De Fabel van de illegaal 89/90, winter 2008

Auteur: Gerrit de Wit


Libië als Europa’s vooruitgeschoven grenspost

Elk jaar trekken tienduizenden Afrikaanse vluchtelingen naar Libië om te proberen van daar af het Italiaanse eiland Sicilië te bereiken. Duizenden halen het niet en sterven. Libië staat onder druk van de EU om de toestroom van migranten de kop in te drukken, en doet dat rücksichtslos. Vluchtelingen worden gedetineerd, mishandeld en gedumpt in de Sahara. Dat zal de EU een worst zijn.


Voordat vluchtelingen en migranten de oversteek naar Sicilië kunnen maken, moeten ze eerst in Libië zien te geraken. Daartoe schakelen ze mensenhandelaren in die hen voor grof geld de zuidelijke landgrens overbrengen. Die ligt midden in de Sahara en de route is dan ook levensgevaarlijk. Als een auto panne krijgt of de vluchtelingen in de woestijn achtergelaten worden, is het einde verhaal. In een radius van honderden kilometers is er namelijk niets anders dan zand. De Sahara ligt dan ook vol met de skeletten van vluchtelingen. Minimaal 1.579 hebben er het leven al verloren sinds de statistieken bijgehouden worden, aldus een kritisch rapport van de mensenrechtenorganisatie Fortress Europe.(1)

In 2006 kwamen er 21.400 vluchtelingen aan land in Sicilië, voornamelijk uit Marokko, Egypte en Eritrea. Ze maakten de honderden kilometers lange overtocht vanaf de Libische noordkust in kleine en gammele boten. Volgens Fortress Europe zijn er sinds 1998 bij die vluchtpogingen minimaal 2.432 mensen omgekomen of vermist geraakt. Het dodental loopt snel op. Dat komt doordat de vluchtelingen steeds gevaarlijkere en langere routes moeten nemen om de Italiaanse en Libische kustwachten te ontlopen. De sfeer is repressief. De Italiaanse Justitie vervolgt op dit moment zelfs 7 Tunesische vissers die 44 drenkelingen oppikten. Zij worden beschuldigd van “het assisteren van illegale immigratie” naar het Italiaanse eiland Lampedusa.

Frontex

Italië en de EU werken tegenwoordig nauw samen met Libië om de ongewenste migratie tegen te gaan. Zo gaat Frontex, het Europese agentschap voor de bescherming van de buitengrenzen, vanaf 2008 structureel met Libië samen patrouilleren op en boven de Libische wateren. Frontex voerde al eerder twee patrouillemissies uit in het Kanaal van Sicilië, het stuk zee dat Italië van Afrika scheidt. Dat gebeurde met medewerking van marinepersoneel uit Italië, Malta, Frankrijk, Duitsland, Portugal en Spanje. Aangetroffen vluchtelingen werden zonder pardon teruggestuurd naar Libië, zonder dat er ook maar naar een vluchtrelaas geluisterd werd. Dat soort missies kosten veel geld, en daarom is het budget van Frontex onlangs verdubbeld naar 70 miljoen euro. Een vluchteling vertelt over de praktijk van de samenwerking: “We gingen ’s nachts aan boord van een oude boot. We waren met 264 mensen, waaronder vrouwen en kinderen. Na 10 uur op zee ging de motor kapot. Daarna dobberden we 5 dagen rond op zee. We werden gered door een Maltees militair schip. Enkele uren later kwam er een Italiaanse patrouilleboot langs. De Italianen maakten foto’s van ons en vertrokken weer. De Maltese boot nam ons op sleeptouw naar het zuiden. Na een tijdje kwam er een Libische patrouilleboot. Die nam ons over en sleepte ons naar een haven in Libië. Toen we van de boot afstapten, werden we door de officieren geslagen en geschopt.”


Klik op het plaatje voor een kaart van Lybische kampen
De EU heeft er vanzelfsprekend ook belang bij dat minder vluchtelingen de zuidelijke landgrens van Libië passeren. Men heeft dat land dan ook aangeboden om een elektronisch surveillancesysteem langs de grens te installeren. De Libische autoriteiten hebben op hun beurt in mei 2007 een verlanglijst ingediend bij Frontex. Men wil 12 verkenningsvliegtuigen, 14 helikopters, 240 jeeps, 86 trucks, 70 bussen, 28 ambulances, 12 radarsystemen, 10 boten, 28 patrouilleboten, 100 rubberboten, 400 nachtkijkers, 14 scansystemen voor vingerafdrukken, radioapparatuur en satellietnavigatiesystemen. Italië leverde al eerder materiaal aan Libië. In 2003 stuurde men 100 rubberen boten, 6 jeeps, drie bussen, 40 nachtkijkers, 50 onderwatercamera’s, 500 duikpakken, 150 verrekijkers, 12 duizend wollen dekens, 6 duizend matrassen en kussens, 50 satellietnavigatiesystemen, duizend veldtenten en 500 reddingsvesten naar Libië. En passant stuurde men ook nog eens duizend bodybags. Waar gehakt wordt, vallen immers spaanders, moet men in Italië gedacht hebben. De gewillige samenwerking met de EU levert Libië ook de nodige voordelen op. Zo heeft men nu een “geprivilegieerd partnerschap” met de EU en de politieke en economische sancties tegen het land zijn opgeheven.

