De Fabel van de illegaal 82/83, voorjaar 2007

Auteur: Harry Westerink


Gibsons film "Apocalypto" wast kolonialisme wit

Met "The Passion of the Christ" kon de christenfundamentalistische regisseur en acteur Mel Gibson zijn jodenhaat volop botvieren.(1) In zijn nieuwe film "Apocalypto" zet hij een door en door racistisch beeld neer van een andere groep "ongelovigen", de Maya-Indianen. De film versterkt het koloniale vertoog dat Europese christenen vanaf 1492 de beschaving hebben bijgebracht aan "barbaren" die koppen snelden en mensen offerden.


Mel Gibson en zijn vader Hutton Gibson behoren tot de sedisvacantisten, traditionalistische rooms-katholieken die zich verzetten tegen de vernieuwingen van het Tweede Vaticaanse Concilie in de jaren 60. Vanaf 1958 zou het Vaticaan namelijk "ketters" zijn geworden en alle pausen na Pius XII (2) zouden "ongeldige bezetters van de Heilige Stoel" zijn. Vader Gibson meent dat de vrijmetselaars het Vaticaan hebben overgenomen, in opdracht van de Joden. Hij ontkent ook de holocaust. Zoon Gibson is inmiddels uitgegroeid tot een van de rijkste en invloedrijkste Hollywood-sterren.

Lendendoekje

"Apocalypto" begint met een citaat van de filosoof Will Durant: "Een grote beschaving kan niet van buitenaf worden overwonnen als hij zich niet al van binnenuit heeft vernietigd". Hoofdpersoon Jaguar Paw en andere edele en vrolijke Indianen leiden een paradijselijk leven midden in de natuur. De idylle wordt verstoord als wreed en bloeddorstig uitziende Maya's met afschrikwekkende tatoeages en botjes door hun neus een slachting aanrichten in het vredelievende dorpje. De woeste meute doorboort lichamen, snijdt kelen door, plet hoofden, verkracht, en ontvoert Paw en een aantal anderen vanuit de ongerepte natuur naar een stinkende stad vol ziekte, decadentie en corruptie. Daar worden op een tempel de meesten van hen geofferd aan de god K'ul'ulkan door hun hart uit hun lichaam te rukken, en hun hoofd af te hakken en naar beneden te laten rollen. Paw weet daaraan op het laatste moment te ontkomen doordat de zon verduisterd raakt, wat de Maya's als een goddelijk teken opvatten. Hij vlucht en gaat op zoek naar zijn hoogzwangere vrouw en zoontje. Tijdens die vlucht stuit Paw op een massa opeengestapelde lijken, mensen die allemaal al zijn geofferd. Net als hij na een lange achtervolging op een strand toch gegrepen dreigt te gaan worden door zijn belagers, komen er tot grote verbazing van de Maya's vanuit de oceaan Europeanen aanvaren, waaronder een monnik met een kruis in de handen. Paw duikt met vrouw en kinderen weer het oerwoud in en spreekt over "een nieuw begin". Door de komst van de Europeanen kunnen ze de vijandige Maya's van zich afschudden en een mooie toekomst tegemoet zien. Tot zover het clichématige verhaal van de uiterst gewelddadige "avonturenfilm".

Gibsons boodschap zit vooral in de eerste en laatste minuut van de film. Met Durants citaat pleit hij de Europese veroveraars vrij van schuld voor de ondergang van de Maya's en andere Indianen. Ze hadden immers hun eigen samenleving al verwoest voordat de eerste Spanjaarden er in de vijftiende en zestiende eeuw voet aan wal zetten, aldus Gibson. Door de komst van de Spanjaarden te verbeelden als een bevrijding voor de bedreigde Paw, de symboolfiguur van "de nobele wilde", herschrijft hij de geschiedenis. Hij tovert de Indianen om van de slachtoffers van koloniale genocide tot de veroorzakers van hun eigen vernietiging. En de Europese kolonisatoren die eeuwenlang roofden, plunderden, verkrachtten, uitroeiden en in slaven handelden, worden zo witgewassen tot vredesstichters te midden van elkaar uitmoordende "barbaren".

Evenals in "The Passion of the Christ", laat Gibson zijn acteurs ook nu weer spreken in de taal van de tijd waarin de film zich afspeelt. Door veel aandacht aan dit soort technische details te besteden probeert hij de kijker de illusie van authenticiteit te geven. Hij zou ook Maya-deskundigen hebben geraadpleegd. De filmmakers vroegen bijvoorbeeld vaak aan een archeoloog: "Is er enig bewijs dat de Maya's dit niet hebben gedaan?", waarop die dan antwoordde: "Nee, er is geen bewijs dat ze dat niet hebben gedaan." Wat Gibson volop de vrijheid gaf om zijn eigen racistische visie uit te beelden.(3)

Hutton Gibson
Willem van Oranje

Gibson probeert de kijker dus te overtuigen dat zijn visie op het westerse kolonialisme overeenkomt met de werkelijkheid. Maar hij doet die werkelijkheid juist bewust enorm veel geweld aan. In de ergste traditie van koloniale vertogen maakt hij van de Maya's mensen zonder geschiedenis en zonder ontwikkeling. Want terwijl het verhaal zich door de aanwezigheid van Spaanse veroveraars wel op zijn minst begin zestiende eeuw af moet spelen, duidt de aanwezigheid van dichtbevolkte Maya-steden erop dat het honderden jaren eerder was. Wetenschappers zijn het er namelijk over eens dat zulke grote steden slechts bestonden in de klassieke Maya-periode tot ongeveer het jaar 900. Waarschijnlijk begonnen de Maya's daarna hun steden te verlaten wegens aanhoudende droogte en roofbouw op natuurlijke hulpbronnen. De Spanjaarden kwamen pas ongeveer 300 jaar nadat de laatste Maya's uit de steden waren vertrokken. In de film lopen dus twee tijden door elkaar: die van de Spanjaarden na 1500 en die van de Maya's tot hooguit 1200. Alsof men een film maakt waarin Willem van Oranje in de Tweede Wereldoorlog mee zou vechten tegen de nazi's. Door de Indianen a-historisch, abstract en mythisch te verbeelden, maakt Gibson het zichzelf makkelijker om zijn racistische en koloniale vooroordelen te projecteren op die "ander", "de wilde".

In een interview stelde Gibson dat "Apocalypto" indirect opgevat moet worden als een kritiek op de huidige Amerikaanse regering. Net als de Maya's zou ook Bush onschuldige mensen opofferen om te kunnen overleven, wat Gibson beschouwt als een kenmerk van ondergaande beschavingen. Maar het is de wereld op z'n kop om kritiek te leveren op de daders door van de slachtoffers ook daders te maken. Als Gibson zijn eigen regering met een Indianenfilm wil aanvallen, dan kan hij beter een beeld geven van de beroerde positie van de huidige Indianen in de Amerikaanse samenleving. Of hij kan laten zien hoe een halve eeuw geleden een kwart miljoen Maya's in Guatemala werden afgeslacht door doodseskaders, daarbij gesteund door Gibsons geloofsgenoten in de VS. Veel Indianen zijn woedend op Gibson en noemen "Apocalypto" een "show van witte superioriteitsgevoelens".(4) Ze verwijten hem dat hij gemakshalve verzwijgt dat de Europeanen rond 1500 veel meer aan mensenoffers deden dan de Maya's ooit hebben gedaan. Honderdduizenden werden in Europa immers als "heksen" en "ketters" opgeofferd aan de christelijke god.

Noten

Terug