfsleven elkaar al jarenlang vinden in het schemergebied van de illegaliteit. En deze mensen, de getallen variëren, maar meer dan een uitverkocht Ajax-Feyenoord is het niet, zouden nu de belichaming van de dreigende ondergang van het Avondland zijn.

"Om de problemen hier beheersbaar te houden..."

Het probleem van de illegalen is alleen een probleem in de beleidscircuits waar men steeds meer de greep op de samenleving dreigt te verliezen. En dat op een moment dat haast moet worden gemaakt met de politieke invulling van de Europese eenwording. Op dat punt moet de verklaring worden gezocht voor de non-stop horrorfilm die op het Binnenhof wordt vertoond, de verklaring voor de waanideëen en xenofobie die de politiek lijkt te beheersen. De politieke vertaling van de in wezen economische en sociale herstructurering van Europa gaat niet zo vlotjes als gewenst. De euforie over het Europa van de burger begint te verstommen, nu de contouren van het Europa van het kapitaal zich beginnen af te tekenen. Het leek eerst voldoende het Verenigd Europa voor te stellen als een lonkende, overrijpe appelboom waaraan alleen nog even geschud diende te worden om iedereen te bedekken onder kapitalistisch fruit. Nu worden meer en meer angst en onvrede bespeeld om de politieke en maatschappelijke veranderingen er door te drukken. Een strijd die voornamelijk in ideologische termen is gevat, en zich naar steeds bredere maatschappelijke terreinen uitbreidt. Het zijn allemaal uitingen van een legitimiteitscrisis waarin het politieke en economische systeem verkeert. Racisme wordt ingezet om een nieuwe maatschappelijke consensus te realiseren, over de ruggen van "anderen", de "illegaal", de "vreemdeling". Een breekijzer om maatschappelijke tegenstellingen in de hand te houden. Kosto zei letterlijk: "...verwijderen om hier de problemen beheersbaar te houden..." Het racisme valt op een goede bodem, in een land waar sinds mensenheugenis de westerse mens tot maatstaaf van alle dingen is gesteld; dat de eigen koloniale geschiedenis nooit onder ogen heeft gezien.

Een boterham met tevredenheid

Omdat de problemen waar de politici tegen aan hikken zo groot zijn, hebben ze hun horizon verbreed. Niet alleen migranten maar ook andere groepen van de bevolking mogen zich nu verheugen in de grote belangstelling die de politiek voor hun handel en wandel aan de dag legt.

Wat in het oog springt is de consequente koppeling die wordt gemaakt tussen het zogenaamde illegalenprobleem en een ander levensgroot maatschappij-ontwrichtend probleem: de werkloosheid. Het probleem is niet zozeer dat er een tekort aan banen is als we de politici moeten geloven, of dat hun werkgelegenheidsbeleid al jaren failliet is. Werkloosheid blijkt een door werklozen zelf gecreëerde nationale ramp te zijn. Het ene na het andere fraude-rapport vliegt door de media, x procent fraudeert, 40 procent fraudeert, 75 procent fraudeert... Wachten is op het eerste rapport waarin bezorgd wordt geconstateerd dat in die en die wijk 132 procent van de uitkeringsgerechtigden sjoemelt dat het een lieve lust is. En politici als Robin Linschoten komen vervolgens tot de originele conclusie dat in desbetreffende wijken de uitkeringen dan maar eens gekort en de steuntrekkers onder curatele gesteld moeten worden. Eerst waren het de WAO-ers die door de gehaktmolen werden gedraaid. In de industriële herstructurering van een decennium geleden werden hele lagen van de arbeidersklasse in de vergaarbak van de WAO gekieperd. Tien jaar later worden ze als profiteurs en simulanten weer te voorschijn getoverd om de begroting van Sociale Zaken sluitend te krijgen.

