Gewelddadige homohaat

Ibrahim Abdi (schuilnaam) is geboren en opgegroeid in Ethiopië, maar heeft de Somalische nationaliteit. Hij heeft 4 jaar lang een homoseksuele relatie gehad en woonde ook met zijn vriend samen. Beiden zijn vaak het slachtoffer geweest van homohaat. In 2001 werd Ibrahim aangevallen door een groep jonge mannen. Hij werd daarbij geslagen en in zijn knie gestoken. Een paar maanden later vond hij bij thuiskomst het geslachtsdeel van zijn vriend, dat was gewikkeld in een overhemd. Zijn vriend bleek vermoord te zijn vanwege hun relatie. Uit vrees voor zijn eigen leven vluchtte Ibrahim met behulp van een reisagent naar Nederland.

Eind 2001 vroeg hij asiel aan. Zoals tegenwoordig gebruikelijk werd zijn aanvraag afgewezen omdat hij zijn reisroute niet zou kunnen bewijzen. Daardoor achtte de rechter meteen ook het hele vluchtverhaal van Ibrahim "ongeloofwaardig". De IND maakte het ook bont. Men beriep zich er botweg op dat Ibrahim nooit problemen heeft ondervonden in het land van herkomst, dat wil zeggen: Somalië. Maar Ibrahim heeft daar nooit gewoond. Het is voor hem volstrekt onmogelijk om daar een menswaardig bestaan op te bouwen. Hij kent niemand in Somalië, spreekt de taal niet en weet niets over het leven daar. Bovendien hoort hij niet bij een clan en zou daarom in Somalië niet geaccepteerd worden. Hij zou de Somaliërs er simpelweg niet van kunnen overtuigen dat hij ook daadwerkelijk een Somaliër is. Het zou daarom "van enorme hardheid getuigen" om hem te dwingen daar te gaan leven, aldus Ibrahims advocaat. Die deed ook nog een beroep op het traumata-beleid. Als gevolg van zijn problemen gaat het fysiek en psychisch namelijk erg slecht met Ibrahim. Hij slaapt slecht, heeft nachtmerries, en is depressief. Door de gewelddadige homohaat gaat hij gebukt onder een trauma. Niettemin werd zijn opvang in een azc beëindigd en gooide het COA hem in het voorjaar van 2004 zonder pardon op straat. Sindsdien leidt hij een zwervend bestaan. Hij klopte bij De Fabel aan voor ondersteuning.

Zijn advocaat is inmiddels een procedure begonnen omdat Ibrahim buiten zijn schuld niet uit Nederland kan vertrekken. De meeste Somaliërs zijn sowieso "technisch onuitzetbaar". En dat geldt zeker voor een Somaliër die nooit in Somalië heeft geleefd. Ibrahim is "de facto statenloos", stelt zijn advocaat. De Fabel heeft voor hem inmiddels een IVV-uitkering bij Sociale Zaken van de gemeente Leiden aangevraagd, omdat Ibrahim in "bijzondere schrijnende omstandigheden" verkeert, het criterium om als illegaal voor zo'n uitkering in aanmerking te komen. Ibrahim is ontzettend bang om gedeporteerd te worden. Hij heeft grote behoefte aan een rustige en veilige omgeving, aan mensen die hij kan vertrouwen en die hem respecteren.

Terug