De Fabel van de illegaal 59, zomer 2003

Auteur: Maayke Botman


Koloniale beeldvorming in Opzij

Op de cover van het mei-nummer van het feministisch maandblad Opzij staat de schrijfster Heleen van Royen afgebeeld met een blote zwarte man. De foto grijpt terug op een bekende koloniale beeldtraditie.

"Heleen van Royen: 'Vreemdgaan heeft niets met ontrouw te maken'", staat er bij de foto. De cover verwijst naar een interview met Van Royen naar aanleiding van haar tweede roman "Godin van de jacht". Die gaat over "een vrouw die opkomt voor haar recht op seksualiteit en waarin de lusten en lasten van het moderne huwelijksleven centraal staan. Het is een vlammend pleidooi voor open relaties en een gezond liefdesleven, waarbij niet alleen de man aan zijn trekken komt." Aldus de website van uitgeverij Vassalucci. In het Opzij-interview lezen we dat Van Royen niet in monogamie gelooft. Zij maakt daarbij het onderscheid tussen vreemdgaan en ontrouw. Die twee hebben in haar ogen niets met elkaar te maken. Bovendien heerst er een dubbele moraal ten aanzien van het vreemdgaan van mannen en dat van vrouwen. Als mannen vreemdgaan, worden ze vaak als een held gezien, terwijl vrouwen dan nog steeds als "afgelikte boterham" worden beschouwd.

De cover en de foto's bij het interview hebben niet direct een verband met de tekst. Op het eerste oog lijkt het alsof het interview met Van Royen over interetnische seksuele of liefdesrelaties gaat. Na lezing van het interview blijkt dit niet het geval. Van Royen verwijst niet naar haar eigen seksuele contacten met zwarte mannen, en ook wordt niet de indruk gewekt dat de hoofdpersoon in de roman seks met zwarte mannen heeft. Er is iets anders aan de hand.

Perspectief

Op de cover wordt vreemdgaan letterlijk verbeeld als seksualiteit van een witte Nederlandse vrouw met een 'vreemde' (lees: zwarte) man. De lezer krijgt nadrukkelijk het perspectief mee van Van Royen, een witte vrouw. Vanuit haar witte positie wordt vreemdgaan verbeeld via een 'vreemde' ander, een zwarte man die haar beetpakt.

Als we de cover verder analyseren, kan geconcludeerd worden dat Opzij een koloniaal en racistisch beeld neerzet. Van Royen neemt in allerlei opzichten de subjectpositie in. Allereerst is zij de bekende Nederlander waar het interview over gaat. Zij is gekleed, met haar blik naar buiten gericht, naar de lezer. De zwarte man, die naamloos blijft, wordt neergezet als object. Hij is naakt op de cover te zien en hij heeft zijn blik afgewend. Hij lijkt een soort dier dat zijn prooi te pakken heeft: Van Royen. Die geniet er zichtbaar van om van achteren belaagd of gepakt te worden door deze zwarte man. De zwarte man krijgt een actievere rol in het geheel dan Van Royen, die passief en initiatiefloos geniet. Haar pleidooi dat vrouwen onproblematisch en actief vreemd moeten kunnen gaan, wordt zo deels weer onderuit gehaald door het beeldmateriaal. Het geëmancipeerde zit hem dan ook uitsluitend in het feit dat hier een vrouw wordt afgebeeld die geniet van seksueel contact.

Racistisch

Wat is er nu koloniaal en racistisch aan dergelijke beeldvorming? Het beeld dat Opzij creëert, sluit nauw aan bij de koloniale beeldvorming waarbij zwarte mannen vaak werden geseksualiseerd, of werden neergezet als exotisch, als dieren of als kinderen. Het beeld van de hyperseksuele zwarte man met het bijbehorende vermeende grote geslachtsdeel is een racistisch stereotype dat nog steeds breed leeft. De hoeveelheid koloniaal materiaal dat nog tot onze beschikking is, spreekt wat dat betreft boekdelen.

In de koloniale geschiedenis zijn er daarnaast talloze voorbeelden van zwarte mannen die niet naar witte vrouwen mochten kijken, want dan bestond de kans dat ze gelyncht of anderszins 'berecht' werden. De zwarte man op de cover van Opzij heeft zijn blik dan ook afgewend. Met andere woorden, er lag een koloniaal taboe op relaties tussen zwarte mannen en witte vrouwen. Op deze manier werd de machtspositie bestendigd van de koloniale overheersers, meestal witte mannen. Zij hielden controle op de seksualiteit van de witte vrouwen om zo hun "ras" puur te houden. De kolonisator wilde daarom altijd de seksualiteit van zwarte mannen temmen. Tegelijk had, of beter gezegd nam, diezelfde kolonisator toegang tot zwarte vrouwen. Die werden vaak verkracht of als concubine ingelijfd. Het is dan ook niet toevallig dat de witte man ontbreekt op de cover van Opzij, en dat gekozen is voor een zwarte man als 'partner in crime'.

Recycling

Koloniale beeldvorming biedt ons inzicht in de koloniale machtsposities tussen mannen en vrouwen van verschillende etnische achtergronden. Deze machtsposities worden steeds opnieuw gereproduceerd via beeldvorming, zoals nu weer op de cover van Opzij. Koloniale beelden worden dus telkens gerecycled en in een moderner jasje gestoken. De Opzij-cover is geen onschuldig plaatje van interetnische seks, want dan had de ontwerper wel voor een andere vorm gekozen. Het is een zeer stereotype beeld van de zwarte man als lustobject in relatie tot vreemdgaan. Degelijke beelden omringen ons dagelijks, en daardoor worden ze nog steeds als 'normaal' gezien. Neem bijvoorbeeld de Knorr-reclame waar de zwarte vriend van Janice ook op jacht gaat naar andere vrouwen. Het gebeurt niet vaak dat zwarte seksualiteit op een gelijkwaardige en niet stereotype of racistische manier afgebeeld wordt.

Het schijnt dat Van Royen in een column in Parool de identiteit van de zwarte man heeft onthuld. Hij heet Howard en werkt op de boekhoudafdeling van Opzij. Dat Howard en Heleen van Royen aan zo'n foto willen meewerken, zegt iets over hen. Vanuit het feminisme, en dus ook vanuit Opzij, zou dergelijk racisme niet acceptabel moeten zijn.

(Botman werkt als Aio Vrouwenstudies aan de Utrechtse universiteit)

Terug