Het nieuwe arbeidsethos dat gepredikt wordt, vaak in samenhang met "illegalen" en gekoppeld aan jammerklachten over een verwende en ontspoorde samenleving waarin fraude de nationale volkssport is geworden, dient geen enkel ander doel dan een ordinaire kostenbesparing. Het stelsel van sociale zekerheid moet worden ingekrompen en is een kortstondige illusie gebleken. De voorwaarden waaronder welvaartscompromis, verzorgingsstaat en de sociale zekerheid tot stand gekomen zijn, zijn gebonden aan de kapitalistische expansie. Dat wil zeggen in de marge van de winst. De economische herstructurering zoals die momenteel plaatsvindt met als doel winsten veilig te stellen en nieuwe voorwaarden voor expansie te realiseren, gaat gepaard met een diepgravende ingreep in de productie- en arbeidsverhoudingen en verhevigde concurrentie. Massa-ontslagen en grote problemen bij toonaangevende concerns als Hoogovens, Fokker, DAF, Philips, KLM zijn het gevolg. De werkloosheid stijgt iedere maand met sprongen. Het stelsel van de sociale zekerheid, opgebouwd in een periode van ongelimiteerde voorspoed en groei, wat moest dienen voor een vangnet voor die enkelen die ongelukkigerwijs toch nog uit de boot mochten vallen, lijkt daardoor niet meer van deze tijd. Bezuinigingen, kortingen op uitkeringen en het ontoegankelijker maken van het stelsel door middel van het uitoefenen van een grotere druk op werklozen, het bijstellen van het begrip "passende arbeid", gedwongen omscholing en dergelijke zijn aan de orde van de dag. Het heeft niets te maken met een beleid gericht op volledige werkgelegenheid, iets dat binnen de huidige kapitalistische verhoudingen onmogelijk is. Dat maakt het roepen om "meer banen" ook zo zinloos. Wat voor banen dan? Nog meer vervuilende productie? Nog meer onzinnige producten en diensten? In plaats van fundamentele discussies over een menselijke invulling van het begrip arbeid en productie, een discussie over het maatschappelijk nut van arbeid, een discussie over de grondslagen van een economisch en maatschappelijk stelsel, blijft de naald steken in de versleten groef van de heersende belangen. Er wordt een klimaat geschapen waarin arbeid tegen welke prijs dan ook acceptabel wordt en daarmee het stelsel van sociale zekerheid minder toegankelijk en minimaal. Een nieuw arbeidsethos biedt een vrijbrief voor draconische maatregelen in dat stelsel. De verzorgingsstaat heeft de onderklasse decennialang kunstmatig in de rijen van de tevredenen ingelijfd. Die tijd is voorbij. In de verzorgingsstaat van de toekomst kun je kiezen tussen het huren van je eigen cel, of een waterbestendige kartonnen doos. Of je eindigt in een heropvoedingskampement, kauwend op een boterham met tevredenheid en bewaakt door afgedankte soldaten die Elco Brinkman proberen te imiteren. Geen enkele uitspraak is de politici te dol om een klimaat te creëren waarin ze hun maatregelen kunnen doorvoeren. De meest directe en cynische manier is het exploiteren van schaamte. Was het al lastig je op een verjaardagsfeestje te presenteren als steuntrekker, nu moet je je helemaal de oren van de kop schamen te behoren tot het legioen dat is aangewezen als veroorzaker van alle maatschappelijke problemen. Uitsluiting, dwang en beperking van rechten worden normale instrumenten om dit "godvergeten land", om maar eens met Lubbers te spreken, weer gezond te maken. De maatschappij wordt met harde hand door elkaar heen geschud en vooral aan de onderkant in een nieuw jasje gestoken. Nieuwe sociale scheidingen worden gecreëerd. Minima, migranten, zogenaamde inactieven, het zijn verschillende delen van de bevolking die voorgoed van een toekomst worden afgesneden. Waarin zogenaamd niemand aan de kant hoeft te staan als je maar werkt. Maar werk en werk is niet hetzelfde. "Er is geen groter, modern waanbeeld, zo niet bedrog, dan het gebruik van het ene woord "werk" voor iets dat voor de een uiterst slopend, pijnlijk en sociaal minderwaardig is, terwijl het voor de anderen prettig, status verhogend en economisch lonend is" - J.K. Galbraith. Het is een uitspraak die de logica van het kapitalisme precies weergeeft. Een systeem dat wereldwijd rijkdommen genereert juist omdat het armoede en ellende produceert, en dat in toenemende mate.

Een reactionaire neurose

De grote sprong voorwaarts naar het verenigde Europa waarvan we getuige zijn, wordt begeleid door ferme taal en krasse uitspraken. De opgezette kelen aan het Binnenhof kwaken tegen elkaar op, proberen elkaar vliegen af te vangen in de categorie stuitende en idiote uitspraken. Op zoek naar een ideologisch glijmiddel om beleid te kunnen legitimeren waar niemand op staat te wachten, behalve de politieke en economische elite zelf. Binnen de ingewikkelde relatie tussen het realiseren van Europese doelstellingen enerzijds en de constructie van concrete politieke veranderingen anderzijds ligt de verklaring voor een aantal specifieke mechanismen die deze dagen de politieke boventoon voeren. Om de aandacht af te leiden van de achterliggende politieke en economische doelen van het beleid, probeert de politieke elite bij voortduring de aandacht te vestigen op de interne noodzaken van te nemen maatregelen. "Fraude jaagt de samenleving naar de verdommenis", zei een boze Wim Kok, die anders alleen emotioneel wordt als iemand zijn boekhoudkundige gaven in twijfel trekt. Om daarmee weer een aantal bezuinigingen te legitimeren die voornamelijk tot doel hebben de Nederlandse staatshuishouding in overeenstemming te brengen met omringende landen. Hetzelfde zie je in de strijd tegen het morele verval, waar Nederland last van schijnt te hebben, en dat beleidsmatig sociale vernieuwing wordt genoemd. De sociale vernieuwing is het quasi-positieve jasje waarin een aantal maatregelen zijn gestoken die het ideologische klimaat rijp moeten maken voor meer controle. Politici stellen de sociale vernieuwing het liefst voor als een strijd tegen de hondendrollen in het speelparkje om de hoek, maar voeren onder hetzelfde motto bijvoorbeeld zaken als strafrechtshervorming door, waarin de mogelijkheden van de staat vergroot worden ten koste van de rechten van verdachten. Elke ontsnapping en elke winkeldiefstal wordt dankbaar aangegrepen om te pleiten voor strafkampen, lijfstraffen, meer politie en een politiek van de harde hand. En precies hetzelfde mechanisme zie je ook bij de paranoia-benadering van asielzoekers en migranten. Ze worden gedefinieerd in termen van de binnenlandse vijand, de vijfde colonne, de doodsteek op termijn voor de Nederlandse cultuur. En dat alles om de op Europees niveau genomen beslissing migranten buiten de deur te houden, te rechtvaardigen. De ijzeren wet van de reclame heeft bezit genomen van de politiek: als je het maar vaak genoeg herhaalt, kun je zelfs het smerigste product de mensen door de strot duwen. Kosto's beleid als het Iglo-thuismenu van de Nederlandse politiek.

