De Fabel van de illegaal 91, voorjaar 2008

Auteur: Harry Westerink


Terugkeerplicht centraal bij VluchtelingenWerk

VluchtelingenWerk en veel andere steungroepen lijken zich na de pardonregeling braaf te schikken in het keiharde asielbeleid. Een impressie van een middagje praten over afgewezen vluchtelingen die met een por in de rug en wat geld in de hand naar “hun eigen land” worden gedirigeerd.


(foto: Eric Krebbers)
Na een jarenlange strijd van vluchtelingen, steungroepen en betrokken burgers stemde de regering begin 2007 uiteindelijk in met een beperkt pardon. Als wisselgeld eiste het ministerie van Justitie wel dat uiterlijk eind 2009 overal de gemeentelijke noodopvang zou worden opgeheven. Zo hoopte men de lokale protesten tegen het keiharde asielbeleid voorgoed de nek om te draaien. Gemeenten zouden niet meer met het probleem van dakloze en radeloze vluchtelingen worden opgezadeld, omdat de rijksoverheid zou zorgen voor “een sluitende aanpak” door alle afgewezen vluchtelingen uit te zetten. In dat sprookje wilden veel gemeenten maar al te graag geloven. Ze ondertekenden het onderhandelingsakkoord over het pardon dan ook gretig en meenden zichzelf daarmee geruisloos te kunnen ontslaan van de verantwoordelijkheid en de zorgplicht voor vluchtelingen zonder bed, bad en brood.

Zonder maatschappelijke pressie was de pardonregeling nooit tot stand gekomen. Toch zijn VluchtelingenWerk en andere steungroepen na dit resultaat niet massaal gaan strijden voor verblijfsrecht voor andere vluchtelingen. Integendeel, in het kielzog van de overheid is men steeds meer aandacht en menskracht gaan steken in de terugkeer van afgewezen vluchtelingen. De strijd voor verblijfsrecht en hulp aan vluchtelingen lijken te zijn ingeruild voor hulp aan de overheid bij het streven om vluchtelingen zo snel mogelijk het land uit te krijgen.

Haviken en duiven

Om de neuzen binnen de achterban nog meer dezelfde kant op te krijgen, organiseerde VluchtelingenWerk op 18 januari 2007 het terugkeerdebat “Uit het oog, uit het hart?”, met deelname van VluchtelingenWerk-voorzitter Harry van den Bergh, VVD-Europarlementariër Jeanine Hennis-Plasschaert, Cordaid-directeur René Grotenhuis, IOM-directeur Joost van der Aalst, SAMAH-directeur Els van Mourik, en de Groningse SP-wethouder Peter Verschuren. Meteen al bij het begin van de bijeenkomst bakende gespreksleidster Clairy Polak in opdracht van VluchtelingenWerk de nauwe kaders af waarbinnen het debat mocht plaatsvinden. De ongeveer 100 vluchtelingwerkers in de zaal kregen ingepeperd dat ze echt alleen maar mochten praten over terugkeer, “niet over het asielbeleid, hoe onrechtvaardig men dat ook zou kunnen vinden”.

Als een goedmoedige herder probeerde Van den Bergh tegenover zijn kudde te legitimeren waarom VluchtelingenWerk de prioriteit legt bij terugkeer. “We komen op voor vluchtelingen. Daarom hebben we ook de verantwoordelijkheid voor een fatsoenlijk terugkeerbeleid. Er is een recht op asiel, maar er is ook een plicht tot terugkeer”, zei hij plechtig. Het publiek luisterde geduldig en leek tevreden te zijn met de rol van applausmachine. Niemand gaf aan de opgelegde zwijgplicht over het asielbeleid oneerlijk, onwenselijk of onmogelijk te vinden. Terwijl daar wel alle reden toe is. De overheid heeft het asielrecht namelijk zo uitgehold dat steungroepen de terugkeerplicht principieel zouden moeten verwerpen. Wie hier geen kans krijgt op bescherming tegen vervolging, geweld, discriminatie en armoede in eigen land, die zou ook niet uitgezet mogen worden. Maar naarmate het asielrecht een lachertje is geworden, zijn veel steungroepen de terugkeerplicht juist steeds serieuzer gaan nemen en vluchtelingen meer gaan dwingen om “vrijwillig” op te rotten.

