De Fabel van de illegaal 82/83, voorjaar 2007

Auteur: Harry Westerink


Uit de illegaliteit

Een snelle dood in Afrika

De 27-jarige Samuel Milla is geboren in Liberia. Zijn vader verliet het gezin toen hij nog maar een klein kind was. Omdat zijn moeder de Kameroense nationaliteit had, ging ze met Samuel in haar geboorteland wonen. Jaren later werd ze gearresteerd, omdat ze lid was van een politieke oppositiepartij. Samuel was bij de arrestatie niet aanwezig, maar werd door de buren gewaarschuwd. Hij dook onder en later vernam hij van kennissen dat zijn moeder door het Kameroense leger was vermoord. Daarop ontvluchtte hij het land als verstekeling op een schip, waar hij een hiv-infectie opliep. Hij kwam in Nederland terecht, maar vroeg geen asiel aan. Hij kende niemand en wist de weg niet. Gelukkig bleek hij in Leiden onderdak te kunnen krijgen.

Omdat hij dringend medische zorg nodig had, bezocht hij het inloopspreekuur van De Fabel. Hij ging naar het ziekenhuis en kreeg ook medicijnen. Om een betere toekomst te krijgen, wilde hij natuurlijk graag verblijfsrecht hebben. Maar alleen al het aanvragen van een verblijfsvergunning is de laatste jaren steeds moeilijker geworden. Zeker voor Samuel is dat lastig, omdat hij analfabeet is. De Fabel ondersteunde hem daarom zoveel mogelijk bij het vertalen en uitleggen van brieven en formulieren. Maar dat was niet genoeg. Hij moest ook een paspoort zien te krijgen, want als vluchteling had hij geen identificatiebewijs bij zich gehad. Maar hij wist niet of hij de Liberiaanse of de Kameroense nationaliteit had. Bovendien had hij helemaal geen geld om de legeskosten te betalen voor de aanvraag van een verblijfsvergunning. Tenslotte stond hij niet bij een gemeente ingeschreven, zodat onbekend was waar hij zijn aanvraag zou moeten indienen. Omdat sprake was van een medische noodsituatie, diende zijn advocaat daarom meteen maar rechtstreeks een aanvraag in bij de IND, in plaats van bij een gemeente. De IND wees de aanvraag af, omdat hij de legeskosten niet had betaald. De advocaat maakte daartegen bezwaar.

Na enige tijd lukte het Samuel om een Kameroens paspoort te krijgen. Hij kon tegenover de Nederlandse overheid dus bewijzen dat hij bestond. Gelukkig kende het Aidsfonds hem de subsidie toe die een Leids ziekenhuis voor hem had aangevraagd. Daardoor kon hij een hernieuwde aanvraag betalen. Na veel moeite kon hij samen met een Fabel-begeleider de ingevulde aanvraagformulieren bij een ambtenaar van de gemeente Leiden inleveren. Hij kreeg een verblijfssticker in zijn paspoort, waardoor hij een half jaar in Nederland mag blijven. Van de noodopvanginstelling STUV krijgt hij sinds kort wat leefgeld. Het wachten is nu op de beslissing van de IND. Samuel is als hiv-patiënt aangewezen op medische behandeling in Nederland. Als hij zou teruggaan naar Afrika, dan zou hij snel sterven.

Samuel Milla is een schuilnaam.

Terug