In het Europa van de jaren 90 heeft de reactie het woord. Op het breukvlak tussen bittertafel en ideologie wordt geprobeerd terug te draaien wat er sinds de jaren zestig door links aan ruimte is bevochten. Door de groeiende extreem-rechtse organisaties ondubbelzinnig verwoordt, door de gevestigde partijen gehuld in neutrale termen als minderhedendebat, het herstel van de normen en waarden, het in overeenstemming brengen van rechten en plichten. Na een jarenlange combinatie van economische en sociale verpaupering en het aanwijzen van zondebokken, heeft de neo-liberale politiek haar monstertjes gebaard in de vorm van bruine organisaties. Die door de gevestigde partijen vervolgens weer dankbaar worden aangegrepen om zichzelf een respectabel imago te verschaffen en ondertussen nog een stapje verder naar rechts te zetten. Samen woelen ze de politieke bodem overhoop, trekken rioolputten open en verklaren parmantig dat ze een taboe hebben opgeheven. Het is deze ruk naar rechts die de politieke verhoudingen bepaalt. Het gezever over illegalen is de vrijbrief om racistische taal uit te slaan. Het gezever over fraude de vrijbrief om de controle en repressie op te voeren en alle mogelijk denkbare databestanden aan elkaar te koppelen. Het gezever over rechten en plichten de vrijbrief om de sociale zekerheid uit te hollen en mensen in flexibele, onzekere, slechtbetaalde baantjes te persen. Een reactionaire neurose heeft bezit genomen van de politiek. De nuances zijn alleen nog te vinden door mensen met een absoluut gehoor.

De wereld van Peter Stuyvesant

In Nederland overheerst ook de dorpse blik. Discussies over oorzaak en gevolg van wezenlijke ontwikkelingen vindt nauwelijks plaats, laat staan dat de internationale verhoudingen daarbij betrokken worden. Er wordt een soort universalistische leugen gecreëerd, op grond waarvan het westen zijn geprivilegieerde positie met hand en tand verdedigt. De economische oorlog tegen de zuidelijke landen kent geen verandering in de overgang van oude naar nieuwe wereldorde. Hooguit heeft het de westerse landen en bedrijven een stuk makkelijker gemaakt om te manoeuvreren. Steeds sneller trekt het kapitaal over de wereld, steeds groter wordt de invloed van anonieme organisaties als de Wereldbank en het IMF. Het onttrekt zich aan elke discussie, aan elke controle, aan elke keuze. Landen en volkeren worden tijdelijk opgenomen in de "vaart der volkeren", uitgeperst en na bewezen diensten afgedankt als een paar oude sokken. De internationale arbeidsdeling heeft de Derde Wereld geruïneerd. De verkapitalisering van de landbouw heeft miljoenen van het platteland naar de slums in de grote steden gedreven. De roofbouw op de natuur en het geforceerd invoeren van monoculturen hebben geleid tot een ecologische ramp die niet te overzien is. De honger in Ethiopië, Somalië en de Sahellanden zijn daar een direct gevolg van. Van sommige landen wordt cynisch vastgesteld dat ze alleen nog maar vluchtelingen produceren. En aan dat exportproduct heeft het westen geen enkele behoefte. De schuldenlast van de Derde Wereld bedraagt 1.350 miljard dollar. Tegenover 55 miljard dollar ontwikkelingsgeld staat 154 miljard dollar aan rente en aflossing van oude schulden. Wereldwijd zijn er 80 miljoen mensen op de vlucht voor honger, ellende, armoede, uitzichtloosheid, vervolging en (seksueel) geweld. Het zijn kille, abstracte cijfers, waarachter een onnoemlijke hoeveelheid menselijk leed zit verborgen. Zolang dat leed maar op z'n plek blijft, is er geen vuiltje aan de lucht. Zolang dat leed binnen de Derde Wereld blijft circuleren, is het ook nog allemaal best. Maar als het leed te dicht in de buurt van Europa komt, breekt de hel los. In plaats van een discussie over oorzaak en gevolg, over de verantwoordelijkheid van het westen voor de desolate toestand in het zuiden, krijg je dan een minderhedendebat en tal van maatregelen om die uitvreters buiten de deur te houden. En wordt steeds openlijker verkondigd dat het eigenlijk toch allemaal hun schuld is. We sturen ontwikkelingshulp en blauwhelmen, en wat doen ze daar mee? Niks toch?...

Het bewustzijn over de samenhang tussen de (neo-)koloniale geschiedenis van het westen en de huidige vluchtbewegingen is vermorzeld tussen het gelijk van rechts en linkse discussies. Als de termen migratie, integratie of vluchtelingen over tafel gaan, is er sprake van acuut historisch geheugenverlies. Racistische en op blanke superioriteit gebaseerde ideologieën vormen nog steeds een wezenlijk element van de westerse cultuur. De eurocentrische kijk op de wereld loopt door links en rechts. Het einde van de ideologieën, de geschiedenis, post-modernisme, post-materialisme, post-weten-wij-veel, het zijn allemaal filosofieën, gedachtenspinsels die maar op een beperkt deel van de wereld en de werkelijkheid betrekking hebben. Vanuit de situatie van overvloed, massaconsumptie, arrogantie, kortom vanuit de wereld van Peter Stuyvesant wordt een oordeel aangematigd over hoe mensen uit andere landen zich dienen te gedragen. De weinige vluchtelingen die het westen bereiken worden argwanend bekeken. Als ze al worden toegelaten moeten ze vervolgens braaf opzitten en een pootje geven aan Bolkestein. Die haalt de liberale vlooienkam er doorheen, op zoek naar cultuurvreemde elementen. Het racisme druipt van het hele vluchtelingenbeleid af, alleen mag het zo niet genoemd worden. Dan zou de kwestie namelijk teveel gepolitiseerd worden. Belangen en belangentegenstellingen komen dan op tafel te liggen, terwijl iedereen z'n best doet het beleid af te schilderen als weliswaar lullig en vervelend en zo, maar verder zonder kwade bedoelingen.

