De Fabel van de illegaal 84, mei/juni 2007

Auteur: Gerrit de Wit


Bel- en internetverkeer minutieus opgeslagen

Achteloos bellen of internetten? Vergeet het maar. Europese internet- en telefonieproviders slaan namelijk al jaren allerlei gegevens op van al hun klanten. En die gegevens worden moeiteloos door politie en Justitie opgevraagd. Elke Europese lidstaat kent echter een eigen regelgeving over die data-opslag. Dat wordt nu geharmoniseerd. Met alle gevolgen van dien.

De overheid kan van bezitters van een mobiele telefoon alle gangen nagaan en vastleggen (foto: Eric Krebbers)
Onder het mom van de strijd tegen terrorisme worden al jarenlang de bevoegdheden van politie- en inlichtingendiensten flink opgekrikt. Elementaire mensenrechten sneuvelen daarbij, zoals het recht op privacy. Het laatste wapenfeit van de Europese lidstaten is de harmonisatie van de regelgeving over de opslag van telefonie- en internetdata. Daartoe nam het Europees Parlement in december 2005 de Richtlijn Dataretentie aan. Die bepaalt hoe en welke gegevens door telefonie- en internetproviders bewaard moeten worden. Providers moeten de communicatiegegevens van al hun klanten voor minimaal 6 maanden opslaan en toegankelijk maken voor politie en Justitie. De richtlijn moet door elke lidstaat ingevoerd worden in de nationale wetgeving. In februari 2007 publiceerde het Nederlandse ministerie van Economische Zaken daartoe een wetsvoorstel. Dat gaat nog een stuk verder dan Europa nodig acht. Het ministerie bepleit namelijk een bewaartermijn van maar liefst 18 maanden.

Bommen

In praktijk zal informatie bewaard worden over alle telefoongesprekken die klanten voerden en met wie. Hetzelfde geldt voor alle email- en sms-berichten die ze verstuurden en ontvingen. Ook het surfgedrag van iedereen gaat nauwgezet vastgelegd worden. Het Nederlandse wetsvoorstel heeft geen betrekking op de inhoud van de communicatie. Maar die is nu ook al niet heilig. Nederland loopt in de wereld namelijk voorop waar het gaat om het afluisteren van telefoongesprekken. Politie en andere veiligheidsdiensten leggen namelijk jaarlijks al tienduizenden telefoontaps.

Vooruitlopend op de wetgeving heeft het internetbedrijf Google al aangekondigd om zoekopdrachten en de bijhorende ip-adressen voor 18 maanden te gaan bewaren. Na die periode zal Google nog wel voor eigen gebruik de woorden bewaren waarnaar gezocht is, maar het ip-adres van de computer waarmee de vraag gesteld is, wordt dan gewist. Zegt men. Tot nu toe bewaarde Google die gegevens overigens meestal al veel langer. Dat leidde in 2006 tot veel onrust toen de Amerikaanse overheid de data van diverse zoekmachines opeiste. Vooral mensen die bij Google zoektermen intypen als “Bin Laden”, “bommen”, “verzet” en “revolutie” moeten niet verrast zijn als dat leidt tot een politie-inval thuis.

Big Brother-staten

Het Nederlandse wetsvoorstel gaat ook op een ander punt veel verder dan de Europese richtlijn. Zo pleit men zelfs voor het vastleggen van de locatiegegevens van iedere mobiele beller. Zo kan de reisroute van een mobiele beller gedurende die 18 maanden volledig gevolgd worden. Daarbij zou wel moeten gelden dat die tracering alleen plaatsvindt als men daadwerkelijk belt of gebeld wordt, dus niet als klanten simpelweg hun mobiel aan hebben staan. Maar wat niet is kan nog komen, want het wetsvoorstel voorziet namelijk in een uitbreiding van de te bewaren gegevens zonder dat daar wetswijzigingen voor nodig zijn. Via een Algemene Maatregel van Bestuur kan het kabinet providers daartoe dwingen.

De opslag van al deze communicatiegegevens komt neer op “surveillance van grote groepen onschuldige burgers”, aldus het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Het college noemt het wetsvoorstel zelfs illegaal omdat het in strijd is met artikel 8 van het Europese mensenrechtenverdrag. Daarin is het fundamentele recht van burgers vastgelegd op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De angst voor misbruik van de wet is gerechtvaardigd. Zo wordt het toezicht op de uitvoering ervan niet bij een onafhankelijke instantie of de rechterlijke macht gelegd, maar bij het ministerie van Economische Zaken. Oftewel, de uitvoerder controleert zichzelf.

In Duitsland is inmiddels ook een wetsvoorstel ingediend waarin zelfs het invullen van valse of onjuiste informatie bij het aanvragen van allerlei diensten strafbaar wordt gesteld. Klanten mogen dan niet meer zomaar wat invullen bij de aanvraag van bijvoorbeeld een Hotmail-adres, iets dat nagenoeg iedereen nu wel doet. Duitsland wil ook de anonieme aanschaf van prepaid-telefoons verbieden. Het Nederlandse wetsvoorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer behandeld worden. Maar de verwachting is dat die zich weinig kritisch zullen opstellen. Eerder ging men bijvoorbeeld al zonder morren akkoord met de invoering van de legitimatieplicht en de Wet Bevoegdheden Vorderen Gegevens.(1) Het is ondertussen geen vraag meer of Nederland en de andere Europese lidstaten verworden tot Big Brother-staten. Ze zijn het al.

Noot

Terug