In de jaren 90 stond Libië nog open voor vluchtelingen en migranten. De Libische president Khadaffi opende de grenzen voor Arabieren en Afrikanen. De 5,5 miljoen Libiërs kregen in 10 jaar tijd gezelschap van zo’n 2 miljoen immigranten. De sociale spanningen groeiden en het kwam tot racistische pogroms tegen Afrikaanse nieuwkomers. Zo kwamen in september 2000 tenminste 560 migranten om bij zo’n aanval. In dezelfde maand werd een kamp met arbeiders uit Tsjaad en Soedan aangevallen door een groep van 50 jonge Libiërs. Die riepen leuzen als “zwarten eruit”, vermoordden 50 arbeiders en staken het kamp in de fik. In oktober 2000 volgde een racistische aanval op de Nigeriaanse gemeenschap. Daarbij vielen maar liefst 500 doden. De politie greep tijdens de slachting niet in. De Libische autoriteiten besloten zelfs om duizenden Nigerianen te deporteren naar het zuiden van het land. In een tijdsbestek van een paar jaar werden tenminste 14 duizend van hen op militaire trucks gezet en gedumpt in kampen of gewoonweg in de woestijn. Ook vrouwen en kinderen was dit lot beschoren. De deportaties kostten honderden Nigerianen het leven.

Vliegtuigen

Sommige vluchtelingen en migranten die in Libië gearresteerd worden, kunnen zich direct vrijkopen uit het politiebureau, als ze tenminste genoeg geld hebben. Anderen worden per vliegtuig gedeporteerd naar hun herkomstlanden. Tussen 2003 en 2006 zijn er op deze manier 198 duizend migranten het land uitgewerkt, een schrikbarend aantal. De deportaties kosten veel geld, maar de Italiaanse overheid betaalt mee. Van augustus 2003 tot december 2004 bekostigde die 47 deportatievluchten van Air Libya, waarmee 5.524 migranten het land uitgevlogen werden. De bestemmingen waren onder andere Eritrea en Soedan, niet de meest veilige landen ter wereld. Zeker de Eritrese vluchtelingen moesten op hun tellen passen. Onder hen bevonden zich namelijk veel deserteurs uit het leger dat regelmatig in oorlog is met Ethiopië. Volgens Amnesty International lopen Eritrese deserteurs een goede kans om door een vuurpeloton geëxecuteerd te worden.

Ook worden tienduizenden van de gearresteerde vluchtelingen en migranten in overvolle militaire trucks afgevoerd naar detentiecentra, waarvan Libië er volgens Fortress Europe momenteel ongeveer 20 telt. Drie daarvan zijn bekostigd door Italië. In een Frontex-rapport uit mei 2007 wordt gesproken over maar liefst 60 duizend gevangen migranten. In afwachting van een deportatie zitten ze er maanden tot jaren opgesloten, zonder dat er ook maar een rechter aan te pas komt. De vrouwen in de kampen worden systematisch seksueel misbruikt en de mannen worden zwaar mishandeld. Bij opstanden in de kampen zijn al meerdere doden gevallen, aan de kant van de migranten wel te verstaan. Een ex-gedetineerde: “Ik zat drie maanden in Libië. Toen werden we gearresteerd op het moment dat we aan boord van een schip gingen dat ons naar Europa zou brengen. We werden allemaal opgesloten in een gevangenis waar 400 vluchtelingen zaten. Elke dag waren er wel gewelddadige voorvallen, waarbij de bewaking ons zonder reden sloeg. Er was weinig eten.” Als het moment van deportatie is aangebroken, worden de migranten met trucks afgevoerd en gedumpt bij de zuidelijke landsgrenzen, midden in de woestijn. Vanaf daar moeten ze het zelf maar uitzoeken. Het spreekt voor zich dat daar wederom doden vallen, door honger, dorst en uitputting.

De EU is medeverantwoordelijk voor de dood van duizenden vluchtelingen in het Kanaal van Sicilië en in Libië. Fortress Europe roept de EU op om alle collectieve terugzendingen van bootvluchtelingen naar Libië te staken. Die zijn immers in strijd met internationale verdragen. Ook eist men dat Italië de samenwerking met Libië verbreekt, zeker zolang het land zich niets aantrekt van welk mensenrechtenverdrag dan ook.

Noot

Terug