Niemandsland

De politieke en bestuurlijke crisis van het systeem zoals we die analyseren wil niet zeggen dat er veel mogelijkheden voor militant links zijn om in te grijpen. Er zijn wel vele scheurtjes, kloofjes en dergelijke die de maatschappelijke consensus ondermijnen. Maar er is momenteel te weinig sprake van een groeiende culturele en politieke tegenstroom die in staat is het gebrek aan legitimiteit tegen ayatollah's van de liberale democratie te richten. De politieke kaste opereert op een bepaalde manier in een niemandsland. Verstrikt als ze geraakt zijn in de dynamiek van de Europese eenwording is er meer sprake van crisismanagement dan van een happy end nu de ballast van de Koude Oorlog eindelijk overboord gegooid kan worden. En iedereen het eindelijk met elkaar eens is dat de maatschappij waarin we leven de best denkbare is. Ze slaan in het wild om zich heen, bang als ze zijn de historische taak niet te kunnen vervullen die ze zich hebben gesteld met het project Europa. Of dat Europa er nu precies zo gaat uitzien als in hun dromen, maakt niet eens zoveel uit. Het gaat erom dat ze de maatregelen willen doorvoeren die volgens hen nodig zijn om de volgende fase van concurrentie, plundering, vervuiling en vernietiging glansrijk te doorstaan. De maatschappelijke lagen die overbodig zijn in het paradijs van het rechtse gelijk moeten in het gareel worden gehouden, maar vooral niet teveel op de begroting drukken. De mensen die de politiek en de maatschappij allang de rug hebben toegekeerd worden gevoed met goedkope vijandsbeelden; alles is best, zolang de onvrede zich maar niet richt op de kaste zelf.

Links opereert in hetzelfde niemandsland, maar is nauwelijks bij machte nog iets zinnigs over de lippen te krijgen. De wil zal bij velen wel aanwezig zijn, maar murw geslagen door het rechtse roll-back offensief lijkt niemand zich meer de rust en de durf te gunnen precies te analyseren wat er allemaal gebeurt. In deze tijd, waarin een consequent humanist al een politieke radicaal is, is het een eerste vereiste dat er een radicale, permanente en compromisloze oppositie bestaat. In dat politieke krachtenveld proberen we in te breken, met middelen die niemand kan negeren. Dat is niet alleen een uitdrukking van radicale oppositie. Ook al is dat geen overbodige luxe in een tijd waarin lijkenpikkers een neergestorte Boeing op de Bijlmer aangrijpen om voor eens en altijd met illegalen af te rekenen. Het is ook een noodzaak omdat in dit land de leugen regeert. De Tweede Kamer kan plechtig een anti-racisme verklaring uitbrengen waarin staat: "We bevestigen dat in een democratische samenleving respect voor ieder mens fundamenteel is en dat ieder die in Nederland woont volwaardig aan de samenleving moet kunnen deelnemen; verklaren dat we alles zullen doen om discriminatie te voorkomen en te bestrijden door zelf het goede voorbeeld te geven." Om vervolgens even hard door te gaan met het maken van beleid dat haaks op deze fraaie woorden staat. Waarin dezelfde politici die racistisch beleid verdedigen aan de kop van demonstraties tegen vreemdelingenhaat mogen lopen. Waarin het over de grens pleuren van mensen "moedig" wordt genoemd. De vinger leggen op de fundamentele tegenstellingen in het post-Koude Oorlog tijdperk, van de zogenaamde liberale democratieën, is van strategisch belang. Het inbreken in de politieke verhoudingen levert meestal geen applaus en bloemen op. De schok die in november 1991 door Nederland ging was veelbetekenend. Op straffe van journalistieke geseling diende iedereen zich direct en onomwonden te distantiëren. En wie stonk niet in die val? Als een pavloviaanse reactie gaven de comité's, organisaties en individuen hun distantiëringen, als ware de aanval op Kosto een aanval op henzelf. Wat men vreesde was niet minder dan geëxcommuniceerd te worden uit de invloedssferen waar (hoe marginaal ook) nog politieke invloed uitgeoefend kon worden. En die vrees was dermate groot dat men blijkbaar nergens gelegenheid zag inhoudelijk te reageren. Ook ter linkerzijde wist iedereen opeens weer wat hij en zij niet wil: niet met bommen, niet op personen, niet zo en vooral niet op dat moment. Pas later, met de voortdurende verscherping van het beleid en het opkomende structurele racistische geweld, begonnen de posities wat te verschuiven. Duidelijker werd ook dat de zo vertrouwde overlegdemocratie haar langste tijd heeft gehad. Hoe kan er nog politieke invloed worden uitgeoefend, als de marges en spelregels van nationaal beleid bepaald worden op Europese toppen. Het kabinet ligt niet voor niets steeds op ramkoers: de koers is bepaald en zal koste wat het kost doorgezet worden. Lubbers' oproep aan de werkgevers de poot stijf te houden en het desnoods op stakingen aan te laten komen, om de WAO-bezuinigingen door te zetten, is tekenend voor de haast on-Nederlandse hardheid die toegepast wordt als het moet. Protesten op straat worden afgestraft door er lustig op los slaande ME-ers die op afroep beschikbaar zijn. Het is nog maar de vraag of de jongeren en studenten die op 8 mei jongst leden in Den Haag demonstreerden, velen onder hen voor het eerst, aldaar "de politiek zijn in gemept" of dusdanig geïntimideerd zijn dat ze het voorlopig wel uit hun hoofd zullen laten om voor hun rechten te vechten. Het zou niet de eerste keer zijn dat een beweging kapot loopt op de arrogantie van de macht, gesymboliseerd door een bijtende en meppende blauwe muur. Uit tal van soortgelijke ervaringen komt onze militantie dan ook voort. Voor ons is het een optie, in samenhang met tal van andere strijdvormen, een noodzakelijke uitbreiding van politieke mogelijkheden om de vastgeroeste verhoudingen hier open te breken en doorbraken te forceren. Om zo de noodzakelijke ruimte te bevechten waarin een politieke en culturele tegenbeweging zich verder kan ontwikkelen en tot een tegenmacht kan uitgroeien.

