De Fabel van de illegaal 60/61, najaar 2003

Auteur: Ellen de Waard


Pardonregeling van Verdonk is een farce

De pardonregeling van minister Verdonk voor vluchtelingen die minstens 5 jaar in Nederland zijn, stuit op felle protesten. De vluchtelingen die in aanmerking komen, zouden grotendeels sowieso een vergunning hebben gekregen als minister Nawijn niet begin 2003 de wetgeving had verscherpt.

Duizenden vluchtelingen verkeren al jaren in het ongewisse over hun toekomst. De meesten leven op pillen tegen depressies, spanningen en angsten, die een direct gevolg zijn van hun vlucht en het vastzitten in de kafkaëske Nederlandse asielmachine. Vanuit het maatschappelijke middenveld, en dan vooral vanuit kerken en organisaties die vluchtelingen steunen, wordt daartegen op humanitaire en juridische gronden geprotesteerd. Al jaren klinkt de roep om een gebaar van de overheid in de vorm van een generaal pardon voor een grote groep vluchtelingen. De afgelopen 2 jaar hebben veel gemeentebesturen zich bij die roep aangesloten.

Angel

Onder druk van de maatschappelijke onrust en 'burgerlijke' ongehoorzaamheid van diverse gemeenten, is in de nasleep van het eerste kabinet Balkenende de motie Varela (LPF) aangenomen door de Tweede Kamer. Die motie voorziet in een "beperkte regeling voor asielzoekers in schrijnende omstandigheden". Dat is een uitgeklede versie van het plan van LPF-voorman Fortuyn om ingeburgerde, niet-criminele vluchtelingen die langer dan 5 jaar in Nederland wonen, een permanente verblijfsvergunning te geven. Naar aanleiding van de motie heeft Verdonk in september 2003 een regeling opgesteld die inmiddels door de Tweede Kamer is goedgekeurd. Het maatschappelijk middenveld reageerde geshockeerd. Verdonks regeling blijkt alleen ten goede te komen aan mensen die na 5 jaar nog steeds in hun eerste asielprocedure vastzitten en nog nooit een uitspraak van de rechter hebben gekregen.

Volgens Verdonk komen 2.200 mensen in aanmerking voor de regeling. Hoe de minister dat zo precies weet? Eerst heeft ze ingeschat hoe groot de groep gelukkigen moest zijn om het maatschappelijk middenveld tevreden te stellen om zo de angel uit het protest te kunnen halen. Daarna werden de selectiecriteria, en de rechtvaardigingen daarvoor, erbij verzonnen. Dezelfde procedure hanteerde men eerder al bij de speciale regeling voor "witte" illegale arbeidsmigranten enige jaren geleden. Niet toevallig zijn beide groepen ongeveer even groot.

Reflexen

VluchtelingenWerk Nederland, de Raad van Kerken en de gemeenten willen dat het pardon geldt voor alle vluchtelingen die nog in procedure zijn. De huidige regeling is dusdanig beperkt dat veel hulpverleners aangeven dat ze niemand kennen die er aanspraak op kan maken. De regeringspartijen reageren op dit protest met de gebruikelijke retoriek. Volgens Verdonk traineren de vluchtelingen de gang van zaken zelf. Vluchtelingen in een tweede of derde procedure zijn immers in eerste instantie afgewezen, zo zegt ze. Men zou de overheid dus niet kunnen verwijten dat men deze mensen te lang in onzekerheid heeft gelaten. En het feit dat veel vluchtelingen simpelweg niet terug kunnen, daarvoor sluit Verdonk de ogen. "Het gaat niet om kunnen, het gaat om willen", beweert de minister.

Volgens de Raad van Kerken is de regeling echter "onbillijk ten opzichte van hen die, volstrekt legaal en gebruikmakend van de mogelijkheden die de wetgever biedt, de uitkomst van een vervolgprocedure afwachten". In feite traineert de overheid zelf. De juridische brei van regels, het willekeurig veilig verklaren van landen, tijdelijke maatregelen en onrechtvaardige politiek die beslist dat de vluchteling het nadeel van de twijfel krijgt, is debet aan alle vertragingen. Begin dit jaar schafte Nawijn nog de zogenaamde driejaarsregeling af. Die regeling gaf vluchtelingen het recht op een verblijfsvergunning wanneer ze na 3 jaar nog steeds geen antwoord van Justitie hadden gekregen. Met de nieuwe Verdonk-regeling wordt die termijn in feite eenmalig opgerekt tot 5 jaar. Maar iedereen daar nu aan kan voldoen, heeft in 2002 al gebruik kunnen maken van de driejaarsregeling.

