De Fabel van de illegaal 65/66, zomer 2004

Auteur: Jan Tas


Alleen vluchtelingen vervolgd voor oorlogsmisdaden

In april 2004 werd in Nederland voor het eerst een vluchteling veroordeeld wegens oorlogsmisdaden in zijn land van herkomst. Het is goed dat oorlogsmisdadigers bestraft worden, maar helaas laat de huidige rechtsorde Nederlandse militairen en vertegenwoordigers van dictaturen met rust. Vluchtelingen kunnen daarentegen zelfs op basis van een vermoeden veroordeeld worden tot de illegaliteit.

De Congolese oud-kolonel S. Nzapali werd wegens foltering veroordeeld op grond van artikel 1(F) van het VN-vluchtelingenverdrag. Volgens dat verdrag kunnen vluchtelingen vervolgd worden op verdenking van

De IND kan een 1(F)-procedure starten op basis van verklaringen van anderen of van de vluchteling zelf, of op grond van rapporten van mensenrechtenorganisaties of ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De dossiers van beschuldigde vluchtelingen worden dan naar het Nationaal Opsporingsteam Voor Oorlogsmisdrijven (NOVO) gestuurd dat onderzoekt of strafrechtelijke vervolging mogelijk is.

Vluchtelingen die door de IND van oorlogsmisdaden worden beschuldigd, verliezen direct het recht op asiel. Zijn ze nog in procedure, dan wordt die beëindigd. Zijn ze al als vluchteling erkend, dan wordt hun verblijfsvergunning ingetrokken en worden ze illegaal. Dat geldt overigens ook voor eventuele familieleden van de beschuldigden. Voor zo'n beschuldiging hoeft de IND overigens met veel minder bewijs te komen dan het openbaar ministerie nodig heeft om tot strafvervolging over te kunnen gaan. Mogelijk maakt de IND zo honderden vluchtelingen tot illegaal op grond van niet meer dan vermoedens.(2)

Pinochet

Volgens het door de VN ingestelde Internationaal Strafhof in Den Haag zijn oorlogsmisdaden "misdaden begaan in situaties van gewapend conflict, zoals: marteling, verminking en lijfstraffen, collectieve straffen, gijzeling, terroristische daden, vernederende behandeling, verkrachting en gedwongen prostitutie, plundering, vonnissen en terechtstellingen zonder proces." (3) Daaraan maken wereldwijd heel wat mensen zich schuldig, maar de Nederlandse overheid pakt in de praktijk alleen vluchtelingen aan wegens oorlogsmisdaden. Zo weigerde men in 1994 de Chileense ex-dictator Pinochet te vervolgen toen die naar Nederland kwam. Ook Nederlandse militairen blijven consequent buiten schot, terwijl toch bekend is dat VN-militairen bij 'vredesmissies' zoals in voormalig Joegoslavië betrokken waren bij onder meer vrouwenhandel, marteling en verkrachting. En nadat een Nederlandse soldaat onlangs in Irak een burger doodschoot, bepaalde minister Donner van Justitie zelfs dat militairen die betrokken zijn bij zulke "schietincidenten" niet langer als verdachte, maar als getuige gehoord moeten worden.

Sinds de aanslagen van 11 september 2001 zijn veel staten geobsedeerd door "de oorlog tegen het terrorisme". In een VN-resolutie werden zelfs vluchtelingen met terroristen in verband gebracht. Dat werd de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR te gortig. Het in één adem noemen van vluchtelingen en terroristen werkt "stigmatiserend" en gaat ten koste van de opvang van vluchtelingen, aldus de UNHCR.(1) De Europese Commissie verklaarde ook dat het onwaarschijnlijk is dat terroristen de asielprocedure misbruiken. Toch richtte Justitie een speciale 1(F)-unit op die zich gaat bezig houden met terrorisme.(4)

Dictaturen

Overigens wordt het begrip "terrorisme" internationaal niet gedefinieerd. Daarover schreef Amnesty International al in 2002: "Dat heeft alles te maken met het hernieuwde respect voor de soevereiniteit van staten: hoe een staat tegen binnenlands verzet optreedt, is zijn eigen zaak. Sinds 11 september is deze beweging in een stroomversnelling geraakt. Tal van staten hebben 11 september aangegrepen om binnenlandse oppositie en kritiek voortaan als "terrorisme" te bestempelen." (5) En dat wordt internationaal meestal klakkeloos overgenomen.

Zo'n 20 jaar geleden werd er bij asielprocedures nog rekening gehouden met de politieke situatie in het land van herkomst. "Hoe repressiever een regime, hoe minder de mogelijkheden om op niet-gewelddadige manier oppositie te voeren en dus hoe eerder geweld werd aanvaard", herinnert Amnesty zich. Tegenwoordig kunnen verzetsstrijders door de verrechtsing bijna nergens meer op sympathie rekenen en worden ze al snel "terroristen" genoemd. De vertegenwoordigers van dictaturen hebben het veel makkelijker. Het Strafhof zou internationale arrestatiebevelen kunnen uitvaardigen en hen voor hun misdaden kunnen berechten. Maar men zegt ministers, premiers of staatshoofden van dictaturen alleen te zullen arresteren en berechten wanneer ze niet meer "in functie" zijn.

Kamervragen

In februari 2004 vroeg GroenLinks-Kamerlid Vos aan minister Donner of hij er voor wil zorgen dat van oorlogsmisdaden verdachte vluchtelingen niet uitgezet worden voordat Justitie aan vervolging toekomt. De minister zegde toe om hen bij "een goed vooruitzicht" op vervolging hier te houden. En ook al komt het uiteindelijk niet tot vervolging, zo voegde hij toe, dan nog kunnen zulke beschuldigingen er toe leiden dat die vluchtelingen niet in aanmerking komen de 'pardonregeling' van Verdonk.(6)

Noten

Terug