Het inbreken op de verhoudingen is geen kwestie van onmiddellijke successen. Het gaat er niet om Kosto zijn portefeuille aan de wilgen te laten hangen, na november, en als boetedoening een illegaal op zolder zou moeten nemen. Dat zouden we die illegaal sowieso niet aan willen doen. Een nieuwe golf van massaal radicaal verzet zoals begin jaren 80 is niet in zicht. Verzet valt niet per proclamatie af te roepen, evenmin kun je mensen daarop automatisch mobiliseren. Je kunt niet zomaar roepen dat je een "tegenbeweging" wil, ook al wil je dat nog zo graag. Verzet komt ook niet 'vanzelf' tot stand als het systeem een volgende stap zet in haar lange geschiedenis van vernedering en vernietiging.

Wat wij willen is, op een manier waar niemand om heen kan, de politieke vanzelfsprekendheden en de grenzen van de politieke discussie en actie zoals die opgelegd worden weer helder krijgen. Verantwoordelijkheid noch schuld bestaan in het debat zoals het door de Kosto's en de Bolkesteins gevoerd wordt. Wij willen dit element van politieke verantwoordelijkheid op de agenda terugkrijgen. Het gaat ons om het stellen van grenzen en het hangen van een prijskaartje aan beleid dat ontmenselijkt en vernedert. Beleid dat een naam en een zetel heeft en aan te pakken is.

Hun strijd, onze strijd...

Onze politiek is uitdrukkelijk internationaal georiënteerd. Een linkse politiek die niet internationalistisch is, heeft weinig perspectief. Behalve het feit dat de omstandigheden waaronder mensen leven internationaal met elkaar vervlochten zijn, is internationalisme ook een historisch gegeven. De bevrijdingsstrijden in Latijns-Amerika, Vietnam, Zuid-Afrika zijn voor veel mensen een inspiratiebron geweest, hebben geleid tot bewustzijn over de door het westen georganiseerde uitbuiting en onderdrukking van de zuidelijke landen. Toch kan links qua internationale strijdperspectieven niet langer leunen op de vormen zoals we die in de jaren 70 en 80 hebben gekend. De bevrijdingsbewegingen en -strijden zijn van karakter veranderd. De revolutionaire storm die eind jaren 70 begin jaren 80 onder invloed van de Sandinistische revolutie over het Latijns-Amerikaanse continent waaide is met de verkiezingsnederlaag van diezelfde Sandinisten weer gaan liggen. De wijze waarop het revolutionaire proces in Nicaragua is gesaboteerd, door honger en oorlog, heeft geleid tot het besef dat een overwinning op het imperialisme een langdurige kwestie is en dat er nieuwe strijdvormen en strategieën ontwikkeld moeten worden. Gedeeltelijk wordt geprobeerd het resultaat van decennia zware en bloedige strijd via de onderhandelingstafel te consolideren en vanuit die positie veranderingen af te dwingen. Guerrillabewegingen hebben zich omgevormd tot legale organisaties en deels voor een parlementaire weg gekozen. Daarnaast is de strijd in de sloppenwijken, de strijd van basisbewegingen, de strijd om het alledaagse bestaan in omvang toegenomen. De volksorganisaties zijn, onder andere door de relatieve politieke ruimte die als gevolg van de "democratisering" is ontstaan, uitgegroeid tot sterke bewegingen. Al deze ontwikkelingen hebben links in Europa in verwarring gebracht. Nu de hoop op snelle revolutionaire veranderingen elders de grond in is geboord lijkt het ook afgelopen te zijn met de belangstelling. Solidariteitsbewegingen storten in rap tempo ineen of heffen zichzelf op omdat het werk erop zou zitten. Mandela is immers vrij, ANC en de Klerk zijn 'on speaking terms' en de verkiezingen staan voor de deur... En dat is precies het zwakke punt geweest in hoe links de internationalistische of anti-imperialistische strijd invulde.

Links heeft zich te afhankelijk opgesteld van voor haar tot verbeelding sprekende strijden elders en haar kritiek op het imperialisme te weinig doorgetrokken naar hier. Ondanks het bewustzijn over de verbinding van de strijd hier en daar, bleef de strijd over het algemeen teveel gerelateerd aan ontwikkelingen elders. Het instorten van de solidariteitsbewegingen met bijvoorbeeld Zuid-Afrika, El Salvador en Nicaragua is veelzeggend. Terwijl steun nu nog net zo hard noodzakelijk is als vroeger. Nog altijd geldt dat de beste vorm van solidariteit bestaat uit het bevechten van veranderingen hier.

Links in Europa is in zekere zin nu meer op zichzelf teruggeworpen, en zal zich in eerste instantie moeten wortelen in de eigen samenleving. Met meer aandacht voor de eigen ervaringen, geschiedenis, cultuur en traditie. Het bevechten van fundamentele veranderingen in de westerse maatschappijen is niet alleen van belang voor de zelfbeschikking van de landen in de 'Derde Wereld'; het gaat ook domweg om de levensvoorwaarden, de vrijheid en zelfbeschikking hier. In die zin: hun strijd, onze strijd, internationale solidariteit.