Zalvend spiegelde Van den Bergh zijn toehoorders dan ook voor dat een steentje bijdragen aan de uitvoering van het uitzetbeleid een moreel hoogstaande zaak is. Vluchtelingen die moeten terugkeren “verdienen ons respect en onze zorg”. Die “verantwoordelijkheid” kunnen “we” niet alleen aan, maar moeten “we” in samenwerking met anderen oppakken. “Een fatsoenlijk terugkeerbeleid” zal wel op verzet stuiten, aldus Van den Bergh. Daarbij dacht hij vanzelfsprekend niet aan radicaal-linkse groepen die pleiten voor het recht op vrije migratie. Nee, hij probeerde politiek positie te kiezen tegenover haviken als Geert Wilders en Rita Verdonk en zo zijn achterban een goed gevoel over zichzelf mee te geven. “Wij” duiven bezondigen ons niet aan populistische scheldpartijen over “profiterende en frauderende asielzoekers”, zo leek hij duidelijk te willen maken, want “we” begeleiden vluchtelingen juist “in veiligheid en waardigheid” richting land van herkomst. Maar zowel de haviken als de duiven streven uiteindelijk naar hetzelfde: vluchtelingen dumpen in landen vol geweld en uitzichtloosheid.

SP-wethouder Peter Verschuren wil vluchtelingen "iets meer verleiden" om terug te keren
Luistervinken

SP-bestuurder Verschuren maakte het ook bont. Zonder blikken of blozen stelde hij dat vluchtelingwerkers veel kunnen leren van terugkeerprojecten voor “kansloze” Antillianen. De opgedane ervaringen met gedeporteerde Antillianen zouden goed bruikbaar zijn bij de terugkeer van vluchtelingen. Verschuren weet ook wel dat Antillianen Nederlandse staatsburgers zijn die hier mogen blijven. Daarom moet men hen “iets meer verleiden” om te vertrekken, zo legde hij uit. Vluchtelingwerkers zouden zich de kunst van dat “verleiden” meer eigen moeten maken. Ze zouden zich er dus in moeten bekwamen hoe ze de worst het beste voor iemands neus kunnen houden. Er klonk geen boegeroep vanuit het publiek.

Op de voorste rij in de zaal zaten twee luistervinken van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DTV), de nieuwe deportatieclub binnen het ministerie van Justitie. Net als nogal wat steungroepen wil DTV meer “druk uitoefenen op vluchtelingen om te kiezen voor zelfstandig vertrek”. Dat is het nieuwe toverwoord, nu de magie van het orwelliaanse begrip “vrijwillige terugkeer” lijkt te zijn uitgewerkt. De Justitie-ambtenaren gaven aan dat oprotpremies nog geen onderdeel vormen van het overheidsbeleid. Wel werkt de overheid samen met “ketenpartners” als de IOM, die vluchtelingen bij terugkeer een grijpstuiver meegeven. Met genoegen zullen de ambtenaren de aankondiging van VluchtelingenWerk hebben aangehoord dat terugkeerorganisaties intensiever gaan samenwerken.

Bang voor boeman Wilders die om de hoek op de loer leek te liggen, zeiden sommigen in de zaal dat er mogelijk een “aanzuigende werking” zou uitgaan van het geven van geld aan terugkerende vluchtelingen. Ze dachten blijkbaar aan het schrikbeeld van rechts-populisten die hun gal zouden kunnen spuien over hele volksstammen uit Afrika en Azië die alleen maar naar Nederland zouden komen om later bij terugkeer de zuurverdiende centen van de Hollandse belastingbetaler in hun zak te steken. Vluchtelingen dus ook weer niet te veel verwennen, anders wordt Wilders boos. Na afloop van het debat spoedden de aanwezigen zich naar de borreltafel vol hapjes en drankjes. Later keerden zij allen “veilig en waardig” terug naar een eigen huis en haard.

Terug