De Fabel van de illegaal 68, januari/februari 2005

Auteur: Eric Krebbers


Migratie is niet gender-neutraal

Wanneer het over migranten en vluchtelingen gaat, hebben ook linkse activisten meestal mannen voor ogen. Maar wereldwijd migreren inmiddels vrijwel evenveel vrouwen als mannen. De linkse analyse van migratie moet minder gender-neutraal worden. Want onder invloed van het patriarchaat verloopt de migratie van vrouwen heel anders dan die van mannen.

In de meeste EU-landen is tegenwoordig bijna de helft van de immigranten vrouw. Deze trend werd voor het eerst vastgesteld in de VS in de jaren 80, toen uit onderzoek onverwacht bleek dat tussen 1930 en 1979 ieder jaar meer vrouwen dan mannen naar de VS gemigreerd waren. In sommige jaren was bijna 2 op de 3 immigranten vrouw. Dat kwam vooral door de invoering van immigratiebeperkingen in de jaren 20. Gezinsvorming was daarna vrijwel de enige vorm van immigratie die nog was toegestaan. En vanwege de overheersende patriarchale gewoonte dat vrouwen bij hun huwelijk huis en haard verlaten om bij hun man te gaan wonen, kwamen er veel meer vrouwen dan mannen de VS binnen. Daarbij hadden miljoenen Amerikaanse mannen meer kans om überhaupt buitenlandse vrouwen te ontmoeten. Ze reisden simpelweg meer, bijvoorbeeld vanwege het leger of voor zaken.

Traditioneel migreren de meeste vrouwen samen met hun man. Of ze migreren hem achterna. Al vanaf de negentiende eeuw zijn er echter ook vrouwen die onafhankelijk van een man migreren. Het ging vooral om jonge vrouwen die elders in de huishouding gingen werken. Sinds de economische herstructurering, die begon in de jaren 70, neemt die onafhankelijke migratie sterk toe, vooral door de groeiende vraag naar huishoudelijk werkers in rijke landen.

Vertrek

De keuze voor migratie wordt grotendeels bepaald door de economische, politieke en sociale omstandigheden in zowel de landen van herkomst als de rijkere landen. Het wereldwijde patriarchaat speelt daarbij een grote rol. De meeste individuen beschikken niet over de bedragen die nodig zijn voor migratie. Daardoor worden beslissingen rond migratie meestal genomen door complete families. Allerlei strategische overwegingen spelen daarbij een rol. Zoals bijvoorbeeld risicospreiding, zodat het inkomen van de familie niet meer uitsluitend afhankelijk is van de vaak wankele lokale economische toestand. De meeste overwegingen zijn echter erg patriarchaal gekleurd. In veel landen houdt de familie de zonen liever thuis. Die worden gezien als stamhouders die bijvoorbeeld het land of het huis van de familie erven. De dochters vormen volgens die redenering een last en zelfs een kostenpost. Bijvoorbeeld omdat het een onbetaalbare bruidsschat vereist om hen te laten trouwen en zo het huis uit te krijgen.

Het laten migreren van een dochter is dan een goedkopere optie. Daarbij wordt - geheel volgens patriarchale tradities - van dochters sowieso verwacht dat ze trouwer en zorgzamer zullen zijn dan zonen, en dat ze dus veel meer van hun elders verdiende geld naar huis zullen opsturen. Voor veel van de op deze wijze onafhankelijk migrerende vrouwen kan hun vertrek aanvoelen als een bevrijding uit de verstikkende patriarchale familiesfeer. Overigens wordt in steeds meer arm gemaakte landen de migratie van staatswege gestimuleerd vanwege de inkomsten die migranten naar huis sturen. Overheden ontwikkelen daarbij vaak speciale programma's voor vrouwen.

Grenzen

Het migratieproces verloopt voor vrouwen vaak heel anders dan voor mannen. In veel rijke landen wordt vanwege allerlei patriarchale overwegingen over de immigratie van vrouwen net iets minder moeilijk gedaan. Migrerende mannen worden vaak als bedreiging afgeschilderd, bijvoorbeeld voor de concurrentiepositie van de "autochtone" arbeiders. Bij vrouwen wordt daarentegen juist vaak gezegd dat ze beschermd moeten worden tegen bedreigingen. Ze worden meestal beschouwd als aanhangsel van hun mannen, die voor die bescherming moeten zorgen en die bovendien financieel voor hen verantwoordelijk worden geacht. Dat scheelt de staat geld, en dat is een van de redenen waarom vrouwen over het algemeen net iets minder onwelkom zijn dan mannen. Daarbij worden vrouwen nauwelijks als serieuze concurrenten op de arbeidsmarkt gezien, ofschoon de meesten wel degelijk ook betaalde arbeid verrichten. Het gaat daarbij echter vooral om uiterst slecht betaalde banen die niemand anders wil doen. Ze vullen dus de gaten in de arbeidsmarkt op.