Waar het ons om gaat is het bewustzijn over de samenhang. Oorzaak en gevolg moeten weer in de juiste volgorde worden geplaatst. Europa is geboren uit slavernij, volkerenmoord, kolonialisme. Onze welvaart is product van eeuwenlange onderdrukking en uitbuiting. Deze zogenaamde 'kleurrijke samenleving' is een product van een koloniaal verleden en een neo-koloniaal heden. Toenemende racistische agressie, geweld tegen migranten en asielzoekers, hetzes tegen illegalen, de uitsluiting van vluchtelingen zijn daar voorbeelden van. En net zoals zij te grabbel worden gegooid om een stelsel in stand te kunnen houden dat profijtelijk is voor weinigen, en vernederend voor velen, worden ook grote groepen andere mensen geofferd aan het gouden kalf van de kapitalistische vooruitgang. Er is veel te winnen met een strijd voor fundamentele veranderingen!

Ruimte voor verandering

We zijn langs geweest op de verdieping waar de DIA zit. Het heeft een spilfunctie in de jacht op illegalen. De razzia bij Blokker was een staaltje van hun kunnen. 120 politiemensen, honden en helikopters werden ingezet om het distributiecentrum uit te kammen op mensen met een verdachte huidskleur. Als er wordt getwijfeld aan de nationaliteit, moeten mensen "kwartje" zeggen. Als de uitspraak niet Hollands genoeg is voor het fijnbesnaarde gehoor van de ambtenaren, worden ze afgevoerd. Een stempeltje op de hand en op transport naar het gemeentehuis waar een vals lachende CDA-burgemeester verzucht dat de identificatieplicht dit tafereel had kunnen voorkomen. Maar ook voor minder grootschalige acties voelen deze gemankeerde smerissen zich niet te min. Dag in dag uit rijden de busjes het land in om razzia's te houden. De dienst stelt zich al vanaf 1987 op het standpunt dat de werkloosheid niet kan worden opgelost zolang er nog illegalen zijn. Recentelijk zijn hun inspanningen beloont met een verdubbeling van hun budget en menskracht. Dat betekent meer razzia's, meer slachtoffers, meer vernedering, meer angst. Het onderkomen in het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid symboliseert de verstrengeling tussen de afbraak van de sociale zekerheid, de jacht op illegalen en het vluchtelingenbeleid.

Wij willen niet lijdzaam toekijken hoe mensenlevens worden verkankerd. Hoe racisme sluipenderwijs tot normaliteit wordt. Wij hebben de mensenjagers van de DIA voor een moment deelgenoot gemaakt van de ervaring opgejaagd te worden. Ze laten merken hoe het is doelwit te zijn, hoe het is gebrandmerkt te worden. We strijden tegen een beleid en een politieke cultuur waarin slachtoffers vallen zonder dat er daders zouden bestaan. De strijd tegen het vreemdelingen- en asielbeleid is een strijd voor een menswaardige samenleving. Een samenleving die een toekomst heeft te bieden voor iedereen! Waarin niemand angst hoeft te hebben voor de nachtelijke klop op de deur, voor een dienst die koel en berekend levens stuk maakt. Om dat te bereiken zullen we ruimte voor verandering moeten scheppen, door middel van acties, het opbouwen van structuren, het uitwisselen en uitdragen van ideeën. Daaraan hebben we met deze actie willen bijdragen.

Tot de volgende keer,
Revolutionaire Anti-Racistische Actie

De persverklaring

In de nacht van 30 juni op 1 juli hebben wij, na tijdige en herhaalde waarschuwingen, op de derde verdieping van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Den Haag een explosieve lading tot ontploffing gebracht. Doelwit van de actie was de Dienst Inspectie Arbeidsverhoudingen die op deze verdieping gehuisvest is. De DIA heeft een spilfunctie in de jacht op illegalen. Gemiddeld twee keer per dag organiseert deze dienst in samenwerking met plaatselijke politiekorpsen invallen bij bedrijven waar de aanwezigheid van illegalen wordt vermoed. In de komende jaren wordt de dienst verdubbeld. Dat betekent meer razzia's, meer slachtoffers en meer angst. Met deze actie hebben wij een grens willen trekken en deze mensenjagers voor een moment willen laten voelen hoe het is om opgejaagd te worden. Ze laten merken hoe het is doelwit te zijn, hoe het is gebrandmerkt te worden.

Met de woorden: "Er is teveel fraude, er is teveel misbruik, er zijn teveel illegalen", zette Felix Rottenberg eind oktober de toon voor de hetze tegen illegalen. Politici van links en rechts tuimelden over elkaar heen om een beeld van de illegaal te schetsen waarbij dat van de duivel verbleekt. Met een hypocriete verwijzing naar de "problemen in de oude wijken" ging men de slag om de kiezers met extreem-rechts aan. Problemen zat in de oude wijken, dat klopt. Verpauperde buurten, slechte huizen, te lage lonen en uitkeringen. Maar over die problemen hoorde je de politici niet. Want die problemen oplossen kost geld; geld dat er niet is omdat de ene na de andere bezuinigingsoperatie over het land wordt uitgestort. De verzorgingsstaat wordt immers gesloopt, de Nederlandse staatshuishouding ingekrompen. Liever wordt daarom de suggestie gewekt dat je dak vanzelf ophoudt met lekken als je illegale buren maar de grens over worden getrapt.

Dat het illegalendebat weer verstomd is, wil niet zeggen dat de illegalen met rust worden gelaten. De jacht op illegalen is allang concrete praktijk. De commissie Zeevalking heeft zich bijvoorbeeld over 'het probleem' gebogen en een pakket maatregelen bedacht dat het leven van illegalen hier onmogelijk moet maken. Tal van bureaucratische maatregelen moeten ervoor zorgen dat illegalen het leven onmogelijk gemaakt wordt, dat ze van alle sociale voorzieningen worden uitgesloten, tot en met de gezondheidszorg aan toe. En mocht zelfs dat niet baten dan moet een intensief opsporings- en uitzettingsbeleid door politie en justitie degenen die hun hoofd dan nog boven water weten te houden uiteindelijk de nekslag geven. De recente uitspraken van Nawijn en Kosto, over illegalen die al die huizen maar bezetten, maakt duidelijk dat de heren zich opmaken voor de volgende ronde.