Ook begon de regering weer over de vermeende "aanzuigende werking" die een ruim pardon zou hebben. Momenteel is het aantal asielaanvragen echter sterk aan het dalen vanwege de keiharde Vreemdelingenwet die in 2001 is ingevoerd. Vluchtelingen die in beroep gaan tegen hun afwijzing, krijgen geen opvang, verzekering of geld meer. En dat is dan ook de voornaamste reden dat de gemeenten mee protesteren. Zij worden geconfronteerd met de duizenden vluchtelingen die op straat zijn komen te staan. Een aantal gemeenten heeft voor hen voorzieningen gecreëerd.

Adopteren

De woordvoerder vreemdelingenzaken van het CDA Van Fessem bekritiseerde deze 'burgerlijke' ongehoorzaamheid van de gemeenten. "Ze moeten het asielzoekers ook niet te comfortabel maken; die moeten niet gaan wennen." Het beleid is compleet dichtgetimmerd. Wie hier lang verblijft en niet is ingeburgerd, is ongewenst. Maar wie wel is "gewend", heeft ook geen recht om te blijven. Ondanks hun humanitaire inzet bepleiten de gemeenten zelf ook een strenger en voortvarender uitzetbeleid. "Het grote probleem is dat de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers door het rijk nog steeds niet afdoende is geregeld. Behalve de humanitaire problemen verwachten wij dat de illegaliteit ook steeds meer gevolgen zal hebben op het gebied van overlevingscriminaliteit en openbare orde", aldus de burgemeesters van de 4 grote steden. Vanwege de vele lokale protesten willen gemeenten zelf liefst niets te maken hebben met het daadwerkelijke uitzetten. Daarvoor acht men het anonieme landelijke deportatie-apparaat beter geschikt.

Het CDA voelt zich in het nauw gebracht door de kerkelijke kritiek dat de christelijke barmhartigheid in het beleid ver te zoeken is. Daarom kwam Van Fessem met een "barmhartig" plan: "Je moet als burger de knop omzetten en zeggen: kom, ik neem je bij de arm, we zamelen geld in voor je terugkeer. Dan kun je vervolgens twee keer per jaar bij ons op vakantie komen." Betrokken burgers zouden zo onderdeel moeten gaan uitmaken van de deportatiemachine. Als het aan Van Fessem lag, zou het "Nederlandse volk" barmhartig de handen ineen slaan en gezamenlijk de vluchtelingen eruit werken. Behalve volstrekt immoreel, is Van Fessems plan ook praktisch onzin. Als de berooide afgewezen en uitgezette vluchtelingen al het geld hadden om tweemaal per jaar op vakantie te gaan, dan nog zouden ze Nederland niet in mogen, omdat de overheid bang is dat ze niet meer zullen vertrekken.

Opportunisme

In Leiden werd tegen de Verdonk-regeling geprotesteerd door een gelegenheidscoalitie van kerken, VluchtelingenWerk en enkele politieke partijen. De plaatselijke PvdA-fractie liep daarbij voorop onder het motto "Leiden tegen uitzetting". Dat was enigszins overdreven. Want vanzelfsprekend keerde men zich niet tegen uitzetting in het algemeen. Het ging de sociaal-democraten en christenen uitsluitend om de ongeveer 60 afgewezen vluchtelingen in Leiden. Wel pleitte men voor vergunningen voor alle afgewezen vluchtelingen die langer dan 5 jaar in Nederland zijn. Dat is vrij radicaal voor de PvdA. Het is sowieso opvallend hoe aanwezig de PvdA is bij het hele debat over de pardonregeling. Voormalige bewindslieden als Cohen en De Vries spraken zich uit voor een ruimer pardon. In de oppositie probeert de PvdA zich altijd linkser en humaner te profileren en de woede te kanaliseren, om na de volgende verkiezingen met alle linkse stemmen weer rechts beleid te kunnen maken. We mogen niet vergeten dat de partij een decennium lang eveneens voorop liep bij de enorme verharding van het vluchtelingenbeleid en bij de invoering van de administratieve apartheid via de Koppelingswet.

Terug