Arbeid

Net als in de landen van herkomst, wordt ook het leven van migrerende vrouwen in de rijke landen grotendeels bepaald door het patriarchaat. Door economische herstructurering is de dienstensector in het rijke westen enorm gegroeid. Veel meer vrouwen zijn buitenshuis gaan werken. Daardoor hebben veel gezinnen minder tijd voor de zorg, maar wel meer geld te besteden. Dat verklaart de groeiende vraag naar huishoudelijk werkers. Dus terwijl het kapitaal via de loonarbeid van westerse vrouwen extra winst kan maken, worden de maatschappelijke reproductiekosten geminimaliseerd via de laagbetaalde arbeid van geïmporteerde huishoudelijk werkers. Het patriarchaat en het kapitalisme zijn volledig verknoopt en veronderstellen en versterken elkaar. Huishoudelijk werk bij gezinnen is wereldwijd de meest voorkomende baan van gemigreerde vrouwen.

Hoewel een kleine groeiende groep relatief hoog opgeleid is, hebben de meeste van deze vrouwen thuis nooit een opleiding kunnen genieten. Ze hebben dan ook niet veel keus bij het kiezen van werk, en komen meestal terecht in sectoren waar vooral "vrouwenwerk" wordt gedaan, werk waarvan aangenomen wordt dat vrouwen er "van nature" geschikt voor zouden zijn. Patriarchale vooroordelen maken sowieso dat gemigreerde vrouwen vrijwel alleen terecht kunnen op delen van de arbeidsmarkt waar vooral onzeker, flexibel, laagbetaald en deeltijd werk te vinden is. Steun van vakbonden is er in die sectoren nauwelijks. Toch kan het zich begeven op de arbeidsmarkt voor veel gemigreerde vrouwen een aanzet tot enige bevrijding geven. In de jaren 60 hebben zo bijvoorbeeld veel jonge Turkse vrouwen die kans gegrepen. Ze zijn naar het rijke westen gegaan om daar in de industrie te werken en zo onafhankelijker te worden. In die tijd was in Berlijn bijvoorbeeld zelfs 1 op de 7 Turkse arbeidsmigranten een onafhankelijke vrouw.

Vooral in rijke landen waar nauwelijks of geen crèches of bejaardentehuizen zijn, werken tientallen miljoenen gemigreerde vrouwen als huishoudelijk werkers. Ze worden meestal zwaar uitgebuit en staan vaak bloot aan allerlei vormen van intimidatie en aan seksuele terreur van mannen. Toch heeft dat werk voor illegale vrouwen ook wel enige voordelen. Minder dan bij een bedrijf lopen ze het risico opgepakt te worden bij een razzia. Verder is huishoudelijk werk minder gebonden aan economische golfbewegingen dan het werk dat veel mannen doen. Zorg is altijd nodig. Het geeft daardoor iets meer continuïteit en zekerheid. Tot slot biedt huishoudelijk werk vrouwen iets meer kans op contact met de rest van de samenleving. De kennis die ze daarmee opdoen kan de kans op overleven vergroten.

Ook in de voedings-, textiel-, en wasserijsectoren werken veel gemigreerde vrouwen. Het gaat vaak om familiebedrijfjes. De vrouwen hebben vaak nauwelijks alternatieven voorhanden en zijn daardoor erg afhankelijk van hun arbeidsplaatsen. Velen van hen doen ook thuiswerk zodat ze hun zorgtaken kunnen combineren met hun betaalde arbeid. Vaak moeten de kinderen meewerken en zijn de gezinnen bijzonder geïsoleerd. Jaarlijks belanden er verder wereldwijd naar schatting zo'n 4 miljoen vrouwen in een ander land in de seksindustrie. De helft van hen is slachtoffer van vrouwenhandel.

Achterblijven

Zelden is er aandacht voor de vrouwen die achterblijven wanneer hun man migreert. Toch hebben ook zij te maken met vergaande gevolgen van de migratie, gevolgen die vaak vergelijkbaar zijn met die van zelf gemigreerde vrouwen. De achterblijvende vrouwen maken in feite het vertrek van hun mannen mogelijk. Ze nemen zijn taken over, houden het huishouden op gang en zorgen voor de kinderen. Ze raken echter vaak sociaal gemarginaliseerd en lijden meestal een armoedig bestaan omdat ze minder geld opgestuurd krijgen dan gepland was. Daardoor zijn ze veelal ook gedwongen voor het eerst buitenshuis te gaan werken, net als de gemigreerde vrouwen.

Achterblijvende vrouwen zitten in een zeer afhankelijke en onzekere positie. Vaak hebben hun mannen besloten tot migratie, zonder hen daarin te kennen. Het komt voor dat gemigreerde mannen hun vrouw in de steek laten en hertrouwen. Daarom zijn achterblijvende vrouwen veel vaker dan hun gemigreerde mannen voorstander van gezinshereniging. Toch hebben veel achterblijvende vrouwen ook wel het gevoel onafhankelijker te zijn geworden.

Dit artikel is voornamelijk gebaseerd op "Frauen und migration", Petrus Han, 2003. Meer over vrouwen en migratie in Gebladerte-brochure 24 "Vrouwen zonder papieren". In: Fabel Archief.

Terug