Mensenjagers

Spil in de jacht op illegalen is de DIA. Vanaf de oprichting in 1987 hebben deze gemaskeerde politiemannen zich met enthousiasme van hun taak gekweten. Gemiddeld twee keer per dag doen ze invallen in samenwerking met de plaatselijke politie. Een vernederende mensenjacht, met de wet in de hand. Vorig jaar kwamen ze uitgebreid in het nieuws door de inval bij Blokker. 120 politiemannen, honden en een helikopter werden ingezet om het distributiecentrum uit te kammen op mensen met een verdachte huidskleur. Als er wordt getwijfeld aan de Nederlandse nationaliteit, laat de politie mensen "kwartje" zeggen. Wanneer de uitspraak niet Hollands genoeg is voor het fijnbesnaarde gehoor van de ambtenaren, worden ze afgevoerd. Stempel op de hand en op transport naar het gemeentehuis waar een vals lachende CDA-burgemeester verzucht dat de identificatieplicht dit tafereel had kunnen voorkomen. Uiteindelijk blijkt de menselijke buit van de razzia uit vier vermoedelijke illegalen te bestaan. Nederland kan weer rustig gaan slapen.

Het voortdurende geroep van de DIA om meer mensen en meer mogelijkheden wordt nu beloond. In de komende jaren wordt de dienst verdubbeld. Dat betekent meer razzia's, meer slachtoffers, meer angst. Ze kunnen hun lol niet op, sinds illegalen zijn bestempeld tot nationale ramp.

In het oog springend is de consequente koppeling die wordt gemaakt tussen de zogenaamde illegalenproblematiek en nog zo'n immens probleem: de werkloosheid. De DIA zelf roept in elk jaarverslag dat de illegalen nu eens echt aangepakt moeten worden, omdat anders de werkloosheid niet bestreden kan worden. De vele invallen in de glastuinbouw vinden dan ook plaats onder het motto "illegalen er uit - werklozen er in". Het is de staatsversie van "eigen volk eerst". Minister de Vries zei het letterlijk: "Het aantal aanhoudingen van illegalen dient gelijke tred te houden met het aantal werkwilligen dat aan de slag kan". En zo snijdt het mes aan twee kanten. In beleidstermen heet het dat het excuus en de noodzaak om "illegalen" aan te nemen wordt weggenomen. In de praktijk betekent het dat naast een gelegitimeerde jacht op illegalen de ruimte om druk uit te oefenen en dergelijke arbeid te accepteren vergroot wordt. Vreemdelingen- en werkgelegenheidsbeleid ineen, met de Dienst Inspectie Arbeidsverhoudingen als symbool ervan. Ze zitten niet voor niets bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De ambtenaren van de DIA hoeven alleen maar even naar een andere verdieping te lopen om een koehandeltje te bedrijven.

Niemand kan serieus menen dat illegalen een probleem vormen. Dankzij hun spotgoedkope arbeid kunnen bedrijfstakken hun hoofd boven water houden. Jarenlang is er van hen geprofiteerd, zonder dat iemand er ophef over maakte. De reden voor de opening van het jachtseizoen moet dan ook elders gezocht worden. Illegalen worden getransformeerd tot gebruiksvoorwerpen in de pogingen die de politieke en economische elite ondernemen om uit de bestuurlijke crisis te geraken waarmee ze geconfronteerd worden. "Teveel fraude, teveel misbruik, teveel illegalen", het credo van Rottenberg, zullen we de komende jaren tot vervelens toe te horen krijgen. De maatschappij moet aangepast worden aan de nieuwe economische dictaten en de scenario's die in Brussel ontworpen zijn. Maar hoe verkoop je beleid dat eigenlijk alleen valt uit te leggen door een diepgaande verhandeling te houden over de destructiviteit en oncontroleerbaarheid van het economisch stelsel waarmee je opgescheept zit? Dan moet je een noodgreep toepassen. Door het beeld te schetsen van een ontspoorde samenleving, die geheel ontwricht dreigt te raken wanneer er niet snel met harde hand wordt ingegrepen. Illegalen zijn een dankbare zondebok voor een dergelijke politiek.

Maar niet alleen illegalen zuchten onder de knoet van de rechtse en nieuw-flinkse politici. Steeds meer bevolkingsgroepen worden beschuldigend aangewezen door de minkukels van het Binnenhof. Er wordt het beeld van een bedreigde samenleving geschetst: de hordes buiten, de vreemdelingen binnen met hun rare gewoontes en het leger van profiteurs en zwendelaars dat de sociale zekerheid vult. Iedereen zo'n beetje dus die niet tot het grijze midden behoort waar de politieke consensus op wordt gebaseerd. De verantwoordelijkheid van het westen voor de uitzichtloze toestand in het zuiden verdwijnt onder het tapijt. Er wordt bot gesteld dat mensen helemaal niet hoeven te vluchten en dat ze verder kunnen verrekken.

Zondebokken

Je verstand staat bijna stil als je ziet hoe er gesold wordt met mensen. Uit te zetten vluchtelingen wordt de mond met tape afgeplakt, want de business-class passagiers kun je natuurlijk niet confronteren met de redelijkheid van het sluitstuk van het Nederlandse vluchtelingenbeleid. En wat zegt onze staatssecretaris als iemand daarbij haast de pijp uitgaat en in een rolstoel terecht komt? "Er is geen sprake van dat ik a priori van oordeel ben dat deze ambtenaren hun werk niet goed doen. Er bereiken mij ook verhalen van asielzoekers die over hun ontvangst op Schiphol zeggen dat die grote geüniformeerde mannen hen zo vriendelijk tegemoet traden". Kosto op zijn hurken, alsof hij August voor het slapen gaan nog een verhaaltje vertelt. Inmiddels ontwerpt TNO een dwangbuis en een integraalhelm om asielzoekers de mond te snoeren. Nee, dat is geen scenario van een slechte horrorfilm, het is een serieus idee van een serieuze commissie. In het Grenshospitium is de horror al werkelijkheid. Toch kan Kosto dit een "prijzenswaardig instituut en kwalitatief uitstekende voorzieningen" noemen, zonder dat iemand hem met dwangbuis en integraalhelm afvoert. Langzaam wordt Nederland klaargestoomd met draconische maatregelen. Ondanks diverse beweringen van het tegendeel, wordt gewerkt aan het acceptabel maken van razzia's. Die in Geldermalsen was er een voorbeeld van. De recente mode om grootschalige razzia's tegen coffeeshops en kroegen te organiseren maakt het duidelijk dat de politie de smaak goed te pakken heeft. Proefballonnetjes zijn het, om te kijken hoe ver ze kunnen gaan. Waarmee tegelijkertijd de vinger weer wordt gericht op de uitverkoren zondebokken. Voorlopig zal er geen einde aan komen. Elke keer wanneer Kosto in een camera loert meldt hij een verscherping van het al zo scherpe beleid. Ondersteund door zijn partijgenoten, jaloers bekeken door Bolkestein die zijn item naar de PvdA ziet verdwijnen en met tevredenheid gadegeslagen door extreem-rechts.

In heel Europa is extreem-rechts in opmars. Ze maken daarbij dankbaar gebruik van de maatschappelijke kaalslag die tien jaar crisispolitiek heeft veroorzaakt. Het ondenkbare wordt weer gedacht, het onzegbare gezegd, de laarzen stampen weer door de straten. Geconfronteerd met deze opmars, en hun eigen bestuurlijke crisis schuiven de gevestigde partijen mee met uiterst-rechts. Er is niet zoveel verschil te beluisteren in wat ze zeggen. Op z'n hoogst een verschil in vorm. Extreem-rechts stelt het allemaal wat platter, de gevestigde politiek uit zich in de "newspeak" van de herensociëteit. De boodschap is dezelfde, waarbij de gevestigde politiek over de middelen beschikt om hun waanideeën in concreet beleid om te zeggen. Ze bestoken de maatschappij met alarmkreten, om maatregelen te kunnen doorvoeren die klaargestoomd zijn in de Europese gaarkeuken. Het spel wordt steeds harder, want ze hebben haast. Adviesraden, inspraakprocedures, ja zelfs de parlementaire democratie wordt buiten spel gezet als het moet. Allemaal hinderpalen in de wedloop naar het ene Europa. De Nederlandse overlegdemocratie heeft z'n langst tijd gehad. In de warboel van Europese eenwording, de legitimiteitscrisis van de gevestigde politiek en de opkomst van extreem-rechts zijn de politieke verhoudingen op drift geraakt. Ideologisch vertaald in het einde van de geschiedenis, politiek vertaald in de ruk naar rechts, maatschappelijk vertaald in een verharding en verkilling, en concreet vertaald in de afbraak van de sociale zekerheid, opkomend racisme, vernederend vluchtelingenbeleid, toenemende controle en repressie.

Chequeboek-solidariteit

En wat wordt daar tegenover gezet? Het overgrote gedeelte van de spraakmakende, zich vroeger links voelende en noemende gemeente wentelt zich in de modderpoel van het zogenaamde linkse ongelijk. De ene na de andere jeugdzonde wordt opgebiecht, bereidwillig geregisseerd door kranten, talkshows en opiniebladen. Een generatie teleurgestelde en gefrustreerde dertigers/veertigers kruipt bij elkaar op schoot, om wederzijds te bevestigen dat het best wel okee is niet langer te strijden. Toegejuicht door degenen die hiermee gerechtvaardigd zien dat ze toch altijd al aan de verkeerde kant stonden. En dat het eigenlijk best wel meevalt allemaal, hier in Nederland. En die internationale puinhoop, ach daar hebben we nog altijd het chequeboek voor klaarliggen, en anders misschien een VN-interventiemacht of zo.

Wij vinden dat het helemaal niet meevalt. De dagelijkse portie beledigingen en vernederingen die over deze of gene bevolkingsgroep wordt geventileerd doet je het schaamrood op de kaken jagen. Het is een eerste vereiste dat er een radicale, continue en compromisloze oppositie bestaat tegen een beleid en een politieke cultuur waarin slachtoffers vallen zonder dat er daders zouden bestaan. Beleid wordt bedacht en uitgevoerd. Door concrete mensen en concrete instanties. Je hebt geen wichelroede nodig om de vinger te kunnen leggen op een dienst die de spil is in de mensenjacht die dit kabinet ontketend heeft op de mensen die niet welkom zijn aan de ruif van de welvaart.

Welnu, wat ons betreft is het onaanvaardbaar dat een stelletje ambtenaren een boterham verdient met het jacht maken op mensen. We hebben ze deelgenoot gemaakt van de ervaring opgejaagd te worden, doelwit te zijn, gebrandmerkt te worden. Sluipend wordt racisme normaal, worden angst, geweld en vervolging normaliteit in het paradijs van het rechtse gelijk. Met onze actie trekken we een grens, brandmerken we een beleid dat vernedert en ontmenselijkt.

Tot de volgende keer,

Revolutionaire Anti-Racistische